Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Nationale Parken in Litouwen.

Aukstaitijos Nacionalinis Parkas.

Het Aukstaitija Nationaal Park ligt in het noordoosten van Litouwen in een omgeving die rijk is aan bossen en meren. Het werd in 1974 opgericht om de bouw van een kerncentrale in het nabije Ignalina te verhinderen, hetgeen echter niet gelukt is. Deze kerncentrale met een relatief hoge belasting op de omgeving speelde zelfs een rol bij de aansluiting bij de EU, die de centrale liever gesloten ziet.
Het park omvat een gebied van 40.570 hectare. Het ligt in het hoogland van Litouwen. Er liggen talrijke meren, klaterende beekjes en glooiende heuvels die gevormd werden tijdens de laatste IJstijd. De hoogste heuvel is de Siliniskiai heuvel met een hoogte van 200 meter.
70% van het Nationaal Park bestaat uit bossen, voornamelijk naaldbossen (80%) met Grove dennen, op 7% van het gebied groeien Fijnsparren (Picea abies) en op 13% gemengde loofbossen. De meeste bossen zijn relatief jong, circa 60 jaar. De meest beschermde gebieden zijn de oerbosresten in het 4200 hectare grote bos van Azvinviai, met het 626 hectare grote oerbos van Minciagire, en het eikenbos van Ginucia met eiken van 70 jaar oud. Er komen ook kleine stukken met eiken voor. Meren en rivieren maken 15% van het park uit. In totaal liggen er 126 meren met een oppervlak van 5.880 hectare. Het grootste meer is het Dringis meer met 721 hectare grootte en vijf eilanden. Ook liggen er 8 meren met een oppervlak met meer dan 300 hectare. De meren liggen in de richting van de ijsbeweging. Het diepste meer is het Tauragnas meer met een diepte van 60,5 meter. De rivieren zijn de Buka, Tauragna, Pliause. 7% zijn veengebieden.
In het park komen 927 plantensoorten voor. Zeldzame planten in het park zijn Koraalwortel (Corallorhiza trifida), Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus), Moeraswolfsklauw (Lycopodiella inundata), (Botrychium multifidum), Vartakte maanvaren (Botrychium matricariifolium), (Botrychium virginianum), Gelobde maanvaren (Botrychium lunaria), Gewone addertong (Ophioglossum vulgatum), (Oxytropis pilosa), Waterviolier (Hottonia palustris), (Trifolium lupinaster), Bolderik (Agrostemna githago), Ongelijkbladige distel (Cirsium helenioides), Malaxis (Malaxis monophyllos), Kleine keverorchis (Listera cordata), Pyramidezenegroen (Ajuga pyramidalis), Groenknolorchis (Liparis loeselii), Veenmosorchis (Hammarbya paludosa), Salix lapponum, Grote anemoon (Anemone sylvestris), Gladiolus imbricatus, (Iris siberica), Linnaeus klokje (Linnaea borealis), Bokjessteenbreek (Saxifraga hirculus), Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens), Galigaan (Cladium mariscus), Harlekijnorchis (Orchis morio), Spookorchis (Epipogium aphyllum),Orobanche pallidiflora, Noordse drakenkop (Dracocephalum ruyschiana), Dwergberk (Betula nana) en Waterlobelia (Lobelia dortmanna). Verder groeien er 628 soorten paddenstoelen.
Er komen bijna 60 zoogdiersoorten voor, waaronder Eland (Alces alces), Ree (Capreolus capreolus), Edelhert (Cervus elaphus), Wild zwijn (Sus scrofa), Otter (Lutra lutra), Lynx (Lynx lynx), Sneeuwhaas, Bever (Castor fiber) en Wolf (Canis lupus). In het Azvinciai oerbos heeft zich sinds enkele jaren weer een uit Wit Rusland afkomstige Bruine beer gevestigd.

     

Er leven 196 vogelsooren, waaronder bedreigde soorten als Visarend (Pandion haliaetus), Kraanvogel (Grus grus), Zwarte ooievaar (Ciconia nigra), Velduil (Asio flammeus), Krakeend (Mareca strepera), Korhoen (Tetrao tetrix), Kwartel (Coturnix coturnix), Porseleinhoen (Porzana porzana), Poelsnip (Gallinago media), Visdief (Sterna hirundo), Dwergmeeuw (Larus minutus), Zwarte wouw (Milvus migrans), Steenuil (Athena noctua) en Sperweruil (Surnia ulula).
Verder leven er 3 soorten reptielen, 11 soorten amfibieën en 31 soorten vis. In het park zijn 60 vlindersoorten gevonden.
Enkele dorpen zijn nog in hun oorspronkelijke staat behouden. Het zijn dorpen waarbij de huizen in groepjes zonder verband bij elkaar staan. Mooie dorpen zijn Vaisnoriske, Suminai, Strzdai en Salos. De huizen hier, typisch voor hoog Litouwen, bestaan uit een hoofdwoonruimte met een grote bakoven en een schoorsteen, een gastenverblijf dat door een gang wordt bereikt. Ook hoort een stal, een schuur en een sauna aan het meer bij de boerderij. In de schuren werd graan en vlees bewaard. De daken reiken tot bijna op de grond en zijn met stro of hout gedekt. De wanden bestaan uit dennenhouten balken die met veenmos geïsoleerd worden. Het dorpje Paluse bezit een houten kerk uit de 18e eeuw met een vrijstaande klokkentoren. Binnenin staan 3 rococo altaren. Verder liggen in het Nationaal Park 45 motteheuvels, kampementen uit de Steentijd,

Dzukijos Nationalinis parkas.

     
 

In het zuidoosten van Litouwen ligt het Dzukija nationaalpark. Dit park is 55.920 hectare groot, waarvan 47.283 hectare bos, merendeels (90%) Grove dennenbos. In het park liggen 79 dorpjes en het stadje Merkine met in totaal 4.341 inwoners. Het hoogste punt is de Dalgiakalinsberg met 168,2 meter, het laagtse punt ligt op 66 meter boven zeeniveau. In het park liggen 30 rivieren met als grootste de Nemunas. Ook liggen er 48 meertjes. In totaal zijn er 750 soorten hogere planten, 54 zoogdieren, 150 vogelsoorten, 9 amfibieën, 7 reptielen en 38 vissoorten te vinden. Er leven onder meer Kraanvogel (Grus grus), Zwarte ooievaar (Ciconia nigra), Korhoen (Tetrao tetrix), Auerhoen (Tetrao urogallus), Nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus), Citroenkwikstaart (Motacilla citreola), Hop (Upupa epops), Scharrelaar (Coracias garrulus), Kwartel (Coturnix coturnix), Kwartelkoning (Crex crex). Ook leven er bijzondere zoogdieren zoals Lynx (Lynx lynx), Relmuis (Glis glis), Meervleermuis (Myotis dasycneme), Laatvlieger (Eptesicus serotinus), Bruine beer (Ursus arctos), Otter (Lutra lutra) en Europese nerts (Mustela lutreola), Uit de groep van de reptielen en amfibieën zijn in Dzukijos Gladde slang (Coronella autriaca), Roodbuikvuurpad (Bombina bombina) en Kamsalamander (Triturus cristatus) te vinden. Uit de groep van de vissen leven er Beekprik (Lampetra planteri), Rivierdonderpad (Cottus gobio), Europese zalm (Salmo salar) en Grote modderkruiper(Misgurnus fossilis). Ook komen er bijzondere dagvlinders en libellen voor waaronder Turkoois blauwtje (Polyommatus dorylas), Frigga ´s parelmoervlinder (Clossiana frigga), Baltische toendravlinder (Oneis jutta), Grote vuurvlinder (Lycaena dispar), Bleek blauwtje (Polyomatus coridon) en Gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii).
Bijzondere planten in het park zijn Silene lithuanica, Bolderik (Agrostemma githago), Dianthus borbasii, Kantige look (Allium angulosum), Bokjessteenbreek (Saxifraga hirculus), Moeraswolfsklauw (Lycopodiella inundata), Trifolium lupinaster, Silene chloranta, Neottianthe cucullata, Pulsatilla patens, Grote anemoon (Anemone sylvestris), (Dactylorhiza ochroleuca), Brede orchis (Dactylorhiza majalis), (Dactylorhiza longifolia), Botrychium multifidum, Veenmosorchis (Hammarbya paludosa), Salix myrtilloides, Salix lapponum, Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolum), Bolletjeskers (Cardamine bulbifera), Dennenwolfsklauw (Huperzia selago), Centrum van het Nationaal Park is het dorpje Marcinkonys. Dit is een fraai dorpje met een kleinschalig landschap en vele houten huisjes omgeven door bloementuinen. Door het park stroomt de Nemunasrivier. Ook groeien er vele droge dennenbossen en ligt er een groot hoogveengebied.

Kursiu Nerija Nationalinis parkas.

Een schoorwal is een soort landtong die parallel aan de kust ligt. Een schoorwal ontstaat door de kustdrift, waarbij sediment door de voortdurende wind uit een richting wordt afgezet. Door de kustdrift wordt steeds weer nieuw sediment afgezet aan de onderkant van de landtong. Dit gebeurt met name wanneer de kust na een lang recht stuk plotseling naar binnen buigt. Schoorwallen komen met name voor in gebieden met kusten uit los materiaal van glaciale afzettingen. De Koerlandse schoorwal ontstond 5000-6000 jaar geleden. Voor de kust lagen als een soort eilanden de eindmoreneheuvels uit de laatste IJstijd (circa 15.000 jaar geleden). Het zand dat de wind met de golven aanvoerde werd afgezet in de openingen tussen de eilanden. Alleen de opening bij Klapeida bleef open door het uitstromend water van de rivieren, waaronder de Nemunas. Opvallend is dat de kustlijn aan kant Oostzee recht is en aan lagunezijde doorsneden is met baaien en kapen. Dit komt doordat zand in het water waait.
Direct achter de Koerlandse schoorwal ligt het Koerlandse haf, een lagune van maximaal 5 meter diep. Haffen ontstaan waar het getijdenverschil slechts gering is, de bodem is daarom meestal zeer vlak. Langs de Oostzee zijn hafkusten redelijk algemeen.
De Koerlandse schoorwal is 98 km lang, maximaal 2,8 km, minimaal 380 meter breed. De ene helft is Russisch, de andere helft Litouws. In 2000 werd de Koerlandse schoorwal op de lijst van Unesco van cultureel erfgoed geplaatst. Sinds is het gebied 1992 Natuurreservaat.
Oorspronkelijk waren de duinen begroeid met bos met Grove dennen, Fijnsparren, Berken en eiken. In de 3e eeuw voor Christus was er de eerste bewoning. Vanaf de 15e eeuw begon men met het rooien van de bossen. Bosbranden en erosie droegen verder bij aan afbraak van de duinen. Daardoor ontstonden er opnieuw wandelende duinen en veel dorpen werden onder het zand bedolven. Vanaf de 16e tot de 19e eeuw werden 14 dorpen begraven. De inwoners bouwden iets verderop vaak een nieuw dorp. In de eerste helft van de 19e eeuw was er overal stuifzand, alleen bij Juodkrante was nog een rest van het oorspronkelijke bos over. De immense zandduinen trokken veel bezoekers, onder meer de gebroeders Von Humbolt. Daarna begon men met de herbebossing op initiatief van postbode Georg David Kuwert. De voedselarme zandgrond werd met rieten matten in vierkanten verdeeld, op steile hellingen dichter bijeen dan in vlakke delen. In de vierkanten werd zeezout en modder gegooid. Daarna werden er zaailingen van onder meer Bergden (Pinus mugo) geplant. Dat de grond toch niet goed was bleek uit het feit dat de bomen na ruim 100 jaar pas 2 meter hoog waren. Tijdens de Russische bezetting was het de Koerlandse schoorwal als grensgebied niet voor bezoekers uit het westen geopend. Nu vormen de vele bezoekers een nieuwe bedreiging voor de duinen, het grote duin bij Nida heeft in 20 jaar tijd al 15 meter aan hoogte verloren.
Het Nationaal Park van de Koerlandse schoorwal ontstond in 1991. Het park heeft een oppervlak van 26.474 hectare, waarvan 9.774 hectare land, 4.200 hectare lagune en 12.500 hectare van de Oostzee. Het grootste deel van het gebied is bedekt met bos (70,1 % van het landoppervlak), open zandgebieden omvatten 25,4%. In de zes dorpen op de schoorwal wonen 2670 mensen. De toegang tot het Nationaal Park is beperkt tot 2000 bezoekers per dag.
Enkele fraaie duingebieden zijn het Nagliu Reservatas, dit is 1680 hectare groot (8 km lang, 2 km breed). Er liggen enkele hoge duinen zoals de Nagliu Kopa (55,1 m) en Naglai Kopa (53 m). De groei van de duinen werd gestopt door het ontstaan van voorduinen langs de Oostzee en het aanplanten dennenbos ervoor. Een andere duin is de Parnidizio Kopa van 52,1 meter hoog bij Nida..
In het Nationaal Park leven 960 soorten planten. Bijzondere soorten zijn Blauwe zeedistel (Eryngium maritima), Zandhaver (Leymus arenarius) en Linnaeusklokje (Linnaea borealis). Enkele bijzondere vogels zijn Zeearend (Haliaeetus albicilla) en Grauwe gans (Anser anser). Er leven 37 soorten zoogdieren waaronder Edelhert (Cervus elaphus), Ree (Capreolus capreolus), Bever (Castor fiber) en Das (Meles meles).

Nemuno Deltos Regioninis Parkas.

In het zuidwesten van Litouwen, tegen de grens van het Russische gebied Kalingrad, ligt de delta van de Nemunas rivier. Het is het einige natuurlijke deltagebied in de Baltische staten en derhalve zeer waardevol. Het gebied is 30.000 hectare groot. Het gebied bestaat uit laagvenen, hoogvenen, vochtige bossen, de lagune van het Kurisch haf, de rivier Nemunas zelf, visvijvers, enkele meren, polders en weilanden die regelmatig overstromen. Langs de sloten en dijken staan rijen Knotwilgen.
De Nemunas delta ligt op de trekroute van veel vogelsoorten. Daarom werd het gebied in 1992 tot regionaal park verklaard. In 1993 werd het gebied toegevoegd aan de Ramsargebieden, een lijst waarop beschermde waterrijke gebieden staan. In het gebied komen 680 soorten planten en 750 soorten dieren, waaronder 300 vogelsoorten, voor. Vooral in de tijd van de overstromingen in het voorjaar kunnen er veel soorten trekvogels, waaronder zwanen en eenden worden gezien. In de herfst rusten allerlei steltlopers op de zandplaten en rondom de visvijvers. Het gebied is ook belangrijk voor 170 soorten broedvogels, waaronder 400 paar Kwartelkoning (Crex crex), maar ook Zeearend (Haliaeetus albicilla) en Zwarte ooievaar (Cicionia nigra).



Het gebied werd ten tijde van de Sowjet-Unie nog intensief als hooiland gebruikt. Op veel plekken werd het gras vier keer per jaar gemaaid. Hierdoor stierven veel Kwartelkoningkuikens. Tegenwoordig wordt er nauwelijks nog gemaaid en verruigen de weilanden steeds meer. Veel soorten van open gebieden verdwijnen hierdoor. Ook zijn er nieuwe soorten gekomen, zoals Vossen (Vulpes vulpes) en Wasbeerhonden (Nyctereutes procyonoides). In dichte rietlanden leven grote groepen Wilde zwijnen (Sus scrova). Al deze dieren vernielen vaak de nesten van op de grond broedende vogels.
Verder zijn er Elanden (Alces alces), Bevers (Castor fiber) en Otters (Lutra lutra) te vinden.
Midden in het park ligt het dorpje Minija, genoemd naar de rivier waar het langs ligt. Prachtig zijn de plassen en sloten die vaak helemaal vol staan met Gele plomp (Nuphar lutea) en Krabbenscheer (Stratiodes aloides ).

Zemaitijos Nationalinis parkas.

In het westen van Litouwen ligt het Zemaitija Nationaal Park. Dit park werd opgericht in 1991 om de natuur en cultuur van Neder-Litouwen te beschermen. In het park liggen grote meren en bossen. Het park heeft een totaal oppervlak van 21.720 hectare, waarvan 44% bossen, 8,5% water, 4,4% venen, 7,4% natuurlijke graslanden, 31,3% agrarisch land en 1,7% dorpen beslaat. In het park wonen 3500 mensen, verdeeld over 2 stadjes en 53 dorpen.
Het gebied werd 12.000-10.000 jaar geleden gevormd door de gletsjers in de Ijstijd. Hierdoor ontstonden kames, dit zijn afzettingen van zand en grind op plekken waar de gletschers een tijd stillagen. In feite zijn kames accumulatievormen van fluvioglaciaal materiaal in en op stagnerend ijs. Tussen de kames-heuvels liggen diepe en ondiepere meren, venen en meanderende beken. De hoogste plek van het Nationaal Park is 191,8 meter boven zeeniveau. In het park liggen 26 meren en 32 beken. Het diepste meer is het Plateliai Ezers met een diepte van 47 meter en een oppervlakte van 1200 hectare. In het meer liggen 7 eilandjes.
Er komen 189 vogelsoorten voor, waaronder zeldzame soorten als Zwarte ooievaar (Ciconia nigra), Wespendief (Pernis apivorus), Grijskopspecht (Picus Canis) en Kwartelkoning (Crex crex). Ook leven er 49 soorten zoogdieren zoals Lynx (Lynx lynx), Otter (Lutra lutra), Sneeuwhaas (Lepus timidus) en 11 soorten vleermuizen. In de meren komen 26 vissoorten voor, waaronder Caregonus albula en Caregonus lavaretus holsatus. In veel rivieren zijn Rivierkreeften (Astacus astacus). Ook komen er 668 inheemse plantensoorten voor, waarvan 63 soorten op de Rode lijst van Litouwen staan. Enkele soorten zijn Botrychum simplex, Groenknolorchis (Liparis loeselii), Hamatocaulis vernicosus, Galigaan (Cladium mariscus), Veenbies (Trichophorum cespitosum), Carex magelanica, Wilde judaspenning (Lunaria rediviva), Salix lapponum en Melige sleutelbloem (Primula farinosa).
Aan culturele monumenten is in het park ook geen gebrek. Onder meer mottes, kerkhoven, plekken van voormalige nederzettingen, kerken met houten torens en molens. Midden in het park, in het bos van Plokstine ligt de voormalige thermonucleaire raketbasis die in 1962, ten tijde van de Sowjet-Unie werd gebouwd en vanwaar men raketten op West-Europa had gericht. De vier raketten stonden in 27 meter diepe schachten.
Het dorpje Plateliai met 1100 inwoners werd in de 15e eeuw voor de eerste keer genoemd. Toen lag het dorpje op het schiereiland Sventorkalnis. Op een ander eiland stond de burcht en beide delen waren door middel van een houten brug met elkaar verbonden. Het dorp werd aan het eind van de 17e eeuw op de huidige plek gebouwd. Rondom een centraal plein liggen de belangrijkste winkels. Ietwat verderop staat de kerk uit 1744. De kerk heeft een vrijstaande klokkentoren. In Bezoras staat een fraaie kruisweg uit 1760 met 14 houten kapellen. De oorspronkelijke kapellen zijn rond 1970 afgebroken, maar recentelijk heeft men de kruisweg weer hersteld. De olieverfschilderijen in de verschillende staties stammen uit 1992.