Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













NSG Pierer Wald.

Ligging:
Kreis Düren, ten westen van Krauthausen.
Hoogteligging: 
100 meter boven N.N.
Oppervlakte: 40,7 hectare.
Onder bescherming sinds: 1984.
Hoogteligging:
98-101 meter boven N.N.
Algemeen.

De Pierer Wald ligt langs de Rur ten noorden van Düren. Op de Tranchotkaart (1802-1820) werd het bos al ingetekend. Aan de Rurzijde lagen destijds weidegronden. Het gebied bestaat uit twee verschillende delen. Direct langs de Rur ligt een oude, grotendeels verlande meander van de Rur. Langs de rand van het gebied loopt de Krauthausener Mühlenteich, een kunstmatige waterloop die de oude meander van de Rur van water voorziet. Daarlangs groeit een bos dat gedomineerd wordt door Zwarte elzen (Alnus glutinosa) en de aangeplante Canadese populieren (Populus X canadensis). De populierenplantages worden langzamerhand gekapt en er komt een meer natuurlijk bos voor in de plaats.
Op de hogere en drogere delen staat een eiken-haagbeukenbos. Hoewel er redelijk wat oude bomen tussen staan, is het nog grotendeels een jong bos.

Geologie.

De Pierer Wald staat op een ondergrond van grind dat door de Rur is afgezet. In het gebied ligt een oude, drooggelegde meander van de Rur., deze ontstond rond 1950 door het rechttrekken van de Rur. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd ze als visvijver en als zwemwater gebruikt.

Flora.

Eiken-haagbeukenbos.

Op de hogere en drogere gronden verder van de Rur ligt een restant van het hardhoutooibos. Het eiken-haagbeukenbos bestaat uit Haagbeuken (Carpinus betulus), Zomereiken (Quercus robur), Essen (Fraxinus excelsior) en Zoete kers (Prunus avium). In het voorjaar kennen deze hogere, drogere delen een rijke voorjaarsflora. Zo groeien er zoveel Bosanemonen (Anemone nemorosa) dat de bosbodem plaatselijk wit ziet. En als al niet de Bosanemonen voor dit effect zorgen, dan doet Witte klaverzuring (Oxalis acetosella) dit wel. Langs de rand van het bos, vlakbij de oude meander, groeit veel Vingerhelmbloem (Corydalis solida) die herkenbaar is aan de handvormige schutbladen. Daarnaast is het bos opvallend rijk aan Donkersporige bosviooltjes (Viola reichenbachiana). Slechts zeer lokaal komt ook het Lichtsporig bosviooltje (Viola riviniana) en het Maarts viooltje (Viola odorata) voor. Ook staat er relatief veel Gewoon speenkruid (Ranunculus ficaria) en Muskuskruid (Adoxa moschatellina). In de vochtigere laaggelegen delen van het bos groeien groepjes Slanke sleutelbloemen (Primula elatior). Sporadisch groeit er Eenbes (Paris quadrifolia) en Kruipend zenegroen (Ajuga reptans). Ook staan er kleine groepjes Veelbloemige salomonszegel (Polygonatum multiflorum) en veel Gevlekte aronskelk (Arum maculatum). Grote muur (Stellaria holostea) opent zijn witte bloemen in april en groeit vaak samen met Bosgierstgras (Milium effusum) in de drogere delen met veel humus.
In de ondergroei van het bos groeit Gewone vogelkers (Prunus padus), Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus)

Elzenbos.

De vochtige delen langs de oude meander van de Rur zijn begroeid met Zwarte elzen ( Alnus glutinosa ). Er groeit veel Gele lis ( Iris pseudacoris ).
Iets hogerop groeit een elzen-essenbos met Essen (Fraxinus excelsior), Zwarte els en Vogelkers (Prunus padus). Hier en daar staan er ook Canada-populieren (Populus x canadensis) in. In de struiklaag roeien Bosaalbes (Ribes rubrum), Zwarte bes (Ribes nigrum), Wilde kruisbes (Ribes uva-crispa) en braam (Rubus sp.).

Populierenplantages.

Er staat ook Canada-populier ( Populus X canadensis) met in de ondergroei veel Grote brandnetel ( Urtica dioica ). Daarnaast staan er veel Gewone vlieren ( Sambuccus nigra ) met daaronder veel Wilde aalbes ( Ribes rubrum), Kleefkruid ( Galium aparine), Hondsdraf ( Glechoma hederacaea ) en Zevenblad ( Aegopodium podagraria). Ook is er veel opslag van Hazelaar (Coryllus avellana ).
Op het vochtige bospad groeit Bloedzuring ( Rumex sanguinaeus )

Fauna.

In het bos leven allerlei bosvogels zoals Merel ( Turdus merula), Roodborst () en Zwartkop ( Sylvia atricapilla). Ook zitten er veel mezen, zowel Koolmezen ( Parus major) als Pimpelmezen (). Winterkoninkjes ( Trochlodytes trochlodytes) leven graag rond omgevallen bomen, waar ze goede nestmogelijkheden vinden en genoeg voedsel aanwezig is. Boven het bos cirkelen Buizerden ( Buteo buteo ).
Bij de oude meander leven Blauwe reigers ( Ardea cinerea) en Wilde eenden ( Anas platyrhynchos ).
In de oude meander leven Bevers ( Castor fiber ) die hier hun vraatsporen achterlaten en oeverholen hebben.
Reeën ( Capreolus capreolus) bewonen ook het Pierer Wald. Eekhoorntjes ( Sciurus vulgaris) leven in de boomtoppen en maken hun nest bij voorkeur in de weinige naaldbomen omdat ze hier jaarrond voldoende voedsel vinden.
Vanwege de Gewone padden ( Bufo bufo) zijn langs de rand van de weg paddenschermen opgericht.

Onderweg in het gebied.

Het Pierer Wald is niet erg groot, ongeveer 700 meter lang en 300 meter breed. Tegenover Gewerbegebiet Pier voert een brede bosweg het bos in die helemaal doorloopt tot de Mühlenteich.Deze kunt u oversteken en dan stroomafwaarts langs de Rur weer teruglopen naar het Gewerbegebiet Pier.

Tijd.

De voorjaarsflora is op zijn mooist rond begin april. Trek voor een bezoek een uurtje uit.