Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













IJzeren Rijn

De IJzeren Rijn is een spooorlijn die de haven van Antwerpen met het Ruhrgebied verbindt. Deze werd aangelegd in 1878. Omdat deze verbinding een alternatief was voor het vervoer over de Rijn werd de lijn de IJzeren Rijn gedoopt. De IJzeren Rijn doorsnijdt de Meinweg van west naar oost. De spoorlijn is ten dele op een hoge spoordijk gelegd. In de Tweede Wereldoorlog werd de lijn door zowel de Duitsers als de geallieerden gebruikt voor de aanvoer van materieel. In 1991 stopte het gebruik van de spoorlijn en veroverde de natuur haar langzaam.
Tegenwoordig rijden er geen treinen meer over dit traject en is het gedeelte dat door Nationaal Park de Meinweg loopt een refugium voor planten en dieren.


Sprinkhanen.

De sprinkhanen zijn goed vertegenwoordigd. Drie soorten komen vrij massaal voor, hiertoe behoren Krasser (Chortippus parallelus), Ratelaar (Chortippus bigitullus) en Bruine sprinkhaan (Chortippus brunneus). Ook de verborgen levende Boskrekel (Nemobius sylvestris) is in de open eikenbossen langs het spoor een algemene verspreiding. De warmteminnende Sikkelsprinkhaan (Phaneroptera falcata) is ook op vele plekken langs het spoor te vinden. Deze prefereert een ietwat ruigere vegetatie. In de struwelen leeft de Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima). Hoger in de bomen en in hogere struiken leven de Boomsprinkhaan (Meconema thallassinum) en de Grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima). In de drogere stukken leeft de Snortikker (Chortippus mollis). In droge stukken met Struikheide (Calluna vulgaris) is het Knopsprietje (Myrmeleotettix maculatus) te vinden. Bij Vlodrop Station, waar het terrein opener en droger is, komen enkele anders oorten voor waaronder Gewoon doorntje (Tetrix undulata), Blauwvleugelsprinkhaan (Oedipoda caerulescens) en Heidesabelsprinkhaan (Metrioptera brachyptera).


Reptielen.

Ook leven er diverse soorten reptielen. Deze hebben wel te leiden van het nalaten van beheer langs de spoorlijn, waardoor het aantal open en zonnige plekjes afneemt. De Hazelworm (Anguis fragilis) heeft hiervan nog het minst te leiden. Hij leeft meestal in een open bosachtige vegetatie. Datzelfde geldt voor de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara). De Zandhagedis (Lacerta agilis) is echter sterk aangewezen op open zonnige plekjes met los zand om zijn eieren af te zetten en om te zonnen. Op één plekje langs het spoor komt een populatie Adders (Vipera berus) voor. De Gladde slang (Coronella austriaca) is een sterk warmteminnende soort, die ook langs het spoor te vinden is.


Flora.

De vegetatie langs het spoor wordt beschaduwd door Zomereiken (Quercus robur), Vuilboom (Frangula alnus), Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) en Gewone brem (Cytisus scoparius). Iets verderop liggen ook uitgebreide naaldboscomplexen met Grove den (Pinus sylvestris). Langs het spoor groeien ook kleine grasachtigen als Zilverhaver (Aira caryophyllea), Paashaver (Aira praecox) en Langbaardgras (Vulpia myuros). Daartussen staan kleine bloemen die typisch zijn voor open zandgebieden zoals Vogelpootje (Ornithopus perpusillus), Klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis), Dwergviltkruid (Filago minima), Zandblauwtje (Jassione montana) en Muurpeper (Sedum acre).
In het vroege voorjaar bloeit hier ook Vroegeling (Erophila verna). Ook het Grasklokje (Campanula rotundifolia) is hier te vinden.
Waar de bodem minder open is, groeien dwergstruiken als Kruipbrem (Genista pilosa) en Stekelbrem (Genista anglica) en ook de Pilzegge (Carex pilulifera). Tussen de mossen en korstmossen groeit Buntgras (Corynephorus canescens), Heidespurrie (Spergula morisonii), Viltganzerik (Potentilla argentea), Zandstruisgras (Agrostis vinealis) en Rood zwenkgras (Festuca rubra). Ook Slangenkruid (Echium vulgare), Stalkaars (Verbascum densiflorum) en Middelste theunisbloem (Oenothera biennis) zijn langs het spoor te vinden.