Plattenhammer. Ietwat stroomafwaarts van het gehucht Jägersfahrt liggen in het dal van de Vichtbach tussen Zweifall en Vicht de Plattenhammer en de Neuenhammer. De Plattenhammer ligt aan de kant van Zweifall, de Neuenhammer aan de kant van Vicht. Het zijn feodale woningen van de Reitmeister, de ijzersmelters, uit het geslacht Hoesch. De versterkte woningen met hun gesloten binnenplaats zijn enkel via een brug over de Vicht bereikbaar. De Plattenhammer werd in 1664 opgericht door Katharina Prym, de weduwe van Jeremias Hoesch II, om haar zonen Jeremias Hoesch III en Wilhelm een inkomen te verschaffen. Nadat haar zonen onenigheid hadden gekregen vestigde Wilhelm zich in 1680 op de Plattenhammer en bleef Jeremias in de Junkershammer. Hij moest hiervoor zijn moeder de bouwkosten terugbetalen. Wilhelm liet op de Plattenhammer een woonhuis en een werkplaats inrichten. Op de Plattenhammer maakte Wilhelm Hoesch van ijzer afkomstig uit de Junkershammer plaatijzer, het zogenaamde Schwarzblech, dit was ijzer waar geen tin op was gekomen. Dit was de eerste keer dat in deze omgeving plaatijzer gemaakt werd. De Plattenhammer had geen hoogoven en geen ijzersnijmolen, waardoor Wilhelm aangewezen bleef op de Junkershammer. In 1684 liet Wilhelm een tweede ijzerpletterij bouwen, de Großen Hammer. Op de Plattenhammer werden diverse producten gemaakt, waaronder bluspannen, kolenschoppen, pannen, platen, gietpannen, vuurscheppen, kookpannen, braadplaten en spades. De problemen tussen Wilhelm en Jeremias bleven voortbestaan, onder meer omdat Wilhelm er niet in slaagde om de schulden die hij bij zijn broer had terug te betalen en anderzijds omdat hij nog steeds bepaalde rechten op de Junkershammer had, zoals een derde gebruiksrecht van de ijzersmelterij en van de ijzersnijmolen. Ook was er vaak te weinig water om de twee waterraderen van de ijzersnijmolen, de vijf waterraderen van de hoogoven met de Frühschmiede en de waterraderen van de slakkenmolen en de ertswasserij samen te laten werken. Wilhelm Hoesch stierf op 2 januari 1704. De ijzerfabriek werd in 1840 stilgelegd.