Düren is een grote stad (circa 90.000 inwoners) aan de noordoostelijke rand van Eifel. Het is een industriestad met weinig historische bouwwerken als gevolg van het bombardement op de stad op 16 november 1944. In tegenstelling tot in andere plaatsen bleek er in Düren na het bombardement 85% van de stad verwoest te zijn, waardoor er nog maar weinig te redden overbleef. Daarnaast lag Düren tussen 17 december 1944 en 22 februari in de frontlinie tussen de geallieerden en de Duitse troepen. Bezienswaardig is wel nog het Leopold Hoesch Museum met moderne kunst, het papiermuseum en de Annakirche, maar deze laatste dan vooral als getuige van het bombardement. Rondom de stad zijn nog resten van de voormalige stadsmuur te ontdekken, waaronder de 16e eeuwse Dicke Turm en nog vier andere torens.
Leopold Hoesch Museum werd in 1905 in neo-barokke stijl gebouwd in opdracht de erfgenamen van de fabrikant Hoesch. Het ontwerp kwam van architect G. Frentzen. In dit museum zijn 19e en 20e eeuwse schilderen uit Duitsland te zien. Vanwege het belang van de papierindustrie in en rondom Düren werd in 1990 vlakbij het Leopold Hoesch Museum een papiermuseum geopend. De papierindustrie is in Düren overigens nog steeds een belangrijke werkgever. Vroeger was Düren ook een suikerproducent. De suikerfabricage startte in het najaar van 1870.
Nabij het Leopold Hoesch Museum staat de voormalige Franciscaanse kerk uit 1470. Sinds 1832 is het een parochiekerk die aan Sint-Maarten is gewijd. De kerk werd in 1944-1945 grotendeels verwoest. Het moderne Rathaus is een typisch voorbeeld van de na-oorlogse architectuur en stamt uit 1959.
Geschiedenis.
In het begin van de geschiedenis van Düren was er sprake van de Villa Duria, een Merovingisch koningsgoed. Düren werd al in het jaar 749 genoemd in de Annalen van Metz. In die tijd lag aan het begin van de Bannwald langs de Rur een Frankische koningshof die later tot een Karolingische Koningspalts werd omgebouwd. Deze Koningspalts werd bewoond door Pepijn de Goede, de vader van Karel de Grote. In 769 vierde Karel de Grote kerst in de Dürense Pfalz, waarbij ook een kapel behoorde. De keizer verbleef vaker in de stad en vertrok in 775 vanuit Düren ook op veldtocht naar Sachsen. Uit de Pfalzkapel ontstond waarschijnlijk de latere parochiekerk die eerst aan Sint-Martinus, later aan Sint-Anna werd gewijd. In 1369 kreeg Düren van de Hertogen van Jülich stadsrechten. Düren werd een Reichsstad en vanaf 1242 maakte de stad deel uit van het Hertogdom Jülich. De stadsmuren werden vanaf de 13e eeuw gebouwd. Op 25 september 1511 kreeg Düren het recht om het hout over de Rur vanaf de bron tot aan Düren door middel van vlotten te transporteren. In 1543 werd de stad tijdens een oorlog onder Karel V tegen de Hertog van Jülich door brand verwoest. De neergang van Düren kwam met het uitbreken van de 30-jarige oorlog. Ook in de 17e eeuw werd ze herhaaldelijk door belegeringen beschadigd.
St. Annakirche.
In 1501 werd een relikwie, een deel van de schedel van Sint-Anna, de moeder van Maria, heimelijk uit de St. Stephanskirche in Mainz meegenomen door de beeldhouwer Leonhard uit Kornelimünster. Na een proces over wie nu de eigenaar van het kostbare relikwie was, viel het pauselijk besluit op 18 maart 1506 positief uit ten opzichte van Düren. Dit leidde in de periode daarop tot de komst van duizenden pelgrims naar Düren, hetgeen de stad grote voorspoed bracht. De St. Annakirche was voorheen een gotische basilika, maar werd tussen 1954 en 1959 naar ontwerp van Rudolf Schwarz tot een moderne kerk uit breuksteen herbouwd. Opvallend is het ruime en lichte interieur.Gelukkig bleef de houten schrijn in laat-gotische stijl, waarin de relieken van Sint-Anna bewaard worden, bij het bombardement behouden. In de kerk is ook een borstbeeld van Sint-Anna aanwezig. Ieder jaar wordt het relikwie op 26 juli aan de pelgrims getoond.
Industriele ontwikkeling van Düren.
Met de industriele ontwikkeling in de 18e eeuw startte de economische bloei van Düren die met name in de 19e eeuw goed merkbaar was. Na de 30-jarige oorlog bloeide de lakenindustrie weer op. In 1713 begon de industriële productie van stoffen.
In 1710 opende de eerste papiermolen, die de start van de fabrieksmatige papierfabricage. In eerste instantie was dit nog geschept papier. Vanaf 1840 werd papier met papiermachines geproduceerd. Hierbij werd het papier op een schijnbaar eindeloze baan gemaakt en opgerold.
In 1812 waren er in Düren al 7 papierfabrieken, elf laken- en doekfabrieken, een ijzerpletterij, twee walserijen en twee ijzergieterijen.
Door de industrie kwam er ook welstand en aanzien voor de bewoners. De opening van de spoorlijn tussen Keulen, Düren en Aken in 1841 werd de industrie nog verder bevorderd. Düren heeft zich ontwikkeld tot een echte industriestad.
De belangrijke functie als verkeersknooppunt en industriestad leidde op16 november 1944 ook tot de bijna totale verwoesting van de stad. De heropbouw duurde tot in de jaren 1960.
De Rur was zeer belangrijk voor de ontwikkeling van Düren. Het water werd met name gebruikt als aandrijfmiddel, maar ook als productiefactor in de industrie. De eerste stenen brug, op de plek van de Johannesbrücke, werd in 1747-1748 gebouwd. Deze brug werd in 1944 verwoest en in zijn huidige vorm, met beeld van Johannes Nepomuk, in 1951 herbouwd. Een Romeinse weg kruistte de Rur bij Mariaweiler-Birkesdorf.
Papierindustrie in Düren.
De belangrijkste industrietak in Düren is de papierindustrie. Ooit waren er wel 50 papierfabrieken actief. Daarvan is nog maar een handjevol over. De overgebleven fabrieken zijn echter wel enorm groot. De meeste grote papierfabrieken liggen in het noorden van de stad. De papierfabricage zorgde voor de vestiging van allerlei toeleveringsbedrijven, zoals machinefabrieken en fabrieken waar vilt- en zeefdoek gemaakt werd.
Nabij het Leopold Hoeschmuseum is een verbouwde graanmolen met een waterrad te zien. Deze bevindt zich aan de Weiherstraße.
De Hauptmannsmühle werd in 1742 door Heinrich Johann Hauptmann als papierfabriek gesticht. In 1774 werd het gebouw bij opbod verkocht en omgevormd tot looimolen. De Hauptmannsmühle ligt an de Veldenerstraße, langs de Dürener Mühlenteich.
In 1857 stichtte Felix Heinrich Schoeller in 1857 een fabriek voor fijn papier. Deze werd gevestigd in een walsmolen langs de Dürener Mühlenteich. Het papier uit deze papierfabriek was zeer goed en kreeg op de wereldtentoonstelling van 1862 in Londen een zilveren medaille. Vijf jaar later werd er een fabriek voor celstof uit stro bijgebouwd. In 1867 werd er schrijf-, boek-, post- en teken- en vloeipapier gemaakt. Daarnaast maakte men er ook karton. In 1965 nam de firma van Zanders Feinpapiere uit Bergisch-Gladbach de febriek over. De hele Zanders Feinpapiere AG werd in 1989 overgenomen door International Paper. Tegenwoordig wordt er fijn papier, speciaal papier en papier voor printers gemaakt.
Ten westen van Düren is de fabriek Machery-Nagel ontstaan uit de graanmolen van Peter Kayser uit 1693. In 1777 bouwden de gebroeders Schoeller haar om tot een papiermolen. In 1795 werden de drie fabrieken onder de drie broers verdeeld en kreeg Johann Paul Schoeller de Kaysersmühle. In 1843 verkocht hij de papiermolen aan de lakenfabrikant Leopold Schoeller die haar tot een lakenfabriek ombouwde. Machery-Nagel produceert nu technisch filterpapier.
In het zuiden van Düren ligt langs de weg naar Nideggen de Neumühle. In 1710 kreeg Rütger von Scheven de vergunning om aan zijn molen een papiermolen toe te voegen. Hij noemde deze Schevenmühle. In 1773 ging de onderneming over in het bezit van de gebroeders Schoeller. In 1795 werden de drie fabrieken onder de drie broers verdeeld en kreeg Philipp Rütger de Schevenmühle die ook Alte Mühle werd genoemd. In 1843 kwam de Schevenmühle over in het bezit van de lakenfabriek Friedrich Schoeller & Prym. Er werd papier voor etiketten gemaakt. In 1866 werd de Alte Mühle afgebroken en werd de Neumühle gebouwd. De Neumühle was uitgerust met een stoomketel, een turbine en een papiermachine. In 1966 werd de Neumühle overgenomen door Felix Schoeller jr. die er fotopapier en ander speciaal papier maakte. In 1982 werd ze een tak van Zanders Feinpapiere uit Bergisch-Gladbach. In 1990 vormen Zanders Feinpapier AG samen met de Japanse firma Kanzaki een eigen GmbH. De oudere gebouwen uit de 19e eeuw langs de oever van de Rur zijn nog behouden gebleven.
In Krauthausen, behorend tot Düren, staat de Schoellershammer, een enorme fabriek waarin karton wordt gemaakt. Deze fabriek werd in 1784 gesticht door twee gebroeders Schoeller. De fabriek telt anno 2007 250 medewerkers. Voor de productie van golfkarton wordt oud papier gebruikt, maar daarnaast wordt er ook tekenpapier, papier voor drukwerk en papier voor enveloppen gemaakt.
Een van de toeleveringsbedrijven is de firma Heimbach GmbH & Co, deze maken producten voor papiermachines, waardoor het transport van het papier in de machine wordt verbeterd en waardoor het persgedeelte ontwaterd wordt.
Natuur in de stad.
Langs de Rur liggen binnen de stad ook enkele natuurreservaten. Hierin worden de oorspronkelijke ooibossen met hun typerende flora en fauna beschermd. Onder meer tussen Lendersdorf en Krauthausen aan beide zijden van de Rur, de oostzijde van de Rur bij de Boisdorfer Siedlung en de westelijke zijde vanaf de spoorbrug Dreigurtbrücke tot de voormalige brug van de Dürener Kreisbahn bij Wiesenau.