Het Kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceae) werd in het voorjaar van 2009 herontdekt in Nederland. De eerste vondsten stammen van de Pietersberg bij Maastricht, later werd hij ook gevonden in de omgeving van Eijsden. Het Kaasjeskruiddikkopje was al enkele jaren daarvoor bezig met een opmars en zat al ten noorden van Luik, in 2009 stak hij dus de grens over en werd daarmee een nieuwe Nederlandse soort. Tot 1953 wird het Kaasjeskruiddikkopje wel regelmatig gedurende warme periodes gevonden op droge, bloemrijke, schaars begroeide plekjes, maar vormde nooit een stabiele populatie. Hij zat in die tijd langs spoorlijnen en op ruderale terreinen waar hij zich soms in Zuid-Limburg enkele jaren achter elkaar voortplantte. Sinds 1953 was het Kaasjeskruiddikkopje uit ons land verdwenen, maar dit hangt mede samen met het feit dat de soort ook in het aangrenzende buitenland achteruitgegaan was. Er volgde daardoor geen nieuwe aanvoer meer als een lokale populatie weer eens verdwenen was. Zoals veel dikkopjes heeft het Kaasjeskruiddikkopje een patroon van lichtere en donkerdere vlekken op de vleugels. Opvallender is de sterk geblokte franje. De enigszins groene weerschijn op de onderkant van de achtervleugels is eveneens een goed kenmerk. Daartussen staan witte vlekken.