Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Steppes in het Ebro-dal tussen Zaragoza en Lleida (Estepas del Valle del Ebro).

Ligging: Spanje, ten zuidoosten van Zaragoza.
Hoogteligging:

Algemeen.

Het steppegebied aan de rand van het dal van de Ebro ten oosten van Zaragoza wordt gekenmerkt door tafelbergen. De rivierdalen ertussen liggen als smalle groene linten temidden van een kurkdroog landschap dat tot de allerdroogste in heel Spanje behoort. De gemiddelde neerslag ligt onder de 400 millimeter per jaar, waarbij deze neerslag ook nog eens in een keer binnen enkele weken in voor- en najaar valt. Dit komt door de ligging in de regenschaduw van de omliggende gebergtes. Met name tussen Pina d´Ebro en Belchite is het gebied heel interessant. Het gebied is vrijwel boomloos, hoogstens groeit hier en daar een Spaanse jeneverbes (Juniperus thurifera). Door de droogte is het gebied ook zeer dunbevolkt en wonen de mensen in enkele verspreide dorpen. Hier en daar liggen zoutmeren die ontstaan zijn doordat zich in bekkens na regenbuien vaak veel water verzamelt maar dit geen afvoer heeft. Hierbij verdampt het water en blijft het zout achter.
Toch worden delen van het landschap voor akkerbouw gebruikt. De akkers liggen in brede terrassen die van elkaar gescheiden worden door 50-80 cm hoge graften die met gras begroeid zijn. Hierop groeit meestal graan. Ook liggen er veel grote varkensstallen waarnaast grote graansilos staan.
In het gebied kan het flink waaien door het aanvullen van het tekort aan lucht die bij de meseta door de hitte opstijgt.

Geologie.

De Ebro ontspringt in het Cantabrische kustgebergte en stroomt tussen de Pyreneeën en de Iberische cordilierre naar de Middellandse zee. De afzettingen in het gebied stammen uit het Tertiair toen het gehele gebied door een zee bedekt werd. Door sedimentatie in de zee en afzettingen uit de omliggende gebieden verlandde deze zee. In de daarop volgende periode, toen er meer neerslag was dan tegenwoordig, sleten rivieren brede beekdalen uit. Hierdoor ontstonden de tafelbergen (‘Lomazas’). Het gebied loopt van 900 meter boven zeeniveau tot 250 meter bij Zaragoza. De Ebro transporteert nog steeds grote hoeveelheden sediment en zet deze in haar delta af die hierdoor nog steeds verder in zee groeit.

Flora.

Langs de Ebro, onder meer bij Pina d’Ebro, liggen nog resten van ooibossen met populieren (Populus spec.) en wilgen (Salix spec.). De bodems van de steppe bestaan vaak grotendeels uit gips.
De steppe wordt gedomineerd door twee grassoorten, te weten Vedergras (Stipa tenacissima) en Ligeum spartium.
Ertussen groeit in het voorjaar Asphodelus fistulosus, Matthiola fruticulosa, Linum suffruticosum ssp. salsaloides, Sideritis hirsuta, Ephedra sp. en Dipcadi serotinum. Een mooie vlinderbloemige is Hedysarum coronarium met opvallend roze bloemen. Verder groeit er Thymus vulgaris, Gypsophila hispanica, Ononis tridentata en Helianthemum squamatum.
Lithodora fruticosa is een blauw bloeiende ruwbladige, verder staat er Teucrium polium ssp. capitatum, met dichtbloemige hoofdjes. Een geel bloeiende ruwbladige is Neatostema apulum. Er groeit ook Ophrys speculum. Een fraaie opvallende soort is Affodil (Asphodelus aestivus). Een sterk geurende struik is Rozemarijn (Rosmarinus officinalis). Er groeit Gypsophyla hispanica.
De rivierdalen zijn vaak in gebruik voor geirrigeerde akkerbouw. Langs de irrigatiekanaaltjes groeit vaak Spaans suikerriet (Arundo donax). In de akkers groeien diverse soorten akkeronkruiden zoals Roemeria hybrida, een soort klaproos met paarse bloemen, Adonis annua, zowel rood- als geelbloeiend, Hypecoum pendulum, Hypecoum procumbens, Hypecoum imberbe, met asymetrische gele bloemen en Glaucium corniculatum met grijsgroene bladeren.
Hier en daar liggen kleine bosjes, met name met Aleppoden (Pinus halepensis) en Steeneik (Quercus ilex). De meeste bossen zijn echter door ontbossing verdwenen. Op de hoogste delen groeien met name Steeneiken (Quercus ilex). De lagere, drogere delen zijn begroeid met Aleppodennen (Pinus halepensis) met ertussen Napjeseik (Quercus coccifera). Een bijzondere soort is de Spaanse jeneverbes (Juniperus thurifera). Deze groeit op de dalbodems en is vrijwel ongevoelig voor lage temperaturen. Door de temperatuurinversie daalt de koude lucht in de dalen en blijft hier vaak lang hangen.

Fauna.

In de ooibossen langs de Ebro leven allerlei bijzondere vogels. Regelmatig roept de Wielewaal (Oriolus oriolus). Ook Purperreiger (Ardea purpurea) leeft hier. Zwarte wouwen (Milvus migrans) speuren de rivieroever af op zoek naar aas.
In het dorre landschap lopen hier en daar schaapskuddes rond. Regelmatig blijven er ook dode schapen achter. Dit lokt Vale gieren (Gyps fulvus) aan. Slangenarenden (Circaetus gallicus) zoeken naar zonnende slangen. Ze zijn goed herkenbaar aan de gevlekte borst en de witte keel.
In het El Planerón- reservaat bij Belchite worden diverse steppevogels beschermd, waaronder de zeer zeldzame Dupont leeuwerik (Chersophilus duponti), het Witbuikzandhoen (Pterocles alchata), het Zwartbuikzandhoen (Pterocles orientalis) en de Griel (Burhinus oedicnemus). Dit reservaat wordt beheerd door SEO-Birdlife. Door het geringe voedselaanbod is de dichtheid aan broedvogels vrij laag. Er broeden allerlei soorten leeuweriken waaronder Theklaleeuwerik (Galerida thecklae) en Kortteenleeuwerik (Calandrella brachydactyla). Deze broeden op de droogste plekken. Kleine kortteenleeuwerik (Calandrella rufescens) broedt op de zoutvlaktes. Ook de Griel (Burhinus oedicnemus) leeft op deze plekken. Kalanderleeuwerik (Melanocorypha calandra), Grauwe gors (Miliaria calandra) en Kuifleeuwerik (Galerida cristata) broeden op de akkers. Steppes zijn ook goede gebieden voor tapuiten. Naast de Tapuit (Oenanthe oenanthe) leeft er ook de Westelijke blonde tapuit (Oenanthe hispanica). Witbuikzandhoenders (Pterocles alchata) en Zwartbuikzandhoenders (Pterocles orientalis) zijn steppevogels die zich echter weinig laten zien. Soms vliegen ze bij zonsopgang of zonsondergang over terwijl ze op weg zijn van en naar hun drinkplaatsen. De Kleine trap (Tetrax tetrax) heeft de wereldwijd grootste populatie op de Spaanse steppes.
Mannetjes van de Rode patrijs (Alectoris rufa) staan vaak op een verhoging en roepen dan om hun territorium af te bakenen.
Westelijke blonde tapuiten (Oenanthe hispanica) zitten vaak op grote stenen. Rode rotslijsters (Monticola saxatilis) leven op de rotsen van de tafelbergen.
In de buurt van bosjes en struikgewas leven Roodkopklauwieren (Lanius senator), (Sylvia conspiccilata), (Sylvia undata). In de graslanden leven Roodborsttapuiten (Saxicola rubicola).
In de dorpjes leven vaak Alpenkraaien (Pyrrhocorax pyrrhocorax), Zwarte spreeuwen (Sturnus unicolor) en Rotszwaluwen (Ptyonoprogne rupestris). Ook Alpengierzwaluwen (Apus melba) zitten in de dorpen. Op kerktorens of andere hoge plekken broeden Ooievaars (Ciconia ciconia).

Reptielen.

Er leven Parelhagedissen (Lacerta lepida), grote groene hagedissen met blauwe rond vlekken op de flanken. Ook leeft er de Algerijnse zandloper (Psammodromus algirus), een grote hagedis met gele strepen op de flanken. Ook de vriendelijk kijkende Hagedisslang (Malpolon monspessulanus) bewoont de steppes. Ook de Trapslang (Elaphe scalaris) is hier te vinden. Ook de Spaanse zandloper (Psammodromus hispanicus)

Zoogdieren.

Konijnen (Oryctolagus cuninculus) zijn de eenvoudigst waar te nemen zoogdieren.

Belchite.

Belchite werd tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) grotendeels verwoest. Dit gebeurde tijdens hevige bombardementen in de Slag om Belchite van 24 augustus tot 7 september 1937. Het stadje was afwisselend in handen van de republikeinen en van de nationalisten onder Generaal Franco. Belchite was toen van relatief groot belang in de regio. De ruïnes van de oude stad zijn als een soort monument blijven staan. Ertussen groeit veel Bilzenkruid (Hyoscamus albus). Generaal Franco besloot om het dorp naast de resten van de oude stad te herbouwen, dit gebeurde voornamelijk door Republikeinse gevangenen tussen 1940 en 1945. Om de circa 1000 gevangen te huisvesten werden kampen in de omgeving opgetrokken. Pas in 1964 verlieten de laatste bewoners het oude dorp en vestigden zich in het nieuwe dorp. Midden in het dorp staat nog de ruïne van de kerk Mudejar vol met kogelgaten.

Onderweg in het gebied.

Vanwege de tafelbergen is met name het gebied tussen Belchite en Mediana, langs de C222 zeer interessant. Hier ligt ook het Refugio de Fauna Sylvestre de La Lomaza. In deze omgeving ligt ook het SEO-reservaat ‘El Planerón’. Dit ligt langs de weg tussen Quinto in het noorden en Codo (nabij Belchite) in het zuiden.
Een andere mooie route is door het dal van de Rio Ginel, tussen Rodén en Mediana de Aragon. Hier liggen akkers en fruitboomgaarden maar langs het dal ook tafelbergen.