Tussen de Felbissbreuk en de Heerlerheidebreuk ligt de bruinkool relatief dicht aan de oppervlakte en deze delfstof werd daarom in het verleden ook op de Brunssummerheide afgegraven. Ten noordoosten van de Feldbiss ligt de 5 tot 25 meter dikke bruinkoollaag juist op een diepte van 300 meter onder de oppervlakte.
In 1908 werd door de Nederlands- Engelse firma Bergerrode een concessie aangevraagd om bruinkool te winnen in Brunssum. In 1917 werd gestart met het afgraven van de deklaag. In december 1918 begon de winning van bruinkool uit de groeve Brunahilde II, ter hoogte van het huidige Vijverpark in Brunssum. In een half jaar tijd haalden 400 arbeiders ruim 406.000 ton bruinkool uit de groeve, die daarna uitgeput was. In 1920 werd een waterader geraakt en de bruinkoolgroeve liep langzaam vol met water. In 1937 werd een park naar een ontwerp van stadsarchitect J.J. Drummen. rondom de plas aangelegd. Het park werd in 1951 aangepast door landschapsarchitect J. Bergmans.
Tussen 1917 en 1924 exploiteerde de bruinkoolmaatschappij Bergerode de 140 hectare grote groeve Energie op de Brunssummerheide waar op het hoogtepunt van de exploitatie 2000 arbeiders werkten. Na beeindiging van de bruinkoolwinning liep de groeve vol water. In 1925 lag de delta van de Rode Beek in dit gebied. Omdat tijdens de Tweede wereldoorlog ook brandstofschaarste heerste, werd de bruinkoolgroeve Energie opnieuw in gebruik genomen. Tussen 1942 en 1945 werkten 100 arbeiders voor de N.V. Energie die op de heide de bruinkool ontgon. De deklaag van deze groeve werd met behulp van een speciaal aangelegd spoorlijntje naar het moerasgebied langs de Rode Beek vervoerd dat zodoende voor een groot deel werd gedempt. De delta van de Rode beek die in het meer dat in de voormalige groeve lag verlande hierdoor en er vond veenvorming plaats. De bruinkool had een dikte van ongeveer vijf meter. Vanwege de bruinkoolwinning werd de Rode beek omgeleid. Bruinkoolgroeve Energie werd in 1949 definitief gesloten. Tijdens de ontginning werd naast de groeve een tien meter hoge berg dekzand op de heide gestort. Hierop werden in de jaren dertig naaldbomen aangeplant. Op 10 juni 1958 ‚s morgens om 8.30 uur, schoof na een langdurige regenval opeens 200.000 m3 zand uit het zuiden van deze zandberg in de vrij diepe vijver van de bruinkoolgroeve. Daardoor werd het water uit de groeve tot aan de Rimburgerweg gestuwd. Deze stond een meter onder water. Een deel van het zwembad, dat vlakbij de huidige manege lag, werd hierdoor meegesleurd. Alles bij elkaar opgeteld, duurde de aardverschuiving tien tot vijftien minuten. Het zand is waarschijnlijk gaan schuiven over de resten van de bruinkool die tussen het zand aanwezig waren. Door de verschuiving werden de bomen op het zandstort hellingafwaarts meegenomen en scheef gesteld.
Tijdens de aardbeving van 13 april 1992 was de grond weer erg met water verzadigd. Ook toen schoof weer een deel van de grond weg en werden bomen scheefgezet.