Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Reserve Naturelle de la Petite Roer.

Oppervlakte: 30 hectare.
Hoogteligging: 556-559 meter.
Onder beheer bij: Patrimoine Nature-A.S.B.L.

Algemeen.

De Kleine Roer (Petite Roer) is een zijbeek van de Roer die in de omgeving van het Belgische dorpje Sourbrodt te midden van natte graslanden ontspringt. Haar water is helder in tegenstelling tot dat van de Roer die als veenbeekje in het hoogveen ontspringt. Rondom de kleine Roer ligt ook een natuurreservaat. Dit bestaat uit een mozaïek van hooilanden, hoogvenen en zure moerassen. In de hoogveenstukken, zoals rond de Rurhof, werd in het begin van de 20e eeuw nog turf gestoken. Met wagens werd de turf vervolgens naar het station van Sourbrodt gebracht. Tegenwoordig is het een Natura- 2000 gebied en met geld uit het Interreg III-project zijn de Fijnsparren (Picea abies) uit het terrein verwijderd, zodat de typische flora van de hooilanden en hoogvenen weer een kans krijgt.
Het gebied kent een open karakter. In het dal stroomt de Kleine Roer en hogerop ligt, temidden van graslanden, de dorpjes Sourbrodt.
De Kleine Roer heeft vrij steile oevers, waarbij de oevers ook regelmatig ondermijnd worden en instorten.

Flora.

Typische soorten voor dit terrein zijn de Wilde narcis (Narcisssus pseudonarcissus) die al in het voorjaar bloeit. Op deze hoogte, bijna 560 meter, kan het voorjaar overigens zeer laat starten, soms pas begin mei. In de zomer, doorgaans in de tweede helft van juni, begint de bloei van de Adderwortel (Polygonum bistorta) in de natte hooilanden. Op de wat vochtigere plekken staat ook veel Pitrus (Juncus effusus) en Moeras-rolklaver (Lotus uliginosus). Op enkele plaatsen staan hele plakaten van Wateraardbei (Potentilla palustris). Hier en daar staan kleine, ronde struwelen van Geoorde wilg (Salix auriculata). De Kleine Roer zelf wordt gezoomd door Moerasspirea (Filipendula ulmaria) en Gele lis (Iris pseudacoris). De ietwat drogere borstelgraslanden zijn begroeid met onder meer Gevlekte orchis (Orchis maculata) en Blauwe knoop (Succissa pratensis). Tussen het Pijpenstrootje (Molinea caerulea) groeit Veelbloemig schaduwkruiskruid (Senecio hercynicus). Deze soort is van Gewoon schaduwkruiskruid (Senecio fuchsii) te onderscheiden aan de zittende bladeren met een grof gezaagde rand. De wat drogere hooilanden zijn begroeid met Ruwe smele (Deschampsia cespitosa), Kale jonker (Cirsium palustre), Gewone engelwortel (Angelica sylvestris) en Veldzuring (Rumex acetosa).
Direct langs de oever groeit veel Rietgras (Phalaris arundinacea).

Fauna.

Op grashalmen langs de beek zitten Bosbeekjuffers (Caleopteryx virgo), fraaie grote waterjuffers met bijna geheel donkerblauw gekleurde vleugels. Een typische broedvogel is het Paapje (Saxicola rubetra). De Rietgors (Emberiza schoeniclus) is eveneens een broedvogel. Langs de rand van het gebied, in het heggenlandschap rondom de Rurhof en aan de rand van Sourbrodt, leeft de Grauwe klauwier (Lanius collurio). In de wintermaanden is de Klapekster (Lanius excubitor) een regelmatige gast in het gebied.
Het terrein ligt ten noorden van Sourbrodt-Bosfagne en ten westen van het veenspoorlijntje dat langs Rurhof loopt.