Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Hoesch-fabrieken in het dal van de Rur.

In het dal van de Rur tussen Kreuzau en Düren bevinden zich allerlei verschillende bedrijven met de naam Hoesch. Deze oude familienaam duikt voor het eerst in de 14e eeuw op in de omgeving van Eupen. Nadat de familie Hoesch het protestantse geloof had aangenomen, moesten ze vanwege geloofsgeschillen hun oorspronkelijke woonplaats verlaten om vervolgingen te voorkomen. In 1611 vestigde Jeremias Hoesch zich in Stolberg om daar als bronsgieter (Kupfermeister) te gaan werken. Hiermee begon de tak van de familie Hoesch die zich bezig ging houden met het verwerken van metalen, met name van ijzer. Dit deden ze eerst in het dal van de Vicht, maar ook in het dal van de Kall.


Hoesch-fabriek in Schneidhausen.

In Schneidhausen, op de westelijke oever van de Rur nabij Kreuzau gelegen, ligt een 18e eeuws metaalverwerkingsbedrijf. Dit werd in 1743 gesticht door Leonard Hoesch, de eigenaar van de Plattenhammer, een ijzersmelterij in het dal van de Vicht. Leonard Hoesch stichtte er een ijzersnijmolen. In 1744 liet hij ook een vingerhoedenfabriek erbij bouwen. Het ruwe ijzer dat in dit bedrijf werd verwerkt was grotendeels afkomstig uit de omgeving van Schleiden. Een klein deel kwam uit eigen ijzermijnen in het dal van de Vicht. Het gesneden ijzer werd met name verkocht aan spijkersmeden, slotenmakers en draadmakers. In het begin van de 19e eeuw werd jaarlijks circa 36.000 Zentner gesneden ijzer geproduceerd. De helft hiervan was bestemd voor de lokale markt, de andere helft werd verkocht naar Nederland, Frankrijk en Portugal. In 1770 kreeg Hoesch ook een vergunning om een olie- en een papiermolen op deze plaats te bouwen. Door problemen met de afzet van het gesneden ijzer werd de ijzersnijderij in 1847 omgevormd in een walserij voor koper. De oude gebouwen zijn ten dele nog behouden en dienen als woonhuis en kantoor. Tegenwoordig wordt in Schneidhausen zowel metaal als kunststof verwerkt.
Zowel stroomop- als stroomafwaarts bevinden zich nog oude stuwen. Hier takt onder meer een Mühlengraben af die het water naar de Lendersdorfer Hütte enkele kilometers stroomafwaarts transporteert.