Vestingwerken en vergezichten rondom Nideggen. Deze wandelroute voert vanaf Zerkall bergop naar Nideggen, langs prachtige conglomeraatrotsen met vele uitzichtpunten. Daarna volgt een bezoek aan het historische plaatsje Nideggen dat nog enkele stadspoorten kent. Ook de burcht en de kerk zijn een bezoek meer dan waard. Vervolgens gaat het verder langs vele rotspartijen naar het vakwerkdorpje Abenden en daarna stroomafwaarts langs de Rur via Brück terug naar Zerkall. De route is vrij zwaar vanwege het reliëf dat zowel bergop- als bergafwaarts moet worden overwonnen. De afstand bedraagt ongeveer 13 kilometer.       Hoe er te komen ? Vanaf grensovergang Bocholtz rijden we over de autoweg A4/ E314 richting Aken. We blijven doorrijden tot Autobahnkreuz Aachen. Hier slaan we rechtsaf en volgen de richting Luik (Wegnummer 44/ E40). Bij afslag Aachen- Brand (dit is de eerste afslag, na + 6,5 kilometer), slaan we af en rijden bij de stoplichten rechtsaf richting Monschau/ Stolberg/ Brand (B258). Iets verderop volgen we de richting Trier/ Monschau/ Kornelimünster. We verlaten Aken en komen in het dal van de Inde. In het prachtige plaatsje Kornelimünster buigen we ongeveer aan het einde van het dorp linksaf richting Breinig/ Langerwehe en passeren aan onze rechterhand de Antoniuskapelle. Even later zijn we in de weilanden boven het dorp Kornelimünster en zien voor ons het dorpje Breinig liggen. Dit rijden we door, passeren het spoor en nemen een stukje verder de rechtsafslaande weg (Neustraße), passeren de kerk en gaan op de hoek bij de kerk linksaf. Deze weg volgen we nu een stuk door de weilanden en dalen dan door het bos af naar het dorpje Zweifall. Hier slaan we rechtsaf, richting Monschau/ Düren, komen over een bruggetje en rijden langs de kerk in de richting van Hürtgenwald/ Düren. Onderweg passeren we het Forsthaus Zweifall en vervolgen onze weg door uitgestrekte naaldbossen. Als we het bos uitkomen, komen we op een kruising. Hier moeten we links aanhouden (in feite rechtdoor rijden richting Düren/ Hürtgenwald (B- 399)). We volgen nu de weg B399. Links van ons ligt het gehucht Raffelsbrand. Als we deze weg blijven volgen, komen we na een tijdje vanzelf in het dorp Vossenack. We rijden door tot voorbij het dorpje. Vlak voor het begin van Kleinhau slaan we rechtsaf richting Bergstein/ Nideggen. We passeren eerst Brandenberg en dan Bergstein. Aan onze rechterhand zien we het prachtige Kalltal tussen de bomen door liggen. Via een aantal bochten komen we in Zerkall. Daar parkeren we de auto op een parkeerplaatsje aan de rechterkant van de weg, gelegen nabij de plek waar de Kall onder de weg doorstroomt en uitkomt in de Rur. De afstand Bocholtz- Zerkall bedraagt + 60 kilometer. Wandelroute. Onze wandeling start in Zerkall, een dorpje in het Rurdal, op 180 meter hoogte, van hieruit klimmen we omhoog naar Nideggen (335 m; 7900 inwoners), gelegen op de rand van het Rurdal. Nadat we onze auto op het kleine doodlopende stukje weg parallel aan de doorgaande weg tussen Bergstein en Nideggen (L-11), vlak bij de monding van de Kall in de Rur, hebben geparkeerd, steken we eerst de Kall over en lopen daarna rechtsaf het dorpje Zerkall in. In Zerkall zien we enkele vakwerkhuizen en een bordje dat ons de weg wijst naar de Bahnhof van de Rurtalbahn. Na enkele meters komen we op een dwarsweg, hier gaan we naar rechts. We zien nu een brug en steken de Rur over. Vanaf de brug kunnen we mooi de monding van de Kall in de Rur zien. Let hier op de aanwezigheid van Waterspreeuw (Cinclus cinclus) en IJsvogel (Alcedo atthis). Ook is mooi te zien dat de Bever (Castor fiber) hier zijn territorium heeft. Her en der ligggen omgevallen bomen langs de Rur. We lopen rechtdoor, steken het spoor over en komen langs een boerderij (Gut Laach) met Rheinisches Langhornvieh, een runderras met fraaie, lange gekromde horens. Meteen voorbij de boerderij gaat een weg linksaf, deze volgen we, en lopen als het ware om de boerderij heen en zien aan de achterkant de stallen liggen. Nu volgen we de route 's 2 en 6 en beklimmen de Laacher Berg (265 m). We komen na ongeveer 150 meter bij een zijweg naar links, maar deze negeren we en lopen gewoon rechtdoor. Iets verderop gaat er schuin achter ons een weg omhoog, maar ook deze negeren we. Al snel zijn we flink gestegen en hebben in noordelijke richting een prachtig uitzicht op het Rurdal. Aan de overkant liggen vele conglomeraatrotsen . Nog iets hogerop ligt aan onze rechterhand, iets hoger op de helling, een stenen boog die het Hindenburger Tor wordt genoemd. Na een flinke klim zijn we dan bovenaan gekomen, hier gaan we rechtsaf en volgen nu het teken van de Eifelverein (>). We negeren een smal pad dat de helling afdaalt. We volgen nog een tijdje de bosweg en dan komen we voorbij een grote antenne en slaan iets daarvoor rechtsaf en vervolgen onze weg over een smaller pad, wederom gemarkeerd met het teken van de Eifelverein (>). Al snel komen we bij een rotspunt, waar we kunnen genieten van de prachtige uitzichten op de bossen en weilanden aan de rand van het Rurdal. Verzuim niet zo nu en dan eens te stoppen om van het uitzicht te genieten! We passeren ook een kruis voor een overleden brandweerman en prachtige rotsen uit bonte zandsteen en conglomeraatgesteente. Bij zonnig weer kunnen we hier Muurhagedissen (Podarcis muralis) waarnemen. Ook zit er een bijzondere sprinkhaan, de Steppesprinkhaan (Chortippus vagans), die alleen op heel warme plekjes leeft. Hij zit op de open zandige koppen van de rotsen. De rotsen zijn begroeid met allerlei soorten korstmossen. Er groeit ook Schapenzuring (Rumex acetosella) en Struikheide (Calluna vulgaris). Het bos bovenop de rotsen bestaat grotendeels uit Grove dennen (Pinus sylvestris), een boomsoort die hier waarschijnlijk van nature voorkomt. We blijven het teken van de Eifelverein (>) volgen, negeren alle zijpaadjes, en lopen zo naar het dorpje Nideggen.       Vlak voor het dorp lopen we twee keer over een goot waar bij regenweer wat water loopt en Na de tweede goot moeten we linksaf, via een kleine trap omhoog. Bovenaan steken we de grote weg over en lopen via de Bahnhofsstraße in de richting van het stadje. Aan onze rechterhand passeren we een parkeerplaats en lopen verder en voorbij de Bewersgraben, die van links komt, lopen we tussen de resten van het Brandenbergertor, een oude stadspoort, door. We passeren nog een zijstraat (Hindenburgstraße) en daarna komen we op de markt met daaraan het raadhuis. Aan onze rechterhand voert een straatje (Kirchgasse) naar de burcht en aan onze linkerhand zien we het Dürenertor liggen. Hier kunnen we even een pauze inlassen. We kunnen ook even afslaan naar de burg en daar de mooie Sint- Johannes de Doperkerk en de vestingwerken bekijken.       Daarna keren we weer terug op de Markt. Vanaf de markt lopen we in onze oude richting verder, in de richting van een andere stadspoort, het Zülpichertor. We verlaten het stadje weer door deze stadspoort en daarachter zien we rechts een parkje liggen. Dit doorkruisen we en komen nu op een betegeld pad dat langs lelijke witte appartementen voert. Zodoende dalen we af via een tamelijk steil dalend pad dat genummerd is met 2. Aan onze linkerhand gaat een bosweg schuin rechtdoor het Kürzenbusch binnen. Dit is de eerste weg naar links en deze nemen wij, hier volgen we route 2 die ons mooie uitzichten op de burcht en de St. Johannes de Doperkerk biedt. Iets verderop komen we langs vele conglomeraatrotsen waarop bij mooi weer dikwijls bergbeklimmers oefenen. Op een Y- splitsing nemen we de dalende weg die uitkomt op een soort holle weg. Deze volgen we bergopwaarts. Zodoende komen we na een stevige klim uit op een verkeersweg. Hier gaan we enkele meters naar rechts en slaan daarna weer rechtsaf. Hier zijn we weer terug op de route van de Eifelverein (>). We lopen nu over een asfaltweg die langs enkele woningen in het bos leidt. Op de muren groeien leuke varens, zoals Eikvaren (Polypodium vulgare), Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) en Muurvaren (Asplenium ruta-muraria). Na ongeveer 500 meter slaat een weg rechtsaf, die even later overgaat in een bospad, gemerkt met het teken van de Eifelverein (>), hier gaan wij in. We negeren een zijpad naar links. Nu dalen we af via een slingerend pad door het bos. Even verderop komen we wederom langs prachtige rotsen. Na een hele poos passeren we het hek van een tuin van een huis dat aan de rand van de rotsen ligt. Daarna zien we dit hek een tijdje niet meer en komen weer langs rotsen. Iets verderop gaat een pad rechtdoor langs de helling, maar het smalle pad dat gemerkt is met het teken van de Eifelverein (>) gaat sterk zigzaggend bergafwaarts. Dit volgen we. We komen in een typisch dunstammig wintereikenbos, typisch voor de warme rotshellingen in de Eifel. Na een fikse daling komen we onderaan uit op een asfaltweg met Sleedoornstruiken (Prunus spinosa) erlangs. Vaak kunnen we hier diverse soorten vlinders waarnemen die in het vroege voorjaar al nectar snoepen op de witte bloesems. Hier gaan we linksaf zodat we uitkomen in het dorpje Abenden, met zijn prachtige vakwerkhuizen. Op een dwarsweg gaan we rechtsaf en even verderop komen we bij een brug. Onder de brug hangt een nestkast voor de Waterspreeuw (Cinclus cinclus), die hier ook regelmatig gebruik van maakt. De Waterspreeuw is een zeldzame zangvogel die zijn voedsel onder water zoekt. Hij is donkerbruin met een roestbruine kop en een wit befje.  We steken de Rur over en aan de andere kant gekomen gaan we naar rechts. We lopen nu tussen het spoor en het zwembad door en even verderop tussen het spoor en de Rur. Waar de asfaltweg linksaf buigt, doen wij dat ook en steken het spoor over. Hier volgen we een langzaam stijgende weg. Na een kleine 200 meter kunnen we via een veldweg rechtsaf en volgen nu de routes 1,3 en 9. We lopen eerst tussen weilanden en akkers, negeren een veldweg naar links en komen daarna in een bos. We stijgen hier behoorlijk en zien de Rur steeds dieper onder ons stromen. Na een tijdje kunnen we het kasteel van Nideggen weer zien liggen. We lopen nu naar het dal van de Schliebach, hier zijn zeker in het voorjaar zeker enkele voorjaarsbloeiers te zien, zoals Ongevlekt longkruid (Pulmonaria obscura), Bosanemoon (Anemone nemorosa) en Witte klaverzuring (Oxalis acetosella).            Op de dwarsweg moeten we heel even naar rechts en meteen daarna weer naar links. We steken de beek over en gaan aan de andere kant rechtsaf richting Hetzingerhof, waarbij we de beek stroomafwaarts volgen. Op het einde komen we bij een bruggetje, hier volgen we de asfaltweg linksaf tussen akkers door. Op het einde van deze weg komen we op een Y- splitsing voor een weiland, hier gaan we rechtsaf en op de volgende T- splitsing bij een camping linksaf. We lopen nu verder waarbij we de camping aan onze rechterhand zien liggen. Uitgekomen op de verkeersweg slaan we rechtsaf en dalen af naar de Rur, onderweg passeren we het spoor en bij de rotonde gaan we rechtsaf. We steken nu de Rur over en aan de overkant gaan we via het pad dat de Rur stroomafwaarts volgt linksaf verder. Let hier eens op de knaagsporen van Bevers (Castor fiber) en speur de stenen in de beekbedding af naar de Waterspreeuw (Cinclus cinclus).We volgen de Rur en lopen eerst door bos, hier zien we onder meer Zwartsteelvaren (Asplenium adiantum-nigrum) en een rots met een soort zebrastrepen, bestaande uit metamorf kristal. Daarna lopen we langs weilanden aan onze linkerhand en een oude tuin met hoogstambomen aan onze rechterhand. Op de Sleedoorns (Prunus spinosa) aan de voet van de helling leeft de Sleedoornpage (Thecla betulae). Na een dikke kilometer bereiken we ons uitgangspunt, Zerkall, weer. Voor de boerderij "Gut Laach" gaan we dus linksaf, steken het spoor en de Rur over en komen zo weer bij de parkeerplaats uit.