Kruipende steenkers is een kruisbloemige met witte bloemen. De plant heeft uitlopers en bereikt een hoogte van vijftien tot veertig centimeter. Ze groeit op hopen van metaalslakken, in zinkgraslanden, in ruderale bossen, op hellingen en in wegbermen. Deze soort ontbreeekt in het gebied rondom Aken en Luik, maar is wel te vinden op metaalbodems in Polen, Oostenrijke en Slovenië. De soort is zeer zeldzaam ingeburgerd in West-Brabant waar ze groeit op de mijnsteenbergen tussen Rijsel en Valenciennes, maar komt ook voor in het noordoostelijk Maasdistrict en in de noordoostelijke Ardennen. Deze soort is verder te vinden in de zinkgraslanden ten oosten van de Rijn, namelijk in het Bergische Land en het Sauer- en Siegerland, maar ook in de Harz en bij Blankenrode. Het is een soort die alleen kan groeien op bodems die niet te zwaar met metaal vervuild zijn. Ze is dus vooral te vinden op secundaire standplaatsen. Vandaaruit kan ze zich uitbreiden over de omgeving waar geen metalen in de bodem zitten. Ze komt ook voor op vochtige en natte voedselarme graslanden, oevers en rotsen in het Beierse Woud, in het Thüringer Woud en in de Taunus. Als er teveel metalen in de bladeren verzameld zijn, worden de bladeren tijdens de vegetatieperiode afgeworpen en vervangen door verse bladeren.