Algemeen.
De Bisschopskamp is een bosgebied dat ligt ingeklemd tussen Swalmen in het noorden, Boukoul in het zuiden, Kasteel Hillenraedt in het westen en het dal van de Schwalm in het noordoosten. Het bos bestaat uit een afwisseling van loof- en naaldbossen. Het westelijke gedeelte wordt doorsneden door fraaie beukenlanen. Het geringe hoogteverschil van 25 meter in het zuidwesten naar ruim 28 meter in het noordoosten heeft een duidelijke invloed op de vegetatie. Naar het oosten toe wordt het bos steeds droger en de boomgroei armetieriger. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de ondergrond, die in het oosten uit zand bestaat.
Geologie.
Historie.
Dwars door het gebied liep vroeger de Romeinse weg tussen Aken en Xanten. In het noorden van het bos is deze weg weer zichtbaar gemaakt. De weg had oorspronkelijk een breedte van acht meter en had een bolvormig profiel om zo het water goed af te kunnen voeren. Greppels aan weerszijden, die zouden kunnen dienen om het water af te voeren, ontbraken. De verharding bestond uit een 45 centimeter dik grindpakket. De weg liep van Xanten () via Tegelen (Tegula), Melick (Mederiacum), Tuddern (
Tuedurum
) en Heerlen (
Coriovallum
) naar Aken (
).
Mycologie.
Op Ruwe berken (
Betula pendula
) groeit Berkenzwam (
Piptoporus betulinus
) en Echte tonderzwam (
Fomes fometarius
).
Op eiken groeit de fraai gekleurde Zwavelzwam (
Polyporus sulphureus
).
Flora.
Het westelijke deel van de Bisschopkamp bestaat uit een beukenbos, waarin jonge Beuken (Fagus sylvatica) de enige noemenswaardige ondergroei vormen. De kronendaken van de Beuken laten namelijk maar zeer weinig licht door en de meeste soorten planten en bomen kunnen daarom niet in een beukenbos groeien. Tijdens de stormen van juli 2010 legden veel Beuken het loodje, waardoor er licht op de bosbodem komt. De jonge Beuken zullen stuk voor stuk proberen de plek van de oude boom in te nemen. Enkele fraaie beukenlanen doorsnijden het gebied en vlakbij een woonhuis aan de Riet groeit een drietal impossante, knoestige Tamme kastanjes (Castanea sativa).In het vochtige westelijke deel groeit ook sporadisch Dubbelloof (Blechnum spicant).
Verder oostelijk liggen ook bossen met Zomereik (Quercus robur) en Ruwe berk (Betula pendula). Hierin bestaat de ondergroei uit Bochtige smele (Deschampsia flexuosa), Pijpenstrootje (Molinea caerulea) en Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus).
Op de walletjes die de bossen omringen groeien regelmatig populaties Gewone eikvarens (Polypodium vulgare).
De naaldbossen met Douglassparren (Pseudotsuga menziesii) hebben een ondergroei die met name uit varens bestaat, waarbij er vooral Smalle stekelvarens (Dryopteris carthusiana) groeien.
In de percelen met Grove dennen (Pinus sylvestris), die goed herkenbaar zijn aan hun in het bovenste gedeelte roodbruine stam, bestaat de ondergroei uit Bochtige smele (Deschampsia flexuosa), Pilzegge (Carex pilulifera), Smalle stekelvarens (Dryopteris carthusiana), Brede stekelvaren (Dryopteris dilatata) en Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus).
Langs de brede zandpaden door het bos groeit Borstelgras (Nardus stricta) en Tandjesgras (Dantonia decumbens). Ook bloeiende planten als Jakobskruiskruid (Senecio jacobea), Vijfvingerkruid (Potentilla reptans), Schapenzuring (Rumex acetosella), Sint-Janskruid (Hypericum perforatum), Muizenoortje (Hieracium pilosella) en Gewoon biggenkruid (Hyppochaeris radicata). Hier en daar ligggen ook stukjes met Struikheide (Calluna vulgaris).
Fauna.
Reeen (
Capreolus capreolus
) zijn in het gebied vrij algemeen aanwezig. Verder leven er Vossen (
Vulpes vulpes
). In de eikenbossen klinkt ´s zomers voortdurend het zachte tsjirpen van de Boskrekel (
Nemobius sylvestris
). De dieren leven verborgen tussen en onder de afgevallen bladeren op de bosbodem. Een wat minder welkome bewoner van het bos, zowel voor de bezoekers als voor de boom, is de Eikenprocessierups (). De brandharen van de rupsen zorgen voor ongemaak bij de wandelaar, hun vraatzucht doet hetzelfde bij de bomen.
Onderweg in het gebied.
Een wandeling kan starten bij Kasteel Hillenraedt en dan via een brede bosweg tot vlak bij het Swalmdal. Daarna langs weilanden en akkers in zuidlijke richting en via de Rieterweg weer terug richting het startpunt. Een 5 kilometer lange route is uitgezet in het gebied.
Tijd.
Trek voor een bezoek aan het gebied twee tot vier uur uit, al naar gelang je eigen interesse.