Kohlscheid.
Kohlscheid ligt aan de bovenrand van het Wormdal, tussen Herzogenrath en Aken in.
Kohlscheid werd vroeger "Scheit" genoemd hetgeen grens betekent. De eerste vermelding van deze naam is in een oorkonde uit 1524. Pas in de 18e eeuw wordt het dorp, vanwege de opkomende steenkolenmijnbouw, Kohlscheid genoemd.
Vroeger lag Kohlscheid aan de oostgrens van een uitgestrekt heidegebied dat aan de Pfalz van Aken toebehoorde. In de 14e eeuw ging Kohlscheid deel uitmaken van de Jülische Unterherrschaft Heyden. Na de Franse inval werd het gehele noordelijke Rheinland ondergebracht in het Departement Roer. Dit werd weer onderverdeeld in vier delen, welke ieder voor zich ook weer in vier Mairien werden onderverdeeld. Aan het hoofd van een Mairie stond een burgemeester. De Mairie kon weer worden opgedeeld in gemeentes. De Herrschaft zu Heyden werd nu opgedeeld in de Mairie Pannesheide en de Mairie Richterich. Door het Congres van Wenen ging het Rheinland over in het bezit van de Pruisische Koning. Toch bleef de indeling van de gemeentes uit de Franse tijd nog tot 1823 in stand.Op 1 januari 1824 werden de gemeentes die vroeger tot de Heerlijkheid Heyden hoorden,samengevoegd. In 1849 werd de volledige zelfstandigheid van de gemeentes Pannesheide en Richterich weer hersteld, welke overigens nog steeds door dezelfde burgemeester werden bestuurd.Op 29 september 1908 werd de gemeente Pannesheide in gemeente Kohlscheid omgedoopt.
Het voormalige raadhuis aan de Kaiserstraße werd in 1908 voltooid en tot 1972 gebruikt. Op de Markt stond al in 1875 een bron, deze werd vernieuwd in 1908, toen de gehele markt vernieuwd werd, en nogmaals in in 1934. Deze moest in de jaren 1930 wijken voor nationaalsocialistische marsen en redes en werd afgebroken. Pas in 1950 werd de markt opnieuw ingericht. In 1993 werd de markt wederom vernieuwd en werd een fraaie fontein die een mijnschacht laat zien gebouwd. Eromheen zijn allerlei andere zaken met betrekking tot de steenkolenmijnbouw aangebracht.
Een oude gietpan op de Kämpchenplatz herinnert aan de 300 jaar durende metaalgieterij in Kohlscheid. Ze werd in 2000 aan de stad geschonken door de gieterij Kohlscheid GmbH. Vanaf 1710 waren er kleinere gieterijen in Kohlscheid aanwezig. Dit was mogelijk door de aanwezigheid van gietzand, bijvoorbeeld bij Bank, en afnemers in de vorm van de steenkolenmijnen. Tussen 1858 en 1886 vestigden zich de firma ´s Gebrüder Wilhelm und Peter Körfer, de Firma Gebrüder Leonhard und Adam Schroiff en de Firma Peter Hoenen. Ook bij steenkolenmijn Kämpchen had de Eschweiler Bergwerks Verein in 1873 een gieterij aangelegd.
Pfarrkirche St. Katharina.
De eerste kapel in Kohlscheid werd tussen 1779 en 1785 gebouwd. Daarvoor moesten de gelovigen uit Kohlscheid in Richterich naar de kerk gaan. De bisschop van Luik liet pas in 1785 toe om een mis te vieren in de kapel. De parochie bestaat pas sinds 1804, tevoren moest men naar Richterich. De oude kapel moest vanwege bouwvalligheid in 1845 worden afgebroken. Vanwege het toenemde aantal gelovigen was men tussen 1831 en 1836 al gestart met het bouwen van een nieuwe kerk op de plek van het voormalige kerkhof. Deze werd meebetaald door de mijnen. In 1838 werd de eerste mis in de nieuwe kerk gevierd. Vanwege mijnbouwschade werd ze echter in1840 voorlopig gesloten. Pas op 25 juni 1868 werd ze ingewijd. De nieuwe drieschepige kerk werd in classisistiche stijl gebouwd. De facade is gebouwd in 1903 en versierd met drie bogen waarbij boven de middelste boog een timpaan is aangebracht. In de middelste boog bevindt zich de ingang en onder de buitenste twee staan twee standbeelden van St. Petrus en St. Paulus. Binnenin overheersen dorische zuilen. Het hoofdaltaar is toegewijd aan de Heilige Drie Eenheid en stamt uit 1856. De kerkpatrones is St. Catharina van Alexandrie. In oktober 1944 leed het gebouw zware schade door beschietingen. Sinds 1985 is de kerk een monument.
Steenkolenmijn Laurweg.
Grube Laurweg werd voor de eerste keer in 1612 genoemd, maar is waarschijnlijk enkele deccenia ouder. In 1875 werd bij de mijn de eerste briketfabriek in het steenkolenbekken van Aken gebouwd. Nadat de Eschweiler Bergwerks Verein (EBV) eigenaar was geworden, werd in 1908 gestart met het graven van de nieuwe Franz-schacht. Daardoor werd het eenmoderne mijn. In 1952 werden de mijn Laurweg en de mijn Gouley uit Würselen ondergronds met elkaar verbonden. In 1966 werden de schachten in Laurweg dichtgemaakt. Die van de Gouley in 1969. De briketfabriek werkte nog tot 1976 door. Op de plek van de mijn Laurweg kwam het Technologiepark Herzogenrath te liggen, waar startende firma ´s een eerste bureauruimte kunnen huren. De steenberg bij Wilsberg is het enige dat nog herinnert aan Grube Laurweg.
Vlakbij het technologiepark ligt ook nog het voormalige Casino van de EBV. Dit was oorpsronkelijk het schachtgebouw van de mijn Neulaurweg, maar reeds in 1859 stopte de winning. In 1900 was er een eetzaal voor de mijnwerkers. Na een verbouwing in 1954 werd het gebouw het gastenverblijf van de EBV.
Grube Kämpchen.
Grube Kämpchen was een steenkolenmijn in Kohlscheid. Ze lag nabij de Klosterstraße en de Kämpchenstraße. Het was een van de oudste steenkolenmijnen in het Heydener Ländchen. De eerste vermelding was in 1580. Na meerdere keren van eigenaar te zijn gewisseld, kwam ze in 1836 in handen van de Vereinigungsgesellschaft für Steinkohlengruben im Wurmtal. In 1872 werd ze samengevoegd met de mijnen Langenberg en Laurweg. De winning van kolen stopte in 1914. De Rheinische Maschinenfabrik uit Aken vestigde zich daarop in de leegstaande gebouwen. In de Eerste Wereldoorlog werden er granaten gemaakt. In de jaren 1920 werden er woningen gebouwd in de voormalige mijngebouwen. Deze werden in de jaren 1970 afgebroken.