Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Hammer.

     

Het kleine dorpje Hammer maakt deel uit van de gemeente Simmerath. Het is een langgerekt dorp dat zich uitstrekt langs de oever van de Rur. In het dorp zijn nog enkele fraaie vakwerkboerderijen en keuterboerderijtjes te vinden. Ook liggen er enkele campings.
De kerk is gewijd aan Sint- Barthelomeus. Barthelomeus is een van de minder bekende apostelen. Hij preekte in India en Armenië. In Albanopolis werd hij in opdracht van koning Astyages op gruwelijke wijze vermoord. Eerst werd hij levend gevild en daarna onthoofd. Zijn attributen zijn een boek of een boekrol, een mes en zijn afgestroopte huid. Hij is de patroon van de leerlooiers, hetgeen natuurlijk niet geheel toevallig is. Zijn feestdag is op 24 augustus. De eerste kapel in Hammer werd rond 1650 langs de Rur gebouwd, het huidige perceel is Am Hammerwerk 9. De bouw van een kapel in die periode wijst op de aanwezigheid van meerdere huizen in het dorp. De kerk is gebouwd uit breuksteen en heeft een vrij modern interieur met moderne glas-in-lood-ramen. Het dorp Hammer is al zeer oud, zoals ook uit de naam is af te leiden.

Hermeshammer.

Vroeger lag in Hammer een "Hammerwerk". De straatnaam "Am Hammerwerk" herinnert nog hieraan. Het Hammerwerk is het gebouw op huisnummer 23. Deze zogenaamde Hermes- of Bernardshammer, reeds vermeld in 1463, was een ijzersmederij en -pletterij. In de begintijd heette ze "Hermeshammer". Waarschijnlijk is het dorpje Hammer rondom de Hermeshammer ontstaan.
Een molenrad dreef een enorme hamer aan, die met monotone, oorverdovende slagen het ruwe ijzer tot platen plette. Ten behoeve van het molenrad was er ook een molentak van de Rur afgetakt. De geschiedenis ervan is slecht gekend.
Rond 1400-1450 begon de bloei van de ijzerindustrie in de omgeving van Schleiden. Vanaf de Langenschneiderhöhe, tussen de Riffels- en de Püngelbach, leide een steile weg naar Hammer. Mogelijk werden ook uit de omgeving van Huppenbroich ertsen naar Hammer gebracht. Ook in Hammer zelf werd ijzer gewonnen, kleine stortbergen getuigen hier nog van. Deze ijzermijn was vermoedelijk in handen van de familie Kaulen.
Rond 1463 wordt er een ijzersmederij in de buurt van Eicherscheidt vermeld. In een oorkonde uit 1463 beleende Heinrich von der Baillen, houtvester van het ambt
Monschau, in opdracht van jonkheer Thonis von Pallandt aan Meister Hermann Hammerschmidt het recht om "im Waldgeleide beneeden Montjoie uff der Rhore (de huidige Rur) entgegen Eicherscheidt das Wasser dasheselbst zu ihrem Hammer und Handwerksluiden durch ein Wehr absperren zu dürfen". Deze dam diende natuurlijk om het water van de Rur dusdanig op te stuwen, dat het mogelijk was om een watermolen aan te drijven. Aan deze eerste leenman dankt de hoogoven haar naam "Hermannshütte".
Rond 1580 staat in een rekening van de houtvester te Monschau: "Entfanck an Hammer Geldte. Item Es licht ein Hammer auff die Ein Rauren (= Einruhr) genant Hermans Hamer, wilcher Anton von Palant, Herr zu Rulandt, Pfandther zu Montjoie, und Henrich von der Bar vorstmeister zu Montjoie, und Henrich von der Bar vorstmeister zu Montjoie in dem Jair 1463 erblich verlaissen, davon haben die Inwoner einen Brieff, meldende das sie alle Jars M.Gn. Fürsten und Herrn gebedn 3 Goldgulden = 7 Gulden 12 Albus."
Ook in latere periodes komt de naam Hermeshammer vaak voor. Vanaf 1600 stoppen de vermeldingen, tot ongeveer in 1650 bij Eicherscheid een nieuwe ijzerpletterij gebouwd werd.
In 1701 werd ze omgebouwd tot een graanmolen en bleef tot 1950 in gebruik. Toen stond het gebouw bekend onder de naam Hammermühle of als "Et Mühlche". Rond 1729 was de Hammermühle eigendom van de Pfalzgraf Karl Wilhelm zu Jülich und Berge. Na de onteigening van de molen in de Franse tijd, om precies te zijn in 1803, kochten Quirin Breuer en zijn zoon Gerard Breur de Hammermühle samen met de ietwat stroomopwaarts aan een zijbeek gelegen Belgenbacher Mühle op een veiling. Anton Fink was in 1945 de laatste molenaar van de Hammermühle. In 1952 werd de molen ontmanteld en werd het ijzeren waterrad naar de schroothoop gebracht.
In 1954 werd de molen omgebouwd tot vakantiehuisje en in 1956 werd de molentak gedempt. Hierdoor is het moeilijk voor te stellen dat dit gebouwtje, dat vrij ver van de Rur ligt, ooit een molen is geweest. In 2004 werd het omgebouwd tot woonhuis.