In het Siegerland en in het oosten van Westfalen komen ook graslanden met Zinkflora voor, welke gekaraktiseerd worden door het voorkomen van een andere soort Engels gras (Armeria maritima ssp. halleri). Deze soort komt ook bij Mechernich in de Eifel voor. Deze plantengemeenschap wordt Armerietum halleri genoemd en is niet alleen te herkennen aan het voorkomen van deze typische soort Engels gras, maar ook door het ontbreken van het Zinkviooltje (Viola lutea ssp. calaminaria) en de Zinkboerenkers (Thlaspi caerulescens subsp. calaminare). In de Zinkgraslanden ten oosten van de Rijn komt ook nog Kruipende steenkers (Cardaminopsis halleri) voor.
Het Westfaalse Zinkviooltje (Viola guestphalica) werd vroeger gezien als ondersoort van het gele Zinkviooltje. Maar door het tellen van chromosomen is gebleken dat beide soorten niet verwant zijn. Het ontbreken van Zinkboerenkers (Thlaspi caerulescens subsp. calaminare) en het voorkomen van Kruipende steenkers (Cardaminopsis halleri) onderstrepen dat het Violetum guestphalicae veel dichter bij het Armerietum halleri staat dan bij het Violetum calaminariae. De enige plaats waar deze plantengemeenschap voorkomt, zijn de Bleikuhlen bij Blankenrode.