Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Ahrhütte.

Ahrhütte, een klein dorpje met circa 220 inwoners, was in de Middeleeuwen een plek waar de Hertogen van Aremberg een hoogoven bezaten. Zij leverden hun producten aan de wapenfabrieken in Luik. De ertsen werden gewonnen bij Freilingen, Lommersdorf en Ripsdorf. Deze ertsen hadden een hoge kwaliteit en werden derhalve eeuwenlang gedolven. In Ahrhütte werden sinds 1475 ijzer voor de bouw, staven van ijzer en wapens gemaakt. De Graven van Aremberg hadden in Ahrhütte hun eigen wapensmederij.
Rond 1601 bestond Ahrhütte uit 20 huizen. De industrie aan de Ahr met zijn hoogoven (Eisenhütte) gaf het plaatsje zijn naam. Later kwam ook het deel aan de andere kant van de Ahr, waar reeds een molen stond, erbij. Deze straat heet ook nog steeds de "Mühlenberg". Vanaf de herfst van 1624 tot en met mei 1625 werden in Ahrhütte 260 wagens ijzererts uit Lommersdorf verwerkt. In de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) werden zelfs hier geproduceerde wapens ingezet. In het voormalige restaurant "Zur Linde" (met op de gevel het Arembergse wapenschild met de hertogskroon, een hermelijn en het Gulden vlies), was rond 1677 het hoofdkantoor (Reitmeisterhaus) van de hoogovens gevestigd. Ook de haardplaten die hier gemaakt werden zijn beroemd.
Boven de voormalige fabriek lag eertijds het ambtsgebouw uit 1549 van de Arembergse leenman. Ahrhütte werd vroeger door de Ahr in tweeën gedeeld, de noordelijke oever met de hoogoven hoorde bij Lommersdorf en dus tot het Hertogdom Aremberg, de zuidelijke oever hoorde bij de heerlijkheid Dollendorf. In het dorp staat ook nog de 16e eeuwse Stollenhof, genoemd naar de voormalige bezitter en leenheer Stoll.
Naast de hoogoven van Ahrhütte lagen er nog twee andere hoogovens, waaronder de Antweiler Hütte.In de late Middeleeuwen werd bij Dorsel nog een derde hoogoven, de Stahlhütte, gesticht. Ahrhütte werd toendertijd aangeduidt met "Forges d' Ahrhüth" of in de volksmond met "Op dr Hött" und Ahrhött".
De hoogovens werden gestookt met houtskool. Deze werd vanuit de omgeving aangevoerd met uit dunne staven gevlochten karren met twee wielen welke door ossen werden getrokken.
In 1855 werd in Ahrhütte nog gestart met de nieuwbouw van een hoogoven, maar door de achteruitgang van de staalindustrie in de Eifel, moest in 1870 de laatste hoogoven worden gesloten. Niet lang daarna werden er in Ahrhütte stenen gebakken, maar dit leverde lang niet zoveel op als de hoogoven.