Hoge Venen delfstofwinning.
In de Hoge Venen werd vroeger op allerlei plekken leem gewonnen om het vakwerk op te vullen. Een vracht leem, dat wil zeggen een ossenkar, kostte in 1851 3,5 Silbergrosschen. Enkele toponiemen, zoals Lehmkuhle bij Konzen-Entenpfuhl wijzen hier nog op.
Nabij de Stehling liggen Sandkuhlen. Dit waren zandgroeves waar de inwoners van Konzen en Imgenbroich zand voor het metselen van de muren haalden. Dit werd in grote zakken geladen en op ossenkarren vervoert. Ook bij het Reinartzpfad lagen zandgroeves. Hier werd fijn wit zand gedolven dat gebruikt werd in de keuken om te schuren. In 1932 werden de Sandkuhlen in het Mützenicher Venn gesloten.