De Grote stinkzwam (Phallus impudicus) behoort tot het genus Phallus uit de familie der Stinkzwammen (Phallaceae). Deze soort is een opvallende verschijning in zowel aanzien, naam als geur. Zijn wetenschappelijke naam “Phallus impudicus” betekent letterlijk “onbeschaamde penis”. Het schijnt dat in vroeger tijden Victoriaanse dames deze aanstootgevende paddenstoelen uit hun tuinen lieten verwijderen. Kenmerkend voor de familie is dat de vruchtlichamen losbreken uit een zogenoemd "heksenei". Dit is een eivormige structuur met een geleiachtig omhulsel. Bij de Grote stinkzwam heeft het Heksenei de grootte van een kippenei (drie tot zes centimeter lang) en een witte tot lichtgele kleur. Na verloop van tijd breekt het vruchtlichaam hier met behulp van een soort eitand uit. Na het oprijzen zijn de vruchtlichamen penisvormig met bovenop een klokvormig kapje met een honingraatstructuur. Hierop is de olijfgroene sporenmassa (gleba) te vinden. De gestrekte vruchtlichamen kunnen een hoogte van tien tot twintig centimeter bereiken. De steel (receptaculum) is hol en poreus. De Stinkzwammen zijn saprofyten of wortelparasieten. Een naaste verwant van deze soort is de Kleine stinkzwam (Mutinus caninus).
De uitgegroeide vruchtlichamen van de Grote stinkzwam kunnen tien tot twintig centimeter hoog worden en hebben een zuiver witte kleur. Ze zijn goed te vinden omdat ze een op tientallen meters waar te nemen zoetige aasgeur voortbrengen. Deze trekt vliegen en allerlei kevers waaronder mestkevers en aaskevers aan. Wanneer ze zich tegoed doen aan de sporenmassa nemen ze tegelijkertijd de sporen mee en verspreiden deze. Wanneer de gleba is opgegeten blijft een witte tot lichtgele hoed over die een typische honingraadstructuur draagt. Bovenin zit dan een kleine opening. In deze toestand lijkt de paddenstoel ietwat op een witte morielje. De hekseneieren van deze soort zijn witachtig tot van kleur en drie tot zes centimeter breed met aan de voet wortelachtige myceliumstrengen. Het is een saprofiete soort die op allerlei soorten bodems voorkomt, meestal op grof strooisel en humus. In Nederland komt de Grote stinkzwam voor in het Pleistoceen gebied, in de duinen en in Zuid-Limburg. De Grote stinkzwam is van mei tot november te vinden in loof-, gemengde en naaldbossen, in parken en in tuinen. De piek ligt in oktober. Het is een algemene soort die met name wanneer men de geur kent, hierdoor redelijk eenvoudig te vinden is. Hoewel de geur het niet zou doen vermoeden, wordt de Grote stinkzwam gegeten. Men serveert de hekseneieren, ontdaan van de sporenlaag, gebakken als afrodisiacum. Dit zijn lustopwekkende middelen. De typerende vorm van de grote stinkzwam speelt hierin vast en zeker een rol………