Kleinzadige huttentut is te vinden in ruigtes, in bouwland en in graanakkers op kalkrijke ondergrond. Deze plant komt voor in de gematigde gebieden van Europa, in West- en Midden-Azië en in Noord-Afrika.
De stengel heeft een bladrozet aan de voet van de stengel. De bladeren zijn gaafrandig of hebben verspreide tanden. De stengel zelf wordt 20 tot 60 centimeter hoog en soms bereikt ze zelfs een hoogte van 1 meter. De bloeitijd is tussen mei en juli.
Het peervormige hauwtje wordt 4 tot 7,5 millimeter lang en 2,5 tot 4,5 millimeter breed. De kleppen hebben onduidelijke nerven of de nerven ontbreken. De stijl heeft een lengte van 1/2 tot 1/3 van de lengte van het hauwtje. In rijpe toestand wordt het hauwtje houtachtig en is dan niet samendrukbaar. De zaden zijn 0,7 tot 1,6 millimeter lang.
De kroonbladen hebben een bleekgele kleur en zijn 2,5 tot 4 millimeter.
1%20150x.jpg)
