Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Meerssen.
    

Meersen, in het Limburgs “Meersje” geheten, is een plaats in het Geuldal tussen Valkenburg en Maastricht. Sinds 1982 vormt het de hoofdplaats van de fusiegemeente Meersen samen met Bunde, Geulle, Ulestraten en Rothem. Meerssen heeft ongeveer 9000 inwoners.
In 870 werd in Meerssen het Karolingische Middenrijk verdeeld in het West-Frankische en het Oost-Frankische rijk. Dit werd vastgelegd in het verdrag van Meerssen. In de geschiedenis staat Meerssen vermeld als Marsna, Marsanam en Mersanam.

Basiliek van Meerssen.

Het meest opvallende gebouw is de Basiliek van Meerssen, officieel “Basiliek van het Heilig Sacrament” genoemd. Hier wordt het “Heilig Sacrament” vereerd. Historici gaan ervan uit dat op de plaats van de huidige basiliek in de Romeinse tijd al een tempel voor Mars heeft gestaan. Rond de 6e eeuw werd waarschijnlijk op de fundamenten van de Romeinse tempel het eerste kerkje gebouwd.
De oorsprongen van het huidige bouwsel, met name het middendeel, gaan terug op Karel de Grote en werden gebouwd rond 800. De beroemde keizer had hier een van zijn palsen en daarbij hoorde ook een absiskerk. Dit is een drieschepige kerk. Wanneer de keizer aanwezig was, werden de missen met grote luister gevierd. Later kwam het "Allodium Meerssen" in handen van Koningin Gerbera. Zij werd later koningin van Frankrijk. Haar bezittingen schonk ze aan de monniken van Reims, die in 1134 in Meerssen een proosdij stichten. Zij vestigden zich in de gebouwen waar voorheen de Pals was geweest. Omdat de kerk echter parochiekerk was en ze hun koorgebed, volgens de kloosterregel van Benedictus, in afzondering moesten bidden, bouwden ze tussen 1320 en 1340 bouwden het lange koorgedeelte in gotische stijl. Dat is het gedeelte tussen de preekstoel en het altaar. Tevens pasten ze het Romaanse middendeel aan en voegden hier ook gotische elementen toe.
Helaas viel de basiliek in 1465 ten prooi aan de vlammen en werd een groot deel van het gebouw verwoest. In 1649 waaide de kerktoren gedeeltelijk om en daarom werd in 1773 besloten de toren in zijn geheel af te breken. Vandaar dat de kerk tegenwoordig geen echte toren maar alleen een dakruiter heeft.
Bij het uitbreken van de Franse Revolutie moesten de monniken naar Duitsland vluchten.Het koor werd afgesloten en deze situatie bleef tien jaar lang zo. De parochiekerk werd enkele jaren gesloten en gebruikt als paardenstal voor het leger van Napoleon.
Nog tijdens de Franse bezetting werden de gebouwen van de proosdij aan particulieren verkocht. Na de Franse tijd, in 1815, kon de parochie weer normaal ter kerke gaan. Wel moest er het nodige gebeuren om de schade die het gebouw had opgelopen te herstellen. De eerste restauratie begon in 1881, de volgende in 1900.
Omdat het aantal gelovigen bleef toenemen, werd de kerk tussen 1934 en 1938 volledig gerestaureerd en vergroot. In 1936 voegde men een drietal nieuwe traveeën toe om het groeiend aantal pelgrims te herbergen.In 1988 vond een volgende restauratie plaats.
Het kerkgebouw is gebouwd in gotische stijl, herkenbaar aan de vele spitse torentjes. Deze stijl wordt hier ook wel Maasgotiek genoemd. Binnenin de kerk bevindt zich de Teoteca, een twaalf meter hoge Sacramentstoren met negen verdiepingen uit 1500-1517. Deze herinnert aan de wonderen die hier zouden hebben plaatsgevonden. de gebrandschilderde ramen zijn het werkvan Joep Nicolas en zijn vader. Hoog boven de scheiding tussen koor en schip is een 15e eeuwse kruisigingsgroep te zien die hier in 1804 geplaatst werd. Het beeld van Sint-Barbara, patrones van de mijnwerkers, stamt uit de15e eeuw.
n 1938 werd de kerk door Paus Pius XI tot Basilica Minor verheven. Dit omdat de Sacramentsverering hier al eeuwenlang stand houdt. Het feest van Sacramentsdag valt altijd op de donderdag na Drievuldigheidszondag en heeft geen vaste datum. De datum is wel gecorreleerd met de dag van het Paasfeest (gevierd op de eerste volle maan na 21 maart). Tijdens het Octaaf komen de pelgrims gedurende acht dagen van heinde en verre naar Meerssen om het Heilig Sacrament te vereren. Naast de dagelijkse Hoogmis trekt ’s zondags de Heilige Sacramentsprocessie door Meerssen. Een opvallend onderdeel van de verering van het Heilig Sacrament is, naast het vereren van het Heilig Sacrament en het bijwonen van de Heilige Eucharistieviering, de Meersener Ganck. Dit houdt in dat men achter het altaar omloopt en aan de achterkant van het altaar de tabernakeldeur aanraakt. Aan de voorkant wordt vervolgens éénmaal, driemaal of zevenmaal het Onze Vader, het Wees gegroet Maria of het Eer aan de Vader gebeden.
Men herdenkt met het feest op Sacramentsdag het Bloedwonder van 1222 en het Brandwonder van 1465. Bij het Bloedwonder of Sacramentswonder vergat een monnik tijdens de offerande in de Heilige mis water en wijn in de kelk te doen. Bij het breken van het brood vloeide daarop bloed en water uit de hostie. Tijdens het Brandwonder in 1465 werd de kelk van het Bloedwonder op wonderbaarlijke wijze door een boerenzoon gered uit de brandende kerk.
De bekende 20e eeuwse kunstschilder Charles Eyck (1897-1983) werd in Meerssen geboren. Van zijn hand zijn enkele van de gebrandschilderde ramen in de basiliek.
Nabij het stadspark staat aan de spoorwegovergang het Stationsgebouw. Dit is gebouwd in 1901.

Proosdijpark.

Midden in Meerssen, aan de achterzijde van de basiliek, ligt het Proosdijpark. Het is een overblijfsel van een Karolingisch landgoed. Oorspronkelijk was dit park niet toegankelijk voor de gewone bevolking van Meerssen. Het park is aangelegd in Engelse landschapsstijl en in het park vallen een aantal follies op. Hiertoe behoren onder meer de Gloriëtte en een romantische brug. De Gloriëtte is een klein theehuisje in neoclassicistische stijl uit 1895 op een verhoging aan de rand van het park. De Gloriëtte diende vroeger als teken van welgesteldheid en behoorde tot het Proosdijgebouw.
In het park vallen verder enkele monumentale Beuken (Fagus sylvatica) op. Deze staan aan de rand van een vijver waarop eenden en ganzen zwemmen. Helaas werden enkele hiervan in 2004 gekapt omdat er Reuzenzwammen (Meripilus giganteus) in zat. Het park werd in 2004 opnieuw ingericht door Bureau van Heukelom-Verbeek.

Overige bezienswaardigheden.

Langs de Geul staat de Groote molen van Meerssen. Dit is waarschijnlijk een van de oudste molens van Limburg. Ze wordt al in een schenkingsakte van Koningin Gerberga uit 968 genoemd. De molen diende als graanmolen.
Aan de Gansbaan ligt de Hervormde kerk die tussen 1834 en 1837 werd gebouwd. Het is een eenvoudige, zaalkerk uit baksteen. Aan de straatzijde staat een dakruiter op het zadeldak. De ramen zitten in rondboogvenster. Men noemt het een Leopoldskerkje omdat het is geschonken door de Belgische regering. Men wist toen nog niet zeker of Limburg bij België of bij Nederland zou worden ingedeeld.

Synagoge Meerssen.

Een derde religie die in Meerssen vertegenwoordigd is, is de Joodse. Daarvan getuigt de synagoge, verborgen in een smal steegje aan de Kuileneindestraat 22a.
De Joodse gemeenschap in Meerssen ontstond nadat de Joden in Maastricht in de 18e eeuw gediscrimineerd werden. Dit gebeurde nadat een Joods gezin in 1712 een moord gepleegd had. Vanwege de discriminatie namen veel Maastrichtse Joden de wijk naar Meerssen en Eijsden. De Joodse handelaren die in Meerssen woonden, stonden overdag op speciale markten in Maastricht. De Joodse gemeenschap nam weer af nadat in Maastricht vanaf het begin van de 19e eeuw de Joodse gemeenschap weer begon te groeien. Het aantal Joden daalde van 150 naar 22 in 1938. De synagoge in Meersen heeft geen functie meer en wordt na een restauratie in 1989 gebruikt als cultureel centrum.
Deze werd tussen 1851 en 1853 gebouwd naar een ontwerp van de bekende architect J.L. Lemmens uit Beek. Haar apsis-achtige bouw is gebaseerd op de synagoge van Maastricht. Op 17 juli 1853 werd het gebouw officieel in gebruik genomen voor de Joodse eredienst. Langs de weg “Tussen de Bruggen” in Rothem ligt een Joodse begraafplaats. Deze ligt hier prachtig temidden van akkers en weilanden en omgeven door een heg.