Ligging: Nederlands-Limburg, tussen Brunssum en Schinveld.
Hoogteligging: 65-70 meter boven N.A.P.
Oppervlakte: 5 hectare.
Eigenaar: Natuurmonumenten.
In beheer sinds:
Algemeen.
De Breukberg is een vochtig heidegebied in het dal van de Rode Beek. Aan de westkant wordt het gebied begrensd door een park en daarvan gescheiden door een klein elzenbroekbos. Aan de oostkant ligt een naaldbos met daarin verscholen bungalowpark de Brenkberg. Aan de noordkant grenst het gebied aan de bebouwde kom van Schinveld en aan de zuidkant aan de Kattekoelenvijver, een visvijver. Het gebied ligt dus nogal geisoleerd ten opzichte van andere natuurgebieden in de omgeving. Daardoor is het gebied ook vrij kwetsbaar.
Flora.
De vegetatie van de Breukberg lijkt sterk op een "blanket bog" ofwel sprei-hoogveen, een type hoogveen dat vooral in het westen van Ierland veel voorkomt. Spreihoogvenen komen voor in een oceanisch klimaat waarbij veel neerslag valt. Daarnaast treedt er oppervlakkig afstromend grondwater op. In Nederland is dit biotooptype zeer zeldzaam en komt slechts op drie plaatsen voor. Van de 28 kenmerkende planten en mossoorten van dit Atlantische vegetatie-type zijn op de Breukberg er 16 aanwezig. De natte heide in de Breukberg wordt gedomineerd door veenmossen (Sphagnum sp.). Er komen diverse soorten veenmossen voor zoals Sphagnum fimbriatum, Sphagnum papilosum, Sphagnum fallax en Sphagnum auriculatum. Daartussen staan allerlei planten van de vochtige heide. Op de veenmosbulten groeit onder meer Kleine veenbes (Oxycoccus palustris) en Lavendelheide (Andromeda polifolia). Bijzonder is onder meer het voorkomen van Beenbreek (Narthecium ossifragum), een typische soort van zure kwelplekken. De gele bloempluimen met hun prachtige wollige meeldraden openen zich rond eind juni tot half juli. Nadat ze zijn uitgebloeid, blijven de verdorde bloeistengels nog tot ruim na de winter, zelfs tot vlak voor de nieuwe bloeiperiode, staan. Dit worden winterstaanders genoemd. De zaden kunnen er dus nog in de winter uitvallen.
Hier en daar groeit op de kwelplekken ook Veenpluis (Eriophorum angustifolium).Door verdroging van het terrein lijkt deze soort echter achteruit te gaan. Op de echt natte stukken, die ´s winters onder water staan, groeit Kleine zonnedauw (Drosera intermedia), Knolrus (Juncus bulbosus) en Witte snavelbies (Rhynchosphora alba). Hier en daar groeien polletjes Veenbies (Scirpus cespitosus) tussen het veenmos. Ook Gewone dophei (Erica tetralix) en Struikhei (Calluna vulgaris) groeien tussen het veenmos. Leuke soorten zijn ook Liggende vleugeltjesbloem (Polygala serpylifolia) en Tormentil (Potentilla erecta). Heidekartelblad (Scrophularia sylvatica) is een halfparasiet die op grassen parasiteert.
Niet onvermeldt mag de aanwezigheid van tientallen exemplaren van de Veenorchis (Dactylorhiza sphagnicola), een zeldzame soort in Limburg, blijven.
Op verschillende plekken in het terrein groeit Sterzegge (Carex echinata). Hier en daar groeien veldjes Blauwe zegge (Carex paniculata) en zelfs Zwarte zegge (Carex nigra) is aanwezig. Een bijzondere soort in de natte heide is Heidekartelblad (Pedicularis sylvatica). Een andere bijzonderheid is Koningsvaren (Osmunda regalis).
Langs de wat drogere randen van het terrein groeit veel Tandjesgras (Dantonia decumens), Reukgras (Anthoxantum odoratum), Pilzegge (Carex pilulifera), Gewone witbol (Holcus lanatus) en Veelbloemige bies (Luzula multiflorum). In de aangrenzende bosstrook staat tussen de Bochtige smele (Deschampsia flexuosa) veel Hengel (Melampyrum pratense).
Fauna.
De Breukberg is een nat heidegebied waarin een aantal bijzondere sprinkhanen voorkomt. Kenmerkend voor dit natte terrein is de Zompsprinkhaan (Chortippus montanus), een zeldzame sprinkhaan die voorkomt in beekdalgraslanden en hoogvenen. De soort wordt bedreigd door verdroging van zijn leefgebied, iets wat op de Breukberg ook een serieuze bedreiging kan zijn.Kenmerkend is de achtervleugel die tot aan het stigma op de voorvleugel reikt.Een andere, weinig algemene soort van natte heidegebieden, is het Negertje (Omocestus rufipes). Deze soort is vrij donker gekleurd met een wit uiteinde van de tasters.
De grootste en fraaiste kenmerkende soort van de natte heide is de Moerassprinkhaan (Stethophyma grossum). Moerassprinkhanen zijn fraai greoen-geel met opvallend gekleurde achterpoten. De Heidesabelsprinkhaan (Metrioptera brachyptera) is goed herkenbaar aan de witte rand aan zijn halsschild. Het is een soort van vochtige heideterreinen. Ook het Zuidelijk spitskopje (Conocephalus discolor) is in het gebied veel aanwezig. Ook leeft er de algemene Krasser (Chortippus paralellus). De Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima) leeft verborgen en wordt daardoor maar zelden opgemerkt. De Sikkelsprinkhaan (Phanoptera falcata) is waar te nemen als hij opvliegt.
Naast sprinkhanen leven er natuurlijk ook andere insecten in het gebied. Een daarvan is het Oranje zandoogje ().
Onderweg in het gebied.
De Breukberg is een natuurreservaat en derhalve alleen in te zien vanaf het bospad langs de rand erlangs.
Tijd.
De beste tijd om het gebied te bezoeken is half juni tot half juli, dan bloeien veel soorten van de vochtige heide met als hoogtepunt de bloei van Beenbeek.