´s Gravenvoeren.
´s Gravenvoeren is een van de vijf dorpen in de Belgische Voerstreek. Het is een lintdorp langs de weg door het Voerdal en langs het rivierje de Voer. De Voer loopt door het stadscentrum, bijna parallel aan de doorgaande weg. Bijna alle inritten van de huizen zijn daarom voorzien van bruggetjes, hetgeen een karakteristiek beeld aan het dorp geeft. Deze bruggetjes en de reling langs de Voer zijn pas gekomen nadat de Voer gekanaliseerd was. Dat gebeurde in 1937. Tevoren meanderde het riviertje nog gewoon tussen de huizen door. De Voer was lange tijd een smerig, stinkend riool en helaas is dat ten dele nog steeds zo. Vroeger was dat wel anders en haalden de inwoners van ´s Gravenvoeren hun drinkwater uit het riviertje. Tussen 1891 en 1893 kocht de gemeenteraad van ´s Gravenvoeren enkele bronnen in Sint-Martensvoeren zodat er vandaar drinkwater aangevoerd kon worden. Hiervan getuigen tegenwoordig nog de vele gietijzeren pompen op verschillende plaatsen in het dorp. Pas toen kon de bewoning ook wegtrekken vanaf de Voer, omdat er voorheen geen water was in de gebieden verder van het riviertje.
Veel gebouwen in ´s Gravenvoeren, waaronder diverse boerderijen, de kerk, de pastorie, enkele herenhuizen en het dorpspleintje van Kinkenberg, dateren uit de 18e eeuw. Toen was de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia heerseres over het gebied. Langs de Voer lagen ook allerlei watermolens, die dienden voor het malen van graan, het maken van papier, het zagen van hout, het oppompen van maal of het slaan van olie. In totaal lagen er wel acht molens. Vlakbij ´s Gravenvoeren lag in de Romeinse tijd een villa. Delen hiervan zijn nog gebruikt in de Steenboskapel.