Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Wüstebachtal.

Ligging: Nordrhein-Westfalen, Kreis Aachen, ten zuiden van Erkensruhr.
Hoogteligging: 600-400 meter boven N.N.
Oppervlakte:
Onder bescherming sinds: .

Algemeen.

Het Wüstebachtal is een beekdal in de Rureifel. De Wüstebach ontspringt nabij Wahlerscheid en stroomt dan door een diep ingesneden dal door naald- en loofbossen naar Erkensruhr, vlakbij Hirschrott stroomt ze samen met de Püngelbach en samen vormen ze de Erkenruhr, die bij Einruhr in de Rur stroomt. Het dal van de Wüstebach maakt deel uit van Nationaal Park Eifel.

Geologie.


Mycologie.


In het beekdal staan veel oude Beuken (
Fagus sylvatica
) die ten dele zijn aangetast door Echte tonderzwammen (
Fomes fomentarius
). Op de Fijnsparren (
Picea abies
) groeien Roodgerande houtzwammen (
Fometopsis pinicola
). Een bijzondere soort op de bosbodem is de Geschubde boleet (
Strobilomyces strobilaceus
).

Flora.

Hoewel een groot deel van de hellingen langs het beekdal met Fijnsparren (Picea abies) begroeid is, is het dal toch zeer de moeite waard op het gebied van planten. Dat heeft met name te maken met de aanwezigheid van het Open ravijnbos (Fraxino- Aceretum pseudoplatani). Deze bijzondere plantengemeenschap is met name aanwezig in het noordelijke deel van het dal. Hier bestaat de boomlaag grotendeels uit Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). Op het schuivend puin in de ondergrond groeien veel varens en stikstofminnende planten. Naast Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina), groeit er ook Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) en Brede stekelvaren (Dryopteris dilatata). Een bijzondere soort is Stippelvaren (Oreopteris limbosperma), herkenbaar aan de strogele bladsteel en de sori die aan de rand van de blaadjes lopen. Op rotsen groeit zowel Smalle beukvaren (Phegopteris connectilis) als Gebogen driehoeksvaren (Gymnocarpium dryopteris). Op de bosbodem in de naaldbossen groeit Dubbelloof (Blechnum spicant).
Tot de stikstofminnende planten in het open ravijnbos behoren Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon), Look-zonder-look (Alliaria petiolata), Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) en Muursla (Mycelis muralis). Verder groeit er Wilde judaspenning (Lunaria rediviva), een fraaie overblijvende plant met heerlijk geurende, zachtroze bloemen en halvemaan-vormige vruchtjes die in de winter glinsteren in het zonlicht.
Groot springzaad (Impatiens noli-tangere) groeit hier vanwege de hoge luchtvochtigheid. De tere blaadjes verdragen geen hoge temperaturen en directe zonnestraling. Onder de blaadjes zitten de vrij grote dooiergele bloemen met een gekromde spoor verborgen.
Hogerop liggen langs de beek ook enkele bergweitjes waar in het vroege voorjaar, omstreeks half april, de Wilde narcissen (Narcissus pseudonarcissus ssp. pseudonarcissus) hun bloemhoofdjes naar de zon richten. Langs de beek en boswegen bloeit dan ook het Groot hoefblad (Petasites hybridus). Later in het jaar bloeien hier onder meer Moerasspirea (Filipendula ulmaria), Kale jonker (Cirsium palustre), Zwart knoopkruid (Centaurea nigra), Betonie (Stachys officinalis) en Beemdooievaarsbek (Geranium pratense). Ook staat er Bergvenkel (Meum athamanticum).
Moerassige plekjes zijn begroeid met Adderwortel (Polygonum bistorta), Beekpunge (Veronica beccabunga) en Moerasstreepzaad (Crepis paludosa).
Ook liggen er open plekken waarop onder meer Gewoon schaduwkruiskruid (Senecio ovatus) en Paars vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) groeien. Op rotsen groeit Struikheide (Calluna vulgaris) en Echte guldenroede (Solidago virgaurea).
Langs de bospaden groeit Boswederik (Lysimachia nemoralis).

Fauna.


De Vuursalamander (
Salamandra salamandra
) houdt er een zeer verborgen levenswijze op na. De dieren zijn doorgaans alleen bij regenachtig weer of ´s nachts actief en worden dan ook maar zelden opgemerkt. Met enig geluk zijn wel de larven te zien, zij leven in kleine plasjes langs de beek.
In de leisteengrot aan het begin van het dal leeft de Grottenspin (
Meta menardi
), een fraaie spin met een typerende coccon.

Onderweg in het gebied.

Het dal van de Wüstebach is circa zes kilometer lang en kan zowel vanaf de parkeerplaats Wahlerscheid in het zuiden als vanuit Hirschrott in het noorden bezocht worden, het mooiste is om een tocht door het dal te combineren met een wandeling langs de Püngelbach of over de Dreiborner Hochfläche.

Tijd.

Voor een bezoek aan het gebied, zeker in combinatie met een bezoek aan de Püngelbach, moet zeker een halve tot een hele dag worden uitgetrokken. De beste tijd zijn de maanden mei, juni en juli, wanneer de flora op zijn mooist is. De Wilde narcissen bloeien rond half april.