Leenderkapel.
In Schaesberg staat verscholen in het Kapellerbos de Leenderkapel. Deze kapel werd tussen 1637 en 1647 gebouwd door Baron Johan Frederik van Schaesberg, heerser over de Heerlijkheid Schaesberg Waarschijnlijk liet hij de kapel bouwen na het overlijden van zijn eerste echtgenote, Fernanda Wachtendonck. Een legende vertelt het anders. Johan Frederik zou zich in een veldslag tot Maria hebben gewend die zijn smeekbede om verlossing uit een hachelijke situatie verhoorde. De graaf wilde haar later bedanken, maar wist niet hoe. Tijdens een lange en strenge winteravond droomde de graaf van een hevige sneeuwval waarbij één plek op een heuvel opvallend droog bleef. De volgende ochtend ontwaakte hij en zag dat het gesneeuwd had. Nieuwsgierig liep hij de heuvel uit zijn droom omhoog en ontdekte een sneeuwvrije plek die precies de vorm van de huidige kapel had.
Op 22 mei 1938 werd de kapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Berg Carmen. Dit staat ook op de gevelsteen te lezen: „Flos Carmeli, Virgo Puerperra, Ora pro Nobis“ (Bloem van de Carmel, Onbevlekte Maagd en Moeder, Bid voor ons). Met name in de maand mei wordt er veel gebeden. Dan verzamelen er zich ´s ochtends tussen de 50 en 70 gelovigen en ´s avonds zelfs meer dan 100.
Kasteelruïne Schaesberg.
In de buurt van de Leenderkapel staat de ruïne van Kasteel Schaesberg. De eerste fundamenten van dit kasteel stammen uit 1411. Willem van Retersbeek-Schaesberg, zoon van Willem II van Retersbeek en Ida van Schaesberg, liet het eerste kasteel bouwen. In 1571 liet Johan Van Schaesberg een omgracht renaissance-kasteel bouwen op de fundamenten van het eerste kasteel. Johan Frederik van Schaesberg breidde dit kasteel in 1650 behoorlijk uit. Met de dood van Friederich Sigmund Theodoor van Schaesberg in 1733 stierf de adelijke familie Schaesberg uit. Vanaf toen kwam ook het kasteel leeg te staan. De hoeve bij het kasteel is wel tot in de jaren 60 van de vorige eeuw bewoond geweest en gebruikt als boerderij. In 1944 werd het kasteel door de Nederlandse Staat onteigend en in in 1949 doorverkocht aan de toenmalige gemeente Schaesberg. In 1965 brandden de voorburcht, de hoektorens en het poortgebouw af. De resten werden vanaf 1975 geconsolideerd. Het kasteel is gebouwd uit veldbrandstenen met op de hoeken Kunradersteen.
Er bestaan plannen om het kasteel te herbouwen en het kasteel met de bijbehorende hoeve en landerijen terug te brengen in de toestand van rond 1900.