Tussen 1981 en 1989 werden in het stroomgebied van de Rote en de Weisse Wehebach en de Kall 12 Bevers uitgezet. De eerste 8 dieren waren afkomstig van een Beverfarm in Popielno in Noord- Oost- Polen. Het zijn nakomelingen van dieren uit het Voronezh-reservaat in Rusland (Castor fiber osteuropaeus) en het stroomgebied van de Nemunas-rivier in Wit-Rusland/Litouwen (Castor fiber belarusicus) (Zurowski, 1989). Het is een mengpopulatie van twee bevervormen. De populatie van de Elbe en die van Oost-Europa zijn lange tijd gescheiden geweest, maar blijken zich wel succesvol te kunnen kruisen. Dit gebeurt overigens ook langs de Oder aan de Oost-Duitse grens waar de in Duitsland en in Polen uitgezette populaties elkaar ontmoeten. De laatste vier uitgezette exemplaren waren in Polen in het wild gevangen. Vanuit het gebied van Kall en Wehebach zijn de Bevers in de loop der jaren uitgezwermd over de gehele Eifel. In het stroomgebied van de Duitse Rur werd de populatie in 1994 op 50-60 exemplaren geschat en werden 10 burchten gevonden.
Bever langs de Rur bij Küchelscheid.
Op 11 juli 1990 wordt voor het eerst melding gemaakt van een Bever (Castor fiber) langs de Rur bij Küchelscheid (Huijser & Nolet, 1991). Deze is waarschijnlijk afkomstig van de tussen 1981 en 1989 uitgezette populatie in de Weisse Wehebach. Hier werden dieren van de Oost-Europese vorm Castor fiber vistulanus uitgezet.
Literatuur.
Huijser, M.P. & B.A. Nolet, 1991. Eerste waarneming van een Bever Castor fiber in België na 1848. Lutra, vol. 34 (1991): 43-44.
Zurowski, W. 1989. Wiederaufbau des Biberbestandes in Polen-Vorteile und Gefahren der Zucht: 219-235. In: E. Schneider (ed). Die Illusion des Arche Noach: Gefahren für die Artenerhaltung durch Gefangenschaftszucht. ECHO Verlag, Göttingen.