Mechernich
Het mijnbouwgebied Mechernicher Bleiberg strekt zich uit over een gebied van circa 10 kilometer lengte en een breedte van 1,2 kilometer. Het gaat hier niet om een aaneengesloten mijnbouwgebied. Voordat de vele puinbergen ontstonden bestond het gebied uit verspreid liggende bergen, waaronder Schafberg, Kalenberg, Sittard, Kohlhau, Frauenbusch, Peterheide, Rabenlay en Altusknipp. Enkele van deze bergen zijn nog terug te vinden in de toponiemen van de mijnen, waaronder de Griesberg, de Bleiberg en de Kallmuther Berg.
Het is onbekend wanneer de eerste mijnbouwactiviteiten in het gebied plaatsvonden, waarschijnlijk al in de Keltische of Romeinse tijd. Waarschijnlijk zochten zij enkel naar losse Bleiglanzstukken. Maar het grootste deel van de sporen is verdwenen door de moderne mijnbouw.
Aan het einde van de Middeleeuwen begon men opnieuw met het winnen van ertsen op de Bleiberg. In 1429 was een loodsmelterij boven Kall gevestigd. In de loop der tijd breidde de ertswinning zich uit. Ook had men voordeel van de uitvinding van de "Beutelkorb", een fijnmazige zeef waarmee de millimetergrote loodertsknollen ook gewonnen konden worden. Tevoren waren alleen de grotere ertsdelen die in conglomeraten of rondom grotere rolstenen waren afgezet gewonnen. Het Knotenerz werd pas vanaf 1629 ontgonnen.
In de tweede helft van de 15e eeuw was de Bleiberg bij Mechernich in het bezit van verschillende eigenaren, hetgeen zo bleef tot aan de Franse tijd. Het waren de Graven van Jülich, de aartsbisschop van Keulen, in de Rijksheerlijkheid de Graven van Blankenheim en de Heren van Nesselrode en tenslotte de Heren van Arenberg, die een groot gebied bezaten.
Men kon in die tijd alleen boven de grondwaterspiegel graven, zodat de winning zich over een enorm gebied uitstrekte en bijna het hele gebied werd afgegraven. De groeves in Mechernich werden in 1957 gesloten.
Bij Mechernich zit looderts in meerdere lagen op elkaar in een 20 meter dik pakket zandsteen en conglomeraat. Tot 5 mm grote korrels Bleiglanz, Cerussit, Malachiet en Azarit. In Knotenerz is het loodgehalte 1-2%. Meestal is het Buntsandstein dat op de ertsplekken erbij zit gebleekt. Knotenerz komt samen met de afzettingen van zandsteen voor. Het zijn sedimentatieertsen die waarschijnlijk hydrothermaal zijn afgezet.