Komericher Mühle In het dal van de Inde tussen Kornelimünster en Stolberg ligt een oud fabriekscomplex, de Komericher Mühle. De Komericher Mühle ofwel de Streichgarenspinnerei Kubach werd in de 16e-17e eeuw gebruikt als “Kupfermühle“, een maalmolen waar messing werd geproduceerd. In 1769 was er een volmolen gevestigd waar wollen stoffen werden gevold. Dit hield in dat de geweven wollen stof werd nabewerkt waardoor de kwaliteit sterk verbeterde. Deze wollen stof was een tussenproduct van de lakenindustrie. De bedoeling van het vollen was om de weefselstructuur dichter en vaster te maken. Om dit te bereiken werd de stof urenlang -en voor bepaalde kwaliteitsnormen zelfs dagenlang- gekneed. Dit gebeurde met houten stampers. Men voegde ook aarde, urine en zeep aan de stof toe om het vervilten te bevorderen. Het inrichten van een volmolen was het begin van de textielindustrie in dit gebouw. In de volgende jaren wisselde de molen regelmatig van eigenaar. De Akense lakenmaker Deden en later Dechamps en Drouven zijn twee bekende bezitters. De Firma Deden richtte hier rond 1800 een kaardgarenspinnerij in. Hier werd garen gemaakt uit wol met korte vezels. Door het kammen van de ruwe wol werden de te korte stukken uit het oorspronkelijke materiaal verwerkt en vervolgens weer op speciale spinmachines verder verwerkt. In 1865 kwam ze in bezit van de firma Dechamps & Drouven die haar later weer verkochten aan hun spinmeester Peter Jakob Kutsch uit Raeren. Deze stichtte hier in 1893 de firma „P.J. Kutsch Streichgarn-Spinnerei“. In 1901 was er een grote brand, maar het geheel werd snel weer herbouwd. Tot aan haar sluiting in 1960 bleef de spinnerij in bezit van de familie Kutsch. Na de Tweede Wereldoorlog werkten hier nog 60, grotendeels vrouwelijke, arbeiders. Deze waren meestal afkomstig uit de omliggende dorpen. De loden stof die hier gemaakt werd was vooral geschikt voor mantels en jassen. Met ingang van 30 november 2006 is in het gebouw een textielmuseum gevestigd.