Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













NSG Rurauenwald/ Indemündung.

Oppervlakte:
93,5 hectare.
Ligging: 
Kreis Düren, tussen Jülich, Altenburg en Kirchberg.
Onder bescherming sinds: 1984.
Hoogteligging: 82-88 meter boven N.N.

Algemeen.


Het natuurreservaat NSG Rurauenwald/ Indemündung ligt tussen Altenburg, Jülich en Kirchberg aan weerszijden van de Rur. De Rur zelf heeft hier nog een vrij natuurlijke loop waar nog ruimte is voor dode meanders, grindbanken en oevers die bij hoog water overstromen. Op de oevers groeien uitgestrekte zachthoutooibossen met veel oude en dode bomen. Daarnaast liggen er droge graslanden op zand, bremstruwelen en braakliggende terreinen. Ook ligt er een voormalig grindgat.

Geologie.

In het natuurreservaat is nog fraai de natuurlijk meanderende Rur aanwezig met grindbanken, eilanden, steile afkalfoevers en glooiende aanspoeloevers. De Inde is helaas grotendeels rechtgetrokken en mag enkel in de echte benedenloop uit haar smalle keurslijf.

Flora.

De vegetatie bestaat uit uitgestrekte zachthoutooibossen, waarin de Schietwilg (Salix alba) en Kraakwilg (Salix fragilis) de belangrijkste boomsoorten zijn. In de ondergroei staan veel bramen (Rubus sp.) en Grote brandnetels (Urtica dioica) zodat het gebied moeilijk toegankelijk is. Andere soorten die een voedselrijke bodem preferen zijn Kleefkruid (Galium aparine) en Zevenblad (Aegopodium podagraria). Ook staat er veel Gewone vlier (Sambuccus nigra) die deels overwoekerd wordt door Hop (Humulus lupulus).
Om het gebied heen liggen graslanden die bij hoogwater overstromen en die dienen als wei/ en graslanden. Deze vochtige graslanden aan de rand van het gebied zijn deels begroeid met Pinksterbloemen (Cardamine pratensis).
Langs oude meanders groeien ook Grote lisdoddes (Typha latifolia), Gele lis (Iris pseudacorus) en Riet (Phragmites austrialis). Op de grindbanken groeit Geoord helmkruid (Scrophularia auriculata) en Gevleugeld helmkruid (Scrophularia umbrosa ssp. neesii). 
Op lemige ruderale plekken groeit Kruldistel (Carduus crispus ssp. multiflorus)
Langs de Inde liggen kleine stukken grasland met Zinkviooltjes (Viola lutea ssp. calaminaria). In het voorjaar bloeien op de hogere delen zeer sporadisch Bosanemoon (Anemone nemorosa) en Muskuskruid (Adoxa moschatellina). Een andere mooie soort is Gevlekte aronskelk (Arum maculatum). Ook staat daar Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis).
Helaas staan er ook enkele neofieten als Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) en Gele maskerbloem (Mimulus guttatus).
De droge graslanden zijn grotendeels verdwenen en zijn alleen nog aanwezig op de voormalige spoordijk (1910-1965 in gebruik) langs de rand van de polders, de bezinkbekkens van de suikerfabriek van Jülich. Deze zijn dicht begroeid met struiken.
Op het schiereiland tussen Rur en Inde liggen droge graslanden op zandbodems. Hier groeien soorten als Cypreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias), Zilverhaver (Aira caryophyllea) en Gewoon struisgras (Festuca capillaris). Deze bijzondere plantengemeenschap wordt helaas verdrongen door struwelen met Brem (Cytisus scoparius). Op de Tranchotkaart (1803-1820) staan deze gebieden ingetekend als heides, dat wil zeggen als gebieden waar de schaapskuddes uit het dorp geweid werden.
Het populierenbos ten westen van de Rur werd vroeger als Drieschland gebruikt, dat betekent dat de dorpen hier gemeenschappelijke graslanden bezaten die met populieren beplant werden.

Fauna.

In de poelen in het gebied leven gewone pad (Bufo bufo), Bruine kikker (Rana temporaria) en het Groene kikker-complex (Rana sp.). De Bever ( Castor fiber) verraadt zijn aanwezigheid door de grote aantallen omgeknaagde bomen, doorgaans populieren en wilgen. Ook leven er Beverratten (Myocaster coypus), die gemakkelijk voor een Bever worden aangezien.
In en langs het water vissen Blauwe reigers ( Ardea cinerea ). Langs de Rur, de Inde en in de stilstaande meanders leven Wilde eenden ( Anas platyrhynchos). Op de grindbanken leven Oeverlopers (Actitis hypoleucos) en Kleine plevier (). De steile leemoevers worden door de IJsvogel (Alcedo atthis) gebruikt als broedplaats. Buizerden (Buteo buteo ) broeden in oude bomen.

Onderweg in het gebied.


Het gebied is slecht toegankelijk, wandelwegen lopen er niet doorheen en als er al wegen tot bij de rivier lopen, lopen ze daar vaak dood. Daardoor komen er weinig mensen en hebben de dieren die hier leven alle rust.