Als Vennbahn wordt de spoorlijn over de Hoge Venen aangeduid. Deze liep oorspronkelijk van Aachen Rothe Erde via Walheim, Raeren, Roetgen, Lammersdorf, Monschau, Kalterherberg, Waimes naar St. Vith. Ook waren er nog aftakkingen van Walheim naar Stolberg en van Raeren naar Eupen. De spoorlijn werd gebouwd tussen 1885 tot 1889. Tussen 1893 en 1909 werd er zelfs tussen Stolberg, via Walheim naar St. Vith een dubbelsporige verbreding. In het begin van de 20e eeuw bereikte het verkeer, tussen het Akense kolenbekken en de Luxemburgse en Lotharingse hoogovens haar hoogtepunt. Na de Eerste Wereldoorlog moest de spoorlijn, samen met haar aftakkingen vanaf Raeren naar het zuiden echter aan België worden afgestaan. Dit zou nadelig uitwerken voor de Vennbahn. Na 1945 verloor de spoorlijn nog meer belang. Ten zuiden van St. Vith en tussen St. Vith en Waimes en tussen Aachen Rothe Erde en Walheim had men zelfs de rails al weggehaald. Omdat er voor de rest van het stuk noch economisch, noch militair interesse bestond, werd het tracé tussen Raeren via Roetgen en Monschau naar Sourbrodt op 30 juni 1989 ook stilgelegd. Op 2 juni 1990 werd op het historische tracé een toeristische stoomtrein in gebruik genomen. Deze reed enkele jaren lang tussen Eupen, Raeren, Roetgen, Lammersdorf, Konzen, Monschau, Kalterherberg, Sourbrodt, Weywertz en Bütgenbach naar Büllingen. In 2001 eindigde echter ook het stoomtijdperk op dit traject.