De Parasietbeurzwam is een zeldzame verschijning. Hij komt van september tot november, met name in de late herfst, voor op de hoeden van grotere plaatjeszwammen, met name op Nevelzwammen (Lepista nebularia). Hij lijkt behoefte te hebben aan aanhoudend zacht herfstweer. De zwam parasiteert op de vruchtlichamen van zijn gastheer. Daardoor vervormen de vruchtlichamen van de waardsoort tot gedrochten. De lamellen van de gastheer vervormen hierbij en vormen geen sporen meer.
De hoeden van de Parasietbeurszwam zijn twee tot zes centimeter breed, vuilwit van kleur en het vlees is dun. De hoedhuis is bij jonge exemplaren fijn viltig, later zijdeachtig tot vezelig. De hoedrand is ietwat harig en droog. De steel is witachtig, vaak fluwelig. De steelvoet steekt in een witte schede, waardoor de naam beurszwam is verklaart.