Algemeen.
Eén van de pareltjes van Zuid-Limburg vormt de spoorweginsnijding bij Eys. Hier ligt een typisch kalkgrasland met een open structuur en er tussen de vegetatie ruimte is voor open grond. Deze warmt door de stenige bodem redelijk snel op waardoor het milieu hier redelijk warm en droog is. Dit is typisch voor kalkgraslanden zoals ze ook te vinden zijn in de Eifel en Ardennen.
Flora.
In dit kalkgrasland komt een groot aantal zeldzaamheden voor en vanwege zijn vegetatie en zijn typische structuur is het grasland uniek voor Nederland. Er is geen enkel ander kalkgrasland van dit type in Limburg.
Bijzondere soorten die hier groeien zijn Duifkruid (Scabiosa columbaria), Wilde marjolein (Origanum vulgare), Driedistel (Carlina vulgaris), Geelhartje (Linum cartharticum), Wondklaver (Anthyllus vulneraria), Ruige weegbree (Plantago media), Gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris), Margriet (Leucanthemum vulgare), Knoopkruid (Centaurea jacea), Donderkruid (Inula conyzea), Grootbloemige centaurie (Centaurea scabiosa), Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga), Bevertjes (Briza media), Sint-Janskruid (Hypericum perforatum), Grote tijm (Thymus pulegioides), Kruipend stalkruid (Ononis repens), Slangenkruid (Echium vulgare), Blaassilene (Silene vulgaris), Beemdkroon (Knautia arvensis), Wilde reseda (Reseda lutea) en Kleine ratelaar (Rhinanthus minor). Zeer bijzonder is het voorkomen van Wild kattekruid (Nepeta cataria), waarvan dit één van de laatste groeiplaatsen in Limburg is.
In het gebied groeit ook een aantal orchideeën waaronder Grote keverorchis (Neottia ovatus) en Breedbladige wespenorchis (Epipactis helleborine). In het verleden kon hier ook Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens) worden gevonden. Deze soort is helaas verdwenen.
Op de noordhelling, groeit een ruige, bosachtige vegetatie met Gewone es (Fraxinus excelsior), Zoete kers (Prunus avium), Bosrank (Clematis vitalba), Gewone vlier (Sambuccus nigra), Gewone valeriaan (Valeriana repens), Bosandoorn (Stachys sylvatica), Bitterzoet (Solanum dulcamara), Look-zonder-look (Alliaria petiolata), Dolle kervel (Chaerophyllum temulum), Drienerfmuur (Moehringia trinervis), Hondsdraf (Glechoma hederifolia) en Schaduwkruiskruid (Senecio ovatus)
Direct langs het spoor is ook op de zuidhelling de vegetatie veel ruiger. Hier groeit onder meer Grote brandnetel (Urtica dioica), Koninginnekruid (Eupatoria cannabinum), Fluitenkruid (Anthryscus sylvestris), Glad walstro (Gallium molugo), Robertskruid (Geranium robertianum) Zevenblad (Aegopodium podagraria) en Gewone berenklauw (Heracleum spondylium). Dit zou kunnen wijzen op een soort van overbemesting. Mogelijk dat hier maaisel blijft liggen. Dit zou beter afgevoerd kunnen worden.