Ligging: Nederlands-Limburg, tussen Herkenbosch en Melick.
Hoogteligging: .
Oppervlakte:
Onder bescherming sinds: .
Algemeen.
Het gebied van de Herkenboscher Ohé en de omgeving van de Hammerhof vormen een pareltje in het Roerdal. De meanderende rivier heeft steile afkalfoevers en glooiende zandstrandjes gevormd. Het gebied bestaat uit een afwisseling van hooilanden en weilanden die deels in handen zijn van Staatsbosbeheer. Op de hogere delen liggen ook akkers, tuinbouwgebiedjes en boomgaarden. Rondom de Hammerhof en achter hoeve Moorsel liggen enkele oude Roermeanders. Ook staan er veel populieren in het gebied, waardoor het gebied hier en daar toch een beetje gesloten karakter draagt.
Hammerhof.
De Hammerhof, gelegen aan de rand van het Roerdal tussen Melick en Herkenbosch, stamt uit de 14e eeuw. Rond 1350 duikt de hoeve voor het eerst in archieven op. Op 10 januari 1521 werd Johan van Baexen door de stadhouder van de Wassenbergse leengoederen met de hoeve werd beleend. In 1550 was Dirk van Cruchten eigenaar. Bij de hoeve hoorden in 1560 vijftig morgens beemden en bouwland. Het huidige gebouw stamt, volgens de muurankers, uit 1743. De hoeve heeft een rechthoekige plattegrond en is geheel uit baksteen gebouwd. In de kopgevel is een inrijpoort aangebracht. Boven de paardenstal lag de voormalige knechtenkamer. Het woongedeelte bestaat uit twee woonhuizen onder een doorlopend schilddak. Ook de grote stal draagt een schilddak. Een open wagenberging tegen een muur sluit de binnenplaats af. De natuurstenen omlijsting van de poort is van recente datum en doet een rijkere hoeve voorkomen, dan de Hammerhof eigenlijk was.
Flora.
Rondom de afgesneden meanders bij de Hammerhof groeien veel Geoorde wilgen (Salix auriculata). Daaronder bloeit in het voorjaar de Dotterbloem (Caltha palustris). De verlande delen van de oude meanders zijn begroeid met Riet (Phragmites austrialis) waartussen ook Waterzuring (Rumex hydrolapatum) en Bitterzoet (Solanum dulcamara) groeien. De graslanden dragen nog een rijke vegetatie met Pinksterbloem (Cardamine pratensis), Scherpe boterbloem (Ranunculus acris) en Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi).
Langs de grote meander bij de hoeve Moorsel bestaat de vegetatie op de sliboevers uit Moerasmuur (Gallium palustris), Moeras-vergeet-me-nietje (Myosotis palustris), Watermuur (Mentha aquatica), Schildereprijs (Veronica scutellata), Hoge cyperzegge (Carex pseudocyparus), Geknikte vossenstaart (Alopecurus geniculatus), Kattenstaart (Lythrum salicaria), Blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sclerathus), Getande weegbree (Plantago intermedia) en Wolfspoot (Lycopus europaeus). De delen met een hogere vegetatie zijn begroeid met Kalmoes (Agrocorus calamus), Pitrus (Juncus efussus), Gele lis (Iris pseudacoris), Bosbies (Scirpus sylvaticus) en Gewone wederik (Lysimachia vulgaris).
Fauna.
Het gebied rond de Hammerhof met zijn vele meanders trekt met zijn waterpartijen en betrekkelijke rust veel eenden aan. In het voorjaar zijn hier onder meer Wintertaling (Anas crecca), Wilde eend (Anas platyrhynchos), Slobeend (Anas clypeata) en Krakeend (Mareca strepera) aanwezig. Op een grotere plas broeden Knobbelzwanen (Cygnus olor), Waterhoentjes (Gallinula chloropus) en Meerkoeten (Fulica atra). De IJsvogel (Alcedo atthis) jaagt op de Roer en in de plassen erlangs. De hooilanden met hun vele Pinksterbloemen (Cardamine pratensis) lokken in het vroege voorjaar allerlei soorten vlinders, waaronder het Oranjetipje (Anthocharis cardamines) dat haar eitjes op de hauwtjes van deze plant afzet. In de populierenplantages weerklinkt ´s zomers regelmatig de dudeljoo-roep van de Wielewaal (Oriolus oriolus).
Het agrarische gebied tussen de hoeve Moorsel en de Roer met zijn akkers en weilanden is het leefgebied van de Roodborsttapuit (Saxicola rubicola).
Op het water van de meander bij hoeve Moorsel drijven de bladeren van Gele plomp (Nuphar lutea). Hierop zitten vaak roodoogjuffers (Erythromma spec.). De Platbuik (Libellula depressa), de Smaragdlibel (Cordulia aenea) en de Grote keizerslibel (Anax imperator) vliegen boven het wateroppervlak.
Boven de Roer vliegen Weidebeekjuffers (Caleopterix splendens) die met hun prachtige halfblauwe vleugels tot de fraaiste kleine libellen van ons land behoren. In het voorjaar, in het begin van de meimaand, sluipen de volwassen larven van de Beekrombout (Gomphus vulgatissimus) de oever op en sluipen uit. In de vegetatie langs de oever zijn kort daarop de nog jonge libellen te zien. Deze zijn goed herkenbaar aan hun glanzende vleugels. Hun lijf draagt geel-zwarte kleuren.
In de steile afkalfoevers bouwen Oeverzwaluwen (Riparia riparia) hun holen. De bruine dieren met hun witte kelen jagen in de buurt van de kolonies boven het water.
Onderweg in het gebied.
Het gebied is toegankelijk via enkele stegels die vanaf de doorgaande wegen door het gebied naar de weilanden in lopen. De wandelaar kiest waarschijnlijk liever voor de wat grotere paden van het Roer- en Kerkepad tussen Vlodrop, Herkenbosch en Melick.
Tijd.
De lente en de zomer zijn de mooiste maanden om het gebied te bezoeken. In april bloeien de Dotter- en Pinksterbloemen. In mei en juni klinkt uit de boomkruinen de roep van de Wielewaal. De meeste libellen vliegen in juni en juli.