Sjweikezer Rèngelaot. De Sjweikezer Rèngelaot is een pruimensoort die rond 1800 is ontstaan door te kweken met een zure wilde pruimensoort. Dit werd gedaan door Jacob Lenaerts die in die tijd naar Sweikhuizen kwam om bij Peter Baggen, destijds de grootste fruitteler van de streek, te gaan werken. Het werd de fruitigste en sappigste pruim die men in die tijd kende. Hiermee begon een anderhalve eeuw durende bloeiperiode van de fruitteelt rondom Sweikhuizen. Rond 1960-1970 betekende de ruilverkaveling de doodsteek voor de fruitteelt. Hele hectares hoogstambomen rondom Sweikhuizen werden gerooid en omgezet in akkers of weilanden. Er werden aparte premies gegeven om de bomen te rooien en ook de uitbreiding van het dorp liet vele bomen verdwijnen. Daarnaast kwam er de concurrentie van de laagstamboomgaarden die makkelijker te plukken waren en waarbij men sneller kon overschakelen naar een nieuw ras. Laagstambomen dragen namelijk al na twee jaar vrucht in tegenstelling tot hoogstamboomgaarden die minstens tien tot twaalf jaar moeten groeien alvorens er geoogst kanworden. In 2002 waren er nog maar ongeveer 20 bomen over. Om de bijzondere Sjweikezer Rèngelaot te redden werd in 2003 een aparte stichting opgericht die zich het lot van dit lokale fruitras heeft aangetrokken. Zowel particulieren als Natuurmonumenten zijn inmiddels begonnen jonge scheuten van de bijzondere boom aan te planten. Rèngelaot is overigens een verbastering van Reine Claude, een meer bekend ras. In augustus wordt rondom de pruim een feest gevierd waarin je natuurlijk pruimenvlaai kunt eten.