Lage Fronten.
Historisch overzicht.
De Lage Fronten zijn het restant van de bijna geheel afgebroken vestingwerken aan de noordrand van Maastricht. Ze liggen ingesloten tussen de Maas en de Hoge Fronten. Van de Hoge Fronten worden ze gescheiden door de Cabergerweg. Ze worden ook wel Bossche Fronten genoemd, naar de Boschpoort die in de omgeving heeft gestaan. De Maastrichtse naam ervoor is "de werke". In tegenstelling tot de Hoge Fronten, die boven de grondwaterspiegel zijn aangelegd en dus droge grachten hebben, zijn in de Lage Fronten de grachten met water gevuld. In tijden van oorlog waren de Maastrichtenaren hier veel beter beschermd dan achter de Hoge Fronten. Het was in de Lage Fronten voor de vijand namelijk niet mogelijk een gang te graven onder de gracht door zonder dat deze onder liep. De grachten zijn in de loop der tijd gedempt. Voor de aanleg van het industrieterrein was er namelijk behoefte aan voldoende grond. Wel is er in 1885 een brede gracht gegraven waardoor met vrachtschepen materiaal kon worden aan- en afgevoerd. Vroeger bestonden de Lage Fronten uit vier bastions: Bastion A, B, C en D. Hiervan resteren alleen nog de eerste twee, de overige zijn rond 1886 gesloopt.
Het dichtst bij de Hoge Fronten ligt Bastion A. Hiervan is Ravelijn A nog behouden. Ravelijn A stond vroeger op een driehoekig eilandje met de punt naar achter, in de richting van de vijand. Om het eiland lagen twee grachten. Via een ophaalbrug kon het Maastrichtse garnizoen vanaf de courtine tussen Bastion A en Bastion B Ravelijn A bereiken. Hier zou in het verleden een studentenvereniging een onderkomen hebben gekregen, maar deze zijn inmiddels weer vertrokken. Het gebouw heeft niet meer geheel het oorspronkelijke aanzien. Het telt nu namelijk twee verdiepingen. De onderste verdieping is echter in het verleden uitgegraven toen het gebruikt werd als beerput voor Maastricht. Ook heeft een tijdje de beheerder van de erachter gelegen vuilnisbelt in het gebouw gewoond. Ravelijn A is 30 meter bij 16 meter en bestond oorspronkelijk uit twee verdiepingen die elk vier ruimtes bevatten.
Tegenover Ravelijn A loopt een lange gemetselde muur of courtine die de verbinding vormt tussen Bastion A en Bastion B. Het Ravelijn B is afgebroken, wel stamt ernog een stukje van Ravelijn C. In totaal waren er zes ruime kazematten waarin in oorlogstijd 1500 personen werden ondergebracht. Ook kon er 152.000 pond kruit worden opgeslagen. Twee kazematten hadden de afmetingen van Ravelijn A en vier ervan waren een stuk groter.
De grachten waren vroeger verdeeld in compartimenten om het water erin te houden. Als de Maas ´s zomers laag stond, zou het water uit de Lage Fronten verdwijnen. Daarom waren in de gracht gemetselde muren gemaakt met een spitse bovenkant, het zogenaamde "Beer". Om te voorkomen dat de vijanden hierover naar de binnenkant van de stad zouden komen, stond in het midden een spits torentje, een zogenaamde monnik. De muren tussen de compartimenten zijn later weer afgebroken omdat ze de scheepsvaart belemmerden. Wel is er nog een duiker over. Deze is nu te vinden als een laag tunneltje aan de rand van de gracht. Vroeger werd in het midden hiervan een luik omhoog geschoven waardoor het water naar het volgende compartiment kon stromen. De duiker werd in 1818 voorzien van een fraaie sluitsteen met de kroon van Koning Willem I erop. In 1984 werd hij echter gestolen.
De grachten in de Lage Fronten werden van water voorzien door het Jekerkanaal. Het Jekerkanaal werd door de Fransen aangelegd tussen 1673 en 1678 naar plannen van de beroemde Franse vestingbouwkundige Vauban. Dit kanaal lag tussen de Tongerse Poort en de Lindenkruispoort en had een lengte van 1.165 meter. Het was 1,10 meter breed en 1,70 meter hoog. Het verval erin was 3,25 meter. Hierdoor kon het gebied acht tot tien voet onder water worden gezet.
Aan de rand van de Lage Fronten ligt een voormalig spoortraject. Dit was een spoorlijntje tussen Maastricht en Hasselt die geopend werd in 1856. Het heeft maar vijf jaar dienst gedaan. Vlakbij, langs de Fort Willemweg lag station Boschpoort, dat als goederenstation vanaf 1903 in gebruik werd genomen.
Flora.
Door de afwisseling van het terrein, zoals vestingmuren, spoorlijnen, gracht en emplacementen groeit er een rijke flora met pionierplanten, graslandplanten en muurvegetatie. Soorten als Slangenkruid (Echium vulgare), Stengelomvattend havikskruid (Hieracium amplexicaule), Beemdkroon (Knautia arvensis) en Grasklokjes (Campanula rotundifolia) houden van de warmte van de oude muren. Stengelomvattend havikskruid (Hieracium amplexicaule) groeit onder meer op de muren van Ravelijn A. In de grazige vegetatie van één van de bastions groeit een kleine populatie Kuifhyacint (Muscari comosum), die mogelijk met vogelvoer hier terecht zijn gekomen.
Fauna.
Ook voor de Muurhagedis (Podarcis muralis) zijn de muren van belang. Dit gebied blijkt bovendien een grote populatie Hazelwormen (Anguis fragilis) te herbergen. Langs de gracht in het gebied nestelen Meerkoeten (Fullica atra) en Wilde eenden (Anas platyrhynchos).
Onderweg in het gebied.
Het gebied is vrij toegankelijk. Veel wegen en paden leiden echter niet door het gebied en het is ook niet zo goed ontsloten als de nabijgelegen Hoge Fronten. Toch is het zeker interessant om een bezoek te brengen aan beide gebieden, zeker om de beide gebieden ook te kunnen vergelijken.