De Eifel is een groot natuurgebied in het westen van Duitsland. Het ligt grofweg op het Rijnlands leisteenplateau. De begrenzing met de Ardennen is vooral een politieke grens. De landschappen in Eifel en Ardennen verschillen namelijk eigenlijk alleen door menselijk ingrijpen van elkaar. In de Eifel zijn bijvoorbeeld meer naaldbomen aangeplant dan in de Ardennen.
In de Eifel liggen verschillende landschappen en biotopen. Beukenbossen, eikenbossen, berkenbossen, dennenbossen en (niet van nature hier voorkomende) sparrenbossen zorgen voor uitgestrekte boscomplexen. Ook andere landschapselementen zoals kalkgraslanden, hoogvenen, broekbossen, droge, hete rotswanden, vochtige weilanden en zinkgraslanden zijn er te vinden. De Eifel is rijk aan bossen, bronnen, beken en kloven. Ook zijn in de Eifel sporen van vroegere vulkanische activiteit te vinden. Dit zijn de zogenaamde Maare. In enkele hiervan heeft zich in de loop van de tijd een hoogveenvegetatie gevestigd. Een volgende bijzonderheid van de Eifel is het voorkomen van pingo's. Deze ontstonden uit ijslenzen in de bodem en het smelten hiervan na het einde van de Ijstijd.
De Eifel grenst aan de Ardennen en aan de Hoge Venen. De Hoge Venen vormden vroeger een uitgestrekt hoogveen. Tegenwoordig zijn hiervan nog slechts kleine delen intact, de rest is tegenwoordig een grote grasvlakte met Pijpestrootje (Molinia caerulescens).
Samen met de Hoge Venen en de Ardennen vormt de Eifel een uitgestrekt en fraai natuurgebied en een geliefd wandelgebied.
In de Eifel komen enkele bijzondere vegetaties en enkele bijzondere planten en dieren voor.
Hiertoe behoren de Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus), de vegetatiegemeenschap op de zinkgraslanden met onder meer het Zinkviooltje (Viola calaminaria), de Heidewikke (Vicia orobus), de Rivierparelmossel (Margerithifera margerithifera), de Wilde kat (Felis sylvestris) en de Veenbesparelmoervlinder (Boloria aquilonaris).