Palsen.
In de Hoge Venen, en met name in het Brackvenn en Nahtsief, maar ook nabij Baraque Michel en nabij Mont Rigi en in het Wallonische Veen, bevinden zich opvallende, ronde venige stukken. Deze cirkels worden Palsen genoemd. Het zijn wallen uit leem met daar binnenin een hoogveenachtige vegetatie, een laagveenvegetatie of een waterplas. De omwallingen hebben een doorsnede van 15 tot 150 meter. De hoogte van de lemen wal is doorgaans twee tot vijf meter. Binnen de wal bevindt zich vaak een even dikke veenlaag.
De palsen zijn ontstaan in de Ijstijd. Tijdens deze periode, die duurde tot maximaal 10.000 jaar geleden, was de ondergrond in onze omgeving gedurende het hele jaar keihard bevroren. Dit noemen we permafrost. Er was destijds een soort toendraklimaat in onze streken. De palsen zijn ontstaan uit een soort pingo ‘s, dit zijn ijsheuvels die ontstaan bovenop de permafrost. Vanuit een bron in de bodem komt steeds meer water naar boven in de bovenste laag van de bodem die ieder jaar ontdooit. Tijdens de winterperiode bevriest dit water weer en begint zich uit te zetten. Doordat dit steeds weer opnieuw gebeurt, wordt het ijs steeds meer omhoog geduwd en komt er een steeds hogere heuvel op het aardoppervlak te liggen. Deze wordt bedekt door een laag aarde. Deze heuvels kunnen zich vaak enkele meters boven het omliggende gebied omhoog duwen. Na de IJstijd ontdooide de bodem en begon ook het ijs van de pingo ’s te smelten. Daardoor gleed de grond die er bovenop lag ook langzaam naar beneden en kwam aan de voet van de ijsheuvel te liggen. Hierdoor vormde zich een ringvormige omwalling. Toen de ijsklomp tenslotte helemaal weggesmolten was, bleef binnen de aarden wal een klein meertje over. Dit begon in de loop der tijd weer vol te groeien met vegetatie waardoor er zich eerst een laagveen en erna zelfs een hoogveen vormde.