Lichtmos (Schistostega pennata) is een mos waarvan de protonema het invallende licht reflecteren en zo een goudgroene schittering dragen. Dat komt doordat ze uit ronde, lensachtige cellen bestaan en zo het ingestraalde licht kunnen reflecteren. De protonema zijn overblijvend en zien uit als algenachtige draden. Vroeger, toen men de ontwikkeling van dit mos nog niet kende, dacht men dat het algen waren en Bridel beschreef ze toen onder de naam "Catopridium smaragdinum". De protonema zijn vaak te vinden in smalle rotsspleten, waarin nauwelijks licht binnendringt. De toepasselijke Duitse naam is dan ook "Leuchtmoos" en ook wel "Rheingold".
De mannelijke en vrouwelijke planten zijn éénjarig en groeien in groepjes op de protonema. De volwassen mosplanten worden circa 1,5 centimeter hoog en zijn blauwgroen van kleur. Aan de onderkant zijn ze onbebladerd, maar verder naar boven hebben ze geveerde bladeren zonder middennerf. Planten met sporendragers zijn aan de top vijfstralig bebladerd.
Deze Euraziatische en Noord-Amerikaanse soort komt verspreid voor, waarbij ze in Middengebergtes, bijvoorbeeld in leisteen, iets vaker optreedt. Ze groeit alleen in kalkvrij gesteente en heeft een voorkeur voor Buntsandstein en leisteen.