Rurich ligt in het Rurdal tussen Linnich en Baal. Rurich werd in 1888 losgemaakt van Körrenich en is vanaf toen een zelfstandige parochie. Daarvoor behoorde Rurich bij het Gulikse Ambt Boslar en was de slotkapel het enige godshuis in het plaatsje. De drieschepige neogotische parochiekerk stamt uit 1869-1870 is toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. In de kerk wordt echter ook Sint-Odilia vereerd. Vanaf 13 december vindt er jaarlijks een octaaf, een acht-daagse periode met gebeden, plaats tot haar eer. Daarbij komen de pelgrims en vragen haar om genezing bij met name oogziektes. Onder het altaar staat in het neo-gotische interieur het Odilia-altaar. Vier houten reliefs tonen zaken uit het leven van de Heilige.Ook staat er een 1,5 meter hoog beeld van Sint-Odilia, waarbij ze als abdis gekleed is, met een staf die met een velum omhuld is en in haar handen een boek waarop een paar ogen ligt.
Schloß Rurich.
Het geslacht Rurich werd al in 1248 genoemd. Het huidige herenhuis liet Graaf Friedrich Wilhelm von Hompesch zu Rurich rond 1780 bouwen. Het is een twee verdiepingen tellend gebouw in rococo-stijl. Ten zuidwesten van het herenhuis ligt op een eilandje met een brede gracht eromheen een classicistisch paleisje dat al in 1806 gepland, maar pas veel later gebouwd is. Het staat precies op de plaats waar in de 13e eeuw het eerste kasteel heeft gestaan. Het kasteel is tegenwoordig in prive-bezit en kan niet bezichtigd worden.
Het kasteel ligt temidden van een enorm park dat in de 19e eeuw in Engelse landschapsstijl werd aangelegd. In het park staan grote bomen en er lopen ook Damherten (Dama dama) rond.