Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Berghofweide.


Algemeen.

     


De Berghofweide is een klein, afgesloten natuurreservaat in de buurt van Wijlre. De eerste aankoop werd gedaan op 26 juni 1979. Toen kwam het gedeelte dat nu in beheer is bij Natuurmonumenten via Dr. Jo Willems uit Utrecht in handen van deze vereniging. De Berghofweide is in feite een grasland dat in het bezit is van drie eigenaren. Een deel van het gebied is eigendom van Natuurmonumenten, een ander deel is eigendom van Staatsbosbeheer en een derde deel is eigendom van Natuurwacht Zuid-Oost-Limburg.

Historie.

Op het deel van Natuurmonumenten groeit het restant van een hoogstamboomgaard. Deze bevat allerlei oude rassen, zoals het Sterappeltje, het Eijsdener Klumpke en de Franse bellefleur. In de bomen, die helaas een voor een afsterven, zijn ook veel Maretakken (Viscum album) te vinden. Op oude landkaarten is al te zien dat de Berghofweide vroeger de huisboomgaard van de Berghof was. Rond 1918 stonden de fruitbomen echter op het gedeelte dat nu in eigendom is van Staatsbosbeheer en de Natuurwacht. Het wachthuisje stond er toen ook als, maar diende in die tijd nog als overkapping van een waterput. In de jaren tussen 1950 en 1970 was het nog normaal dat er koeien en paarden in het terrein liepen. In 1984 werd de begrazing met paarden gestopt, en kwamen er schapen voor in de plaats.  Aan de bovenkant van het reservaat staat nog een walnotenboom. Behalve voor de noten werd deze soort in het verleden ook aangeplant voor het maken van geweerkolven.

Flora.

Het terrein kan worden verdeeld in drie vegetatietypen. Ten eerste het echte kalkgrasland, daarnaast het heischrale grasland en tenslotte een glanshavergrasland.
De Berghofweide heeft een unieke begroeiing, waarbij met name de orchideeen van groot belang zijn. In het gebied komen 21 kwetsbare en bedreigde plantensoorten van de Rode lijst voor. Een uitschieter vormen zeker de acht soorten orchideeen. In het gebied komen drie bijzondere soorten orchideeen voor, te weten de Groene nachtorchis (Coenoglossum viride), Harlekijn (Orchis morio) en Herfstschroeforchis (Spiranthes spirales). Daarnaast komen er ook nog meer gewone soorten orchideeen voor zoals Bruine orchis (Orchis purpurea), Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata) en Grote keverorchis (Neottia ovata).
Typische soorten van het kalkgrasland in het gebied zijn Bevertjes (Briza media), Geelhartje (Linum cartharticum), Kleine bevernel (Sanguisorba minor), Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus), Ruige weegbree (Plantago media), Knolboterbloem (Ranunculus bulbosus) en Voorjaarszegge (Carex careophyllea).
In het glanshavergrasland zijn onder meer Knoopkruid (Centaurea jacea), Gewone margriet (Leucanthemum vulgaris), Beemdkroon (Knautia arvensis), Glanshaver (Arhenaterum elatius) en Goudhaver (Trisetum flavescens) typerend. In de ruigere delen van het terrein groeit Wilde marjolein (Origanum vulgare), Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria) en Betonie (Stachys officinalis).
Aan de onderzijde van het terrein van Natuurmonumenten ligt een klein bosje met onder meer Zomereik (Quercus robur), Zoete kers (Prunus avium) en in de ondergroei veel Kleine maagdenpalm (Vinca minor), Boskortsteel (Brachypodium sylvaticum), Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) en Veelbloemige salomonszegel (Polygonatum multiflorum). In het vroege voorjaar bloeien in het gebied al enkele soorten planten, onder meer Voorjaarszegge (Carex careophyllea), Zeegroene zegge (Carex flacca), Gulden sleutelbloem (Primula veris) en Hondsviooltje (Viola canina).
Met name de Voorjaarszegge en Zeegroene staan massaal in het gehele reservaat. In de bloeitijd van Gulden sleutelbloem ziet de helling helemaal geel met ertussen blauwe plekken met Hondsviooltje.
In de zomer zijn er andere fraaie planten aanwezig zoals Duifkruid (Scabiosa columbaria), Vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris) en Betonie (Stachys officinalis).

Mycologie.

Ook de paddenstoelen zijn bijzonder. Op het grasland zijn maar liefst 20 soorten van de Rode lijst aangetroffen, waaronder een groot aantal wasplaatjes.

Fauna.


     

Op het gebied van de amfibieen is het gebied ook bijzonder. Er zijn in 2005 en 2006 enkele poelen aangelegd ten behoeve van de Geelbuikvuurpad (Bombina variegata), die ook af en toe in het gebied te zien is. Dit heeft de populatie waarschijnlijk op het laatste nippertje gered. Daarnaast leven er Alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris), Kleine watersalamander (Triturus vulgaris), Bruine kikker (Rana temporia), Middelste groene kikker (Rana klepton esculenta).
Op insectengebied is helaas weinig te beleven op de Berghofweide. Er wordt zo ´n intensief beheer gevoerd, dat de meeste eitjes, rupsen, larven en poppen met het maaisel worden afgevoerd. Door het beëindigen van de beweiding met paarden in 1984 nam het aantal mierensoorten van drie soorten in 1981 toe naar vier soorten in 1988 en zes soorten in 2006. (Mabelis, 2009). Een bijzondere soort die zich wel handhaaft in het gebied is de Knautiabij (Andrena hattorfiana). Aan dagvlinders worden alleen gewone soorten waargenomen zoals Icarusblauwtje (Polyommatus icarus), Bruin zandoogje (Maniola jurtina) en Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas). In 2006 en 2007 werden Bruine dikkopjes (Erynnes tages) waargenomen. Telkens helaas slechts 1 exemplaar. Ook de sprinkhanenfauna is zeer verarmd en toont slechts enkele gewone soorten.
In de omgeving leven allerlei andere bijzondere dieren zoals Das (Meles meles) en Wespendief (Pernis apivorus). Jaarlijks broedt in en rond het gebied de Bosuil (Strix aluco).Ook de Torenvalk (Falco tinunculus) is een regelmatige broedvogel. Onder de zangvogels zijn Geelgors (Emberiza citrinella), Grasmus (Sylvia communis), Boompieper (Anthus trivialis), Tuinfluiter (Sylvia borin) en Braamsluiper (Sylvia curruca) aanwezig.  In In het stenen gebouwtje aan de bovenzijde van het terrein van Natuurmonumenten, de Kluis genoemd, heeft in het verleden de Kerkuil (Tyo alba) gebroed. Ook de Steenmarter (Martes foina) wordt hier wel eens gezien.


Beheer.

Het gebied wordt jaarlijks rond half juli gemaaid om kans te geven aan de bijzondere Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis), die in Limburg alleen in dit reservaat nog voorkomt. Na de zaadzetting wordt het terrein in november- december gedurende korte tijd begraasd door een kudde van ongeveer 120 Mergellandschapen.


Niet toegankelijk.

Het gebied is vanwege zijn kwetsbaarheid niet toegankelijk en mensen die er toch illegaal in proberen te gaan worden eenvoudig betrapt omdat er bijna altijd iemand aanwezig is om het gebied te bewaken.

Literatuur:

Mabelis, A.A. & B. Verboom, 2009. Ongewervelde dieren van versnipperde schrale graslanden in Zuid-Limburg, Natuurhistorisch maandblad, 98(10):