De Nibelungenhalle is een koepel in late Jugendstil die in 1913 in de nabijheid van Schloss Drachenburg werd gebouwd. Het is een gedenkteken voor de 100e verjaardag van Richard Wagner. Het idee was afkomstig van Hermann Hendrich en de bouw werd geleid door de Berlijnse architecten Hans Meier en Werner Behrendt. Binnen worden twaalf grote schilderijen tentoongesteld die gemaakt zijn door Hermann Hendrich. Op de schilderijen worden de verhalen van de “Ring der Nibelungen” verteld. Dit zijn de vier opera ´s Rheingold, Walküre, Siegfried en Götterdämmerung. In de apsis is een beeld te zien van Wagner uit het trachiet van de Drachenfels en enkele schilderijen over de Perzival. Volgens de Nibelungensage is de Drachenfels de plek waar Siegfried de draak versloeg. Daarna nam hij een bad in het drakenbloed waardoor hij niet gewond kon raken en onoverwinnelijk zou worden. Helaas bleef er een klein lindeblad op zijn rug kleven en raakte het drakenbloed zijn huid daar niet waardoor hij kwetsbaar was.
De architect en beeldhouwer Franz-Josef Krings uit Köningswinter maakte de koppen van de goden Wodan en Loki, de reuzen Fasol en Fafner en de helden Hagen en Siegfried. Ook zijn er kabouters te zien die het Nibelungengoud verwerken.
Ook werd in 1958 een klein terrarium, waar 100 soorten slangen, schildpadden, hagedissen, varanen en krokodillen getoond worden.
In 1933, het 50e jaar na de dood van Richard Wagner, werd de Drachenhöhle geopend. Hier is een dertien meter lange stenen draak te zien aan de rand van een klein meertje. Het beest is helemaal met mos begroeit. De draak is gemaakt door Franz-Josef Krings naar voorbeeld van een dinosaurus uit het Trias.
1%20150x.jpg)
