Rode kelkzwam       De Rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea) was tot een aantal jaar geleden een zeldzame paddenstoel, maar lijkt zich de laatste jaren uit te breiden. De paddestoel komt voor in vochtige loofbossen en groeit op takken van diverse soorten loofbomen, die meestal half in de bodem zitten en met mos begroeid zijn. Door het mos wordt het vocht in de boomstam vastgehouden. Eigenlijk betreft het hier niet één soort, maar drie soorten die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Aan de binnenzijde (het hymenium) zijn de bekerzwammen scharlakenrood en aan de buitenzijde (het receptaculum) vuilwit tot bruinachtig. De bekers hebben een diameter van 1 tot 5 centimeter en zitten met een steeltje vast aan de boomstam waar ze op groeien. De Rode kelkzwam is meestal al vroeg in het jaar te vinden, hij verschijnt vaak kort na het smelten van de sneeuw en is dus vooral in de maanden januari tot en met april aan te treffen. In Kerkrade komt hij voor in het natuurgebied Erenstein.