Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Bevers in Nederland.

     

Bevers behoorden eeuwenlang tot de inheemse fauna van Nederland. Dat kan ook niet anders door het vele water dat er in Nederland aanwezig is. Omdat de Bever echter gemakkelijk te bejagen was en bovendien heel geliefd was als jachtbuit, werden de dieren langzamerhand uitgeroeid.
Deze uitroeiing had een aantal oorzaken.
Bevers zwommen in het water en hadden een geschubde staart. In katholieke gebieden werd de Bever, evenals de Otter overigens, voor het gemak dan maar tot de vissen gerekend. En omdat men op vrijdag geen vlees, maar wel vis mocht eten, stond er ´s vrijdags regelmatig Bever op het menu.
De tweede reden was hun vacht. Bevers hebben een warme, waterdichte vacht die uit twee lagen bestaat. De ondervacht is dicht, wollig en warm. De bovenvacht bestaat uit lange, vettige haren die de vacht droog moeten houden. Bevervacht is daarom natuurlijk heerlijk warm en was geliefd als bont.
De derde reden is het castoreum of bevergeil dat de dieren gebruiken om hun territorium mee af te bakenen. Deze zwaar ruikende olie-achtige afscheiding werd vroeger als een wondermiddel beschouwd.
Door deze, en nog een heleboel andere redenen, verdween de Bever uit Nederland. De laatste Bever werd in 1826 in Zalk, een plaatsje langs de IJssel doodgeknuppeld. Een klein monumentje herinnert nog aan deze laatste Bever.
Het duurde ruim 160 jaar tot in 1988 een experiment werd gestart om Bevers te herintroduceren. Hiervoor werd de Zuidwaard in de Biesbosch uitgekozen.  Tussen 1988 en 1991 werden hier 42 Bevers uitgezet, daarvan waren 39 exemplaren afkomstig van de Midden-Elbe in Sachsen-Anhalt (Castor fiber albicus) en 3 nakomelingen van een paar in Natuurpark Lelystad. Tussen 1988 en 1994 werden in de Biesbosch vervolgens 86 verschillende Bevers waargenomen. De populatie groeide in eerste instantie doordat er jaarlijks 6-14 dieren werden uitgezet. In 1993 en 1994 begon de natuurlijke aanwas een bijdrage aan de populatiegroei te leveren. Inmiddels leven hier weer ongeveer 200 Bevers. 
In 1988 werd een beverpaar uit het Midden-Elbegebied in een omheind gebied van 2 hectare in Natuurpark Lelystad vrijgelaten. In 1989 werden twee subadulte dieren in een aparte omheining gezet, waarvan een exemplaar al snel stierf. De overgebleven 3 dieren zorgden voor een aanwas tot 17 dieren in 1994. In de winter van 1990-1991 braken de dieren uit en vestigde zich een dier in het Larserbos, maar ook in het Wisentbos tussen Lelystad en Dronten en langs de Vaartplas in Zuidelijk Flevoland. In 1996 ontsnapte een aantal dieren uit dierenpark Lelystad in Flevoland en vestigde zich in de vrije natuur. Anno 2010 wordt deze populatie op circa 80 dieren geschat.
In oktober  1992 werden vraatsporen van een Bever gevonden langs de Bleijenbeek bij Afferden. Vlak over de grens in Duitsland werden in oktober 1992 ook twee beverdammen gevonden in de Hülmer Leitgraben in het Baaler Bruch. Daarna verdwenen daar de sporen echter weer. In  1994 waren er nog steeds vraatsporen te vinden langs de Bleijenbeek. In 1994 werden tevens vraatsporen gevonden bij een grindgat bij Leuken, 10 km verder zuidwaarts langs de Maas. Op 19 april 1993 werd een Bever in Roermond langs de Maas doodgereden.  Het was een dier met een zwarte vacht en zwarte voetzolen, hetgeen erop wijst dat dit dier afkomstig is van de populatie langs de Duitse Rur. Daar werd de populatie in 1994 op 50-60 exemplaren geschat en werden 10 burchten gevonden.   
In september en oktober 1994 werden 15 Bevers uitgezet in de Ooijpolder bij Nijmegen, 12 van deze dieren waren afkomstig uit het Midden-Elbegebied, 3 kwamen uit Natuurpark Lelystad. Helaas vond er al snel een hoge sterfte plaats. Vijf dieren stierven binnen enkele weken, waarvan drie aan leptospirose. Eind 1994 waren er nog maar 5 exemplaren in de Ooijpolder over. De uitzetting hier stopte in 1999 en anno 2010 zaten daar ongeveer 100 dieren.
Tussen 2002 en 2004 werden in Limburg Bevers uitgezet. De populatie in Limburg wordt in 2010 geschat op ongeveer 100 dieren, waarbij het streven is om een populatie van minimaal 125 dieren te krijgen, zodat deze ook op de lange duur levensvatbaar is. In 2008 tenslotte werd in het Hunzedal in Drenthe ook een groepje Bevers uitgezet. 
De totale Nederlandse populatie omvat anno 2010 ongeveer 500 Bevers.
Omdat Bevers aan bomen knagen kunnen ze overlast veroorzaken. Zo kunnen de door hun gevelde bomen natuurlijk niet meer verkocht worden. De totale schade valt echter best mee. In de afgelopen jaren is er in heel Nederland slechts 6000 Euro aan beverschade uitgekeerd, waarbij vanaf 2008 voor beverschade ook het eigen risico is afgeschaft en de gedupeerde voor 100% schadeloos wordt gesteld.