|
Monschau.
Geschiedenis.
De eerste vermelding van het plaatsje Monschau was in 1096. De burcht van Monschau werd in 1198 voor de eerste keer in een oorkonde vermeld onder de naam “de Monte Joci”. Onder haar bescherming kon zich aan de samenvloeiing van de Rur en de Laufenbach een nederzetting ontwikkelen. In die tijd hoorde het Monschauer Land bij het Hertogdom Limburg. In het midden van de 14e eeuw ging het voor een tijdje over in het de handen van de graaf van Schönau- Schönforst. In 1352 kreeg Monschau stadsrechten, maar bleef desondanks een onbeduidend plaatsje. In 1435 hoorde het bij het Hertogdom Jülich, dat in 1614 in zijn geheel in het bezit van de Paltsgraaf van Neuerburg aan de Donau overging. Vervolgens kwam het in bezit van Beieren en werd vanuit München bestuurt. In 1598 stichten de uit Aken verdreven protestantse lakenmakers de lakenindustrie in Monschau, die tot in de 19e eeuw aan de top van Europa stond. In 1794 kwam het onder Frans bestuur en tijdens het Weense Congres (1815) geried het in Pruisische handen. In 1918 besliste de keizer dat Monschau, dat tot die tijd nog Montjoie heette, zelfstandig werd. Vanaf dat jaar werd de benaming van het plaatsje ook Monschau, de uitspraak in het dialect van de plaatsnaam. Vanaf de 19e eeuw ontdekte men in Monschau de waarde van het vakwerk en begon men van alle kanten toeristen aan te trekken. Door de gerichte opbouw van het toerisme kon een omschakeling van lakenfabricage naar toerisme als belangrijkste inkomstenbron plaatsvinden. En dit is zo gebleven, want ook nu nog trekken de rond 400 onder monumentenzorg gestelde panden jaarlijks vele toeristen. Geen spoortje van nieuwbouw ontsiert het straatbeeld en juist dat lokt jaarlijks rond de twee miljoen dagjesmensen. Circa 200.000 overnachtingen worden ook jaarlijks geboekt.
Vakwerk langs de Rur. Het Rote Haus en de ruine Haller.
Bezienswaardigheden.
Tegenwoordig bepaald het zwart- witte vakwerk voor een groot deel het aanzien van Monschau, toch is dit lang niet altijd zo geweest. Vroeger waren veel wanden van gebouwen met planken of met leien bedekt om ze te beschermen tegen het vochtige Eifelklimaat (1.100- 1.200 mm neerslag per jaar in Monschau). Pas daaronder bevond zich, onzichtbaar voor het oog, het vakwerk. Ook de daken van de huizen waren -en zijn- met leistenen bedekt. In het behoud van het historische karakter van het stadje speelden een aantal zaken mee. Eén groot voordeel was dat men al vanaf 1909 over een wet beschikte die verandering van de bebouwing niet toestond, tenzij deze in het stadsbeeld paste. En daarnaast was Monschau door de neergang van de lakenfabricage zo verarmd, dat er weinig bouwactiviteiten konden plaatsvinden. Juist hierdoor beschikt Monschau nu over de zo typische smalle straatjes met vele historische vakwerk- en patriciërshuizen waarvan er ruim 244 onder monumentenzorg staan.
Vanaf de 16e en ver tot in de 20e eeuw was Monschau een textielstadje. Dit is nog goed te zien in het straatbeeld, waarbij met name het Rote Haus, het woonhuis van Johann Heinrich Scheibler uit 1752 opvalt.
Kerken.
Tot 1640 moest de bevolking van Monschau naar het enige kilometers verderop gelegen Konzen ter kerke gaan. Pas in dat jaar werd het een zelfstandige parochie. In 1649 werd de parochiekerk Mariae Geburt gebouwd. Deze kerk staat halverwege de helling. In de kerk worden relikwien van Sint-Liberatus bewaard in een vergulde sacrofaag waarop een buste van de heilige staat. Het gebeente van deze heilige kwam rond 1670 naar Monschau. Over hem is weinig bekend, mogelijk was het een heilige uit de katakomben in Rome. In het midden van de 18e eeuw lieten de minderbroeders hun kloosterkerk iets verderop in het dal bouwen. Deze is gewijd aan Maria Onbevlekte Ontvangenis. Het was van oorsprong een eenvoudige zaalkerk uit breuksteen met een schip met een houten kruisgewelf. In 1715-1718 werd daarnaast een Ursulinenklooster in Monschau gebouwd. Dit had een kapel die aan Sint-Augustinus was gewijd.
De Aukirche of St. Maria is de kerk van het voormalige minderbroederklooster. De bouw van dit klooster stamde in 1717. Het werd gebouwd op het grondgebied van de Herren von Au. De bouw van de kerk startte in 1726 en werd voltooid in 1751. Het is een eenvoudige zaalkerk met houten kruisgewelven. Het Auklooster bestaat uit drie gebouwen die vroeger een kruisgang hadden.
Nadat de lakenmakers zich in Monschau hadden gevestigd, kwam er ook behoefte aan een Evangelische kerk. Deze werd tussen 1787 en 1789 gebouwd. Deze kerk is ook uit breuksteen opgetrokken. De toren heeft een barokke torenspits uit 1684. Deze is afkomstig van een in 1754 in Köln-Mühlheim verwoeste Evangelische kerk.
Burcht.
De burcht van Monschau ontstond in het begin van de 13e eeuw. De Grafen von Monschau bouwden de burcht ter bescherming van het nabijgelegen Premonstratenzerklooster Reichenstein. De donjon en het portaal van het hoofdgebouw stammen nog uit de beginfase. In de 14e eeuw werd de burcht geheel verbouwd. De burcht bestaat uit een hoofdburcht met in de westelijke vleugel een ridderzaal en een palas. De burcht is omgeven door ringmuren en weergangen. De voorburcht heeft een machtige poort en van de oorspronkelijke vier torens zijn er nog drie over. Aan de noordkant staat de Eselsturm van rond 1517. Bij de Jülicher Fehde (oorlog) in 1543 werd de burcht gedeeltelijk verwoest. In 1689 werd ze zelfs geheel verwoest. In 1899 kwam ze in handen van het stadsbestuur en volgde het herstel en werd ze omgebouwd tot jeugdherberg.
Historische mosterdmolen.
Even buiten het stadscentrum ligt de Historische Senfmühle van de familie Breuer. Deze werd in 1882 geopend door Clemens August Breuer. De oorspronkelijke molen lag in het stadscentrum, maar in 1950 werd een nieuwe gebouw aan de Laufenbach betrokken. Hier worden tegenwoordig 18 soorten mosterd gemaakt, waaronder Bärlauchsenf (mosterd met daslook), tomatenmosterd, groene pepermosterd, chilimosterd en het oeroude mosterdrecept van Clemens August Breuer dat de naam Ur-Senf draagt..
Horeca.
Voor een lekkere kop koffie met gebak heb je in Monschau de keus uit bakkerij Oebl aan de Marktof Cafe Kaulard. Bakkerij Oebl heeft een fraai versierde houten deur. Het assortiment aan gebak, broodjes en hartige hapjes is behoorlijk groot en zeer goed betaalbaar. Boven zit je rustiger dan onderin en bovendien kun je neerkijken op het gebeuren op het Marktplein. Cafe Kaulard aan de overkant werd in 1958 door Siegfried Kaulard geopend. Het heeft een klassiek interieur dat sinds de opening niet is veranderd. Lokale specialiteiten als Monschauer Vennbrocken, een soort bonbons, en Dütchen, hoorntjes die met slagroom gevuld worden en die al sinds 1853 bestaan.
|
|