Mühlenteiche langs de Rur.
Om de waterkracht van de Rur zo goed mogelijk te benutten, werden in het verleden in het gebied rond Düren en Jülich diverse gegraven beken, de zogenaamde Mühlenteiche, aangelegd. Enerzijds diende het water hierin als energiebron voor de watermolens en anderzijds als water voor de industrie en landbouw. De papierfabricage, die in de 18e en 19e eeuw in het gebied rond Düren en Jülich tot volle bloei kwam, dankte deze voorspoed aan het schone en zachte water van de Roer.
De aanleg van Mühlenteiche startte in de 14e eeuw. Voor de aanleg van Mühlenteiche werd vaak gebruik gemaakt van nevenarmen, hetgeen ook verklaart waarom enkele Mühlenteiche een kronkelige loop hebben. De oevers werden verstevigd met eiken palen waartussen wilgentenen gevlochten waren. Het onderhoud aan de Mühlenteiche werd door de Teichgenossenschaft gedaan. Dit was een soort waterschap dat bestond uit vertegenwoordigers van de industriële bedrijven langs de Mühlenteich. Hun belangrijkste taken waren het onderhoud van de (oevers van de) Mühlenteich, van de stuwen en van de sluizen. In de week na Petrus en Paulus (eind juni), de zogenaamde Teichwoche, werd ieder jaar de Mühlenteich drooggelegd, zodat slib en vuil eruit verwijdert konden worden. Ook kon dan onderhoud aan de oevers gepleegd worden. Deze traditie bleef tot in de jaren ´90 van de vorige eeuw bestaan. De waterkwaliteit van de Mühlenteiche is na het verdwijnen van de meeste lozingen door de industrie dusdanig verbeterd, dat ze weer een ecologische functie vervullen. Een week lang geheel leeglaten ervan past hier niet bij.
Langs de Rur liggen nog zes Mühlenteiche. In het verleden lagen er nog veel meer, maar deze zijn ofwel geheel verdwenen, ofwel opgegaan in andere Mühlenteiche.
In de omgeving van Drove lag in het verleden de Oberschneidhausener Teich. Deze Mühlenteich werd rond 1768 aangelegd om een ijzersnijderij aan te drijven. Deze lag op de oostelijke oever van de Rur.
De Lendersdorfer Mühlenteich takt stroomopwaarts van Schneidhausen, tegenover Kreuzau, van de Rur af. Er stroomt 2 m3 water per seconde in. Dit water wordt gebruikt voor stroomopwekking, maar ook het water zelf wordt gebruikt in de industrie en landbouw. Met 15,3 km is dit de langste Mühlenteich langs de Rur. Ze stroomt door Lendersdorf, Rölsdorf, Düren, Mariaweiler, Hoven en Merken. De eerste vermelding van de Lendersdorfer Mühlenteich was in 1342. In 1830 lagen er 21 molens langs. De benedenloop van de Lendersdorfer Mühlenteich werd met de bovenloop van de Gürzenicher Mühlenteich verbonden, waardoor de hoge kosten voor het onderhoud van de stuw van laatstgenoemde Mühlenteich wegvielen. Langs het nieuwe deeltraject werd, vermoedelijk al in de tweede helft van de 15e eeuw, de Kaysersmühle gebouwd. In de 18e eeuw voorzag de Lendersdorfer Mühlenteich de Hammermühle, hierin werd ijzer verwerkt, van water.
De Niederauer Mühlenteich werd vanwege de hoge kosten van het onderhoud van de stuw in het begin van de 19e eeuw verbonden met de Kreuzauer Mühlenteich. Hierbij werd ook de papierfabriek Friedenau gebouwd. De Niederauer Mühlenteich lag op de oostelijke oever van de Rur.
Stroomopwaarts van Kreuzau takt de Kreuzauer Mühlenteich van de Rur af, er stroomt 1,5 m3 water per seconde in. Deze ligt op de oostelijke oever van de Rur. Deze Mühlenteich heeft een lengte van 6 kilometer. De Kreuzauer Mühlenteich stamt uit 1303. Het water wordt gebruikt voor de landbouw en industrie. Aan de benedenloop ervan lag een papiermolen, die echter gesloten werd omdat de Mühlenteich steeds weer in de parallel eraan stromende Rur doorbrak. De kosten voor het voortdurende herstel waren niet meer op te brengen en dus werd de papiermolen gesloten.
De Dürener Mühlenteich takte oorspronkelijk ietwat stroomafwaarts van de monding van de Niederauer Mühlenteich, nabij Schoellershammer, van de Rur af. De Dürener Mühlenteich stroomt van Düren via Birkesdorf en Köttenich naar Krauthausen waar ze in de Rur uitmondt. Aan het eind van de 18e eeuw werd de stuw aan het begin van de Dürener Mühlenteich enkele honderden meters stroomopwaarts verplaatst, tot nabij het huidige ziekenhuis van Lendersdorf, en werd later de Hoeshmühle erlangs aangelegd. De Dürener Mühlenteich ligt op de oostelijke oever van de Rur. In 1957 werden de Kreuzauer en de Dürener Mühlenteich door middel van een 130 meter lange gegraven loop samengevoegd. Per seconde stroomt 1,8 m3 water per seconde erin. De Dürener Mühlenteich heeft een lengte van 6,25 km. De Dürener Mühlenteich werd al in 748 genoemd in een akte over een rijksvergadering onder Pepijn de Jongeree in „Villa Duria“ (het huidige Düren). Rond 1200 werd de loop door Düren veranderd zodat ook de grachten van de nieuwe stadsomwalling met water gevuld konden worden. In Düren takten beken van de Mühlenteich af om de huishoudens en ambachtslieden van water te voorzien. Tegenwoordig gebruiken enkele grotere fabrieken het water en wordt er bij de Pleußmühle stroom mee opgewekt.
Tussen Untermaubach en Winden lagen vroeger op de westelijke oever van de Rur die Untermaubacher Mühlenteich, de Hochkoppeler Mühlenteich en de Windener Mühlenteich.
De Gürzenicher Mühlenteich begon vroeger op de westelijke Ruroever ter hoogte van de Bismarckbrücke, stroomde langs Gürzenich en Mariaweiler en stroomde stroomopwaarts van de spoorbrug weer in de Rur.
De Mariaweiler-Merkener Mühlenteich takte op de westelijke Roeroever voorbij de Gürzenicher Mühlenteich van de Rur af, stroomde door Mariaweiler, Hoven, Merken en mondde bij Schophoven uit in de Rur. Bij Selhausen takt de Krauthausen-Jülicher Mühlenteich van de Rur af. Bij Jülich wordt het water in de Ellebach geleid, waarmee de Mühlenteich eindigt. Tot 1908 stroomde het water nog bij Selgersdorf in de Rur terug. De Krauthausen-Jülicher Mühlenteich bestaat reeds sinds 1324 en heeft een lengte van 10 km. Per seconde stroomt 2 m3 water per seconde erin. Het water wordt vooral gebruikt door de suiker- en papierfabrieken in Jülich.
Bij Altdorf begint de Altdorf-Kirchberg-Koslarer Mühlenteich. Deze is met zijn 13,36 km lengte een behoorlijk forse Mühlenteich. Per seconde stroomt 1 m3 water per seconde uit de Inde erin. Deze Mühlenteich stroomt bij Floßdorf in de Rur. In 1820 lagen er 11 molens langs. Tegenwoordig heeft de Altdorf-Kirchberg-Koslarer Mühlenteich nog maar weinig belang voor de industrie. Tussen Koslar, Barmen en Floßdorf stroomt ze als een redelijk natuurlijke beek door het Kellenberger Forst.
De laatste Mühlenteich is de Linnicher Mühlenteich, ook wel Teichbach genoemd, die iets stroomopwaarts van Linnich van de Rur aftakt. Iets voorbij Linnich kruist ze de Merzbach en stroomt richting Brachelen. Tussen Hilfahrt en Porselen is de Linnicher Mühlenteich ook met de Worm verbonden. Met name bij hoogwater stroomt er ook wel water uit de Worm in. Bij Porselen-Bleckden stroomt de Linnicher Mühlenteich in de Rur. Vroeger lagen er watermolens en leerlooierijen langs de Linnicher Mühlenteich. In Linnich zelf lag de Weitz´sche Mühle, die nu het Deutsche Glasmalereimuseum behuisd.
Literatuur:
Landvogt, Maria, 2002. Geschichte der Mühlenteiche an der Rur und der Inde. In: 100 Jahre Wasserwirtschaft in der Nordeifel, Wasserverband Eifel-Rur, Düren, pag. 88-91.