De Vicht of Vichtbach is een beek die ontspringt in de buurt van het voormalige station van Roetgen en heet daar nog Grölisbach. Haar naam is van Keltische oorsprong.
De beek stroomt door het dorp Roetgen en treft een aantal zijbeken waaronder de Roetgenbach, de Schleebach en de Dreilägerbach, allen afkomstig uit de zogenaamde Roetgener Mulde. Na de monding van de Roetgenbach heet de Grölisbach overigens pas Vicht.
Aan de voet van de stuwdam van de Dreilägerbach neemt ze de gelijknamige beek op. De Vicht stroomt vanuit Roetgen naar Rott. Daar neemt ze de Lensbach op. Voorbij Mulartshütte voegt de Vollerbach zich bij de Vicht. Langs Muckenloch en Finsterau stroomt de Vicht naar Zweifall. In het centrum van Zweifall voegt de Hasselbach zich bij de Vicht. Dan passeert ze de ijzersmelterijen van Junkershammer, Neuenhammer en Plattenhammer. Bij Münsterau stroomt de Eigertsief in de Vicht. Dan komt ze in het plaatsje Vicht, dat genoemd is naar de beek. Hier stroomt de A-Bach in de Vicht. Verder gaat het naar Nächtigällchen waar de Mausbach in de Vicht uitmondt, iets verderop bij Binsfeldhammer ook nog de Rüstbach. In Stolberg stroomt de Vicht door de binnenstad. Hier dreef ze in het verleden de messingmolens aan en de hammers van de messingindustrie. Bij Steinfurt-Velau mondt de Vicht uit in de Inde.
Het water van de Vicht werd in het verleden gebruikt voor de ijzerindustrie. Deze ontstond vanaf het einde van de Middeleeuwen. De hoogoven van Mulartshütte werd ermee aangedreven evenals de ijzersmelters in Vicht en messingslagers in Stolberg.