De burcht werd in 1198, op een rotspunt boven het Rurdal, gebouwd om het klooster Reichenstein te beschermen. De burcht werd in de 14e en de 16e eeuw enkele malen vergroot, maar nooit aangepast aan de zich ontwikkelende militaire technieken. Ze verloor dus snel aan betekenis op militair gebied en diende later onder meer als garnizoensplek en als gevangenis. In de 19e eeuw verviel ze langzamerhand tot een ruïne. Toen de burcht aan het begin van de 20e eeuw als toeristische bezienswaardigheid werd ontdekt, begon men met sanerings- en reconstructiemaatregelen. Zo werden onder meer de donjon en de Eseltoren hersteld. Tegenwoordig dient een gedeelte van de burcht als jeugdherberg.