De vruchtlichamen van de Gewimperde aardster worden twee tot vijf centimeter breed. Ze zijn witachtig tot lichtbeige van kleur. De buitenwand van de vruchtlichamen springt met vijf tot tien slippen uiteen, welke vaak sterk omkrullen. De stuifbal zelf is ongesteeld. De stuifopening is franjeachtig gewimperd.
De Gewimperde aardster is van augustus tot oktober vaak in groepen te vinden in loof- en naaldbossen, waarbij ze bij voorkeur groeit in de strooisellaag van Fijnsparren (Picea abies). De onrijpe zwam valt vaak niet op omdat hij als een soort kleine ui half in de grond zit. Hij wordt pas goed zichtbaar als hij begint open te gaan. De rijpe vruchtlichamen zijn bijna het hele jaar door te vinden.
Het is een vrij algemene, wijd verspreide soort.