Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Mijnbouw in de Maubacher Bleiberg.

Het is onduidelijk wanneer de mijnbouw in de Maubacher Bleiberg startte. Reeds in het begin van de 16e eeuw was er „Up dem Mobacher Blyberg“ sprake van levendige mijnbouwactiviteiten. Volgens schattingen werd jaarlijks 600 tot 3.000 Zentner lood gewonnen. Dit looderts werd in Kreuzau aan de Rur gesmolten. Door onenigheid tussen de eigenaars van de grond waarin de mijn lag, stagneerde de winning in het begin van de 17e eeuw. Ook de 30-jarige Oorlog zorgde ervoor dat de winning tijdelijk stil viel.

19e eeuw.

In het midden van de 19e eeuw kwamen de drie consessies met de namen „Elisabeth-Louise“, „Schallenberg“ en „Schallenberg-Erweiterung“ waar ijzer, lood en koper werd gedolven in handen van de Freiherr von Spies. Bij nieuwe prospectiewerkzaamheden werden rijke ertslichamen ontdekt. Onder meer een ertsgang waarin zandsteen vol loodglans van enkele voet dik zat.
Op 17 november 1855 werd de concessie verleend om een ertsverwerkingsinstallatie te bouwen. In 1861 kwam bij de drie bestaande concessies een nieuwe concessie met de naam „Maubacher Berg ".
In 1877 kwam de winning in handen van de Engelse firma „Anglo-Rhenish-Lead Compagny“ met standplaats Londen. Vanwege de rijke ertsvoorkomens werd de ondergrondse winning veranderd in een dagbouwgroeve. De ertslagen kwamen tot bijna aan het oppervlak. Doordat de loodprijzen op de wereldmarkt daalden, trok het Engelse concern zich in 1879 alweer terug.

Twintigste eeuw.

In 1901 kreeg de Firma “AG für Bergbau, Blei- und Zinkfabrikation” uit Stollberg de mijn in haar bezit.
De geoloog August Voigt ontdekte in de jaren dertig van de vorige eeuw opnieuw een groot ertslichaam. Het lag circa 50 tot 70 meter onder de grond en was ongeveer 20 meter dik. De totale hoeveelheid erts werd op 10 miljoen ton geschat. Helaas was het wel allemaal laagwaardig erts in vergelijking met het erts dat bij Mechernich gewonnen werd. Er zat slechts 2,7% lood, 0,8% zink, 0,2% koper en sporen van andere metalen in. Toch werd besloten om de lood- en zinkwinning weer nieuw leven in te blazen. In 1944 werd de Voigt-schacht gegraven om de ertsvoorkomens te onderzoeken. Vanwege de oorlog en het dichterbij komende front werd het werk aan de schacht op een diepte van 60 meter stilgelegd. In 1946 startte de Stollberger Zink AG met haar onderzoek naar het voorkomen van looderts in de omgeving van Maubach. Eerst werd ondergronds naar erts gezocht. In 1955 begon de winning in een grote dagbouwgroeve. Eerst werden de deklagen met vrachtauto ´s weggebracht. Dit was per dag 15.000 ton dekmateriaal. Circa 15 meter onder de ertslaag werd een breekinstallatie opgesteld om het erts te verkleinen waardoor het met een lopende band naar een volgende breker gebracht kon worden. Nadat het gemalen was, werd het een tijdlang in een ertsbunker opgeslagen. Daarna werd het poeder, circa 15.000-20.000 ton per dag, naar de loodsmelterijen Binsfeldhammer en de zinksmelterij Rievenheim gebracht. Het slib dat ertussen zat, werd in grote bezinkbekkens eruit gehaald en in de kalkzandsteenfabriek van Horm verwerkt.
In maart 1969 stoptte de winning van erst omdat de ertsvoorraad op was. Hiermee eindigde de eeuwenlange mijnbouw in de Maubacher Bleiberg.