Noorbeek.
Noorbeek is een dorp in de gemeente Margraten in het zuiden van Limburg. Het ligt op zeer korte afstand van de Belgische grens. Tot in de 20e eeuw kende het dorp een sterk agrarisch karakter. Tegenwoordig is het plaatsje een bezoekje zeker waard vanwege de fraaie huizen en de vele cafes en restaurants. En daarnaast voor een wandeling door de omgeving, bijvoorbeeld door het dal van de Noorbeek, het Landgoed Altembroek of de Belgische Voerstreek.
Sint-Brigidabron.
Noorbeek ontstond in de 11e eeuw in de buurt van de bron van de gelijknamige beek. Deze ontspringt op enkele honderden meters afstand van het dorp in het gehuchtje Wesch uit een brongebouw uit kalksteen. Op een vertikale stang in het poortje staat te lezen Santa Brigida- Bid voor ons, K.N. 1858. Aan de gemetselde pilaar, gebouwd in 1909, naast het brongebouwtje was vroeger een pomp bevestigd. Bij deze bron lag ook een wasplaats, zodat de naam van het gehucht Wesch verklaard is. Een wassteiger wijst nog op het gebruik als wasplaats. Waarschijnlijk werd het harde water uit de bron niet daadwerkelijk gebruikt om te wassen, maar enkel om het wasgoed dat met regenwater was gewassen, uit te spoelen. Ook werd vroeger drinkwater uit de bron geschept. Dit werd met twee emmertjes aan een puthaam (juk) naar het dorp gedragen. Tegenwoordig geldt de bron als zeer vervuild en zeker niet drinkbaar. Achter de bron is op de gevel van een huis een mooi reliëf uit 1980 van de Heilige Brigida bevestigd.
Sint-Brigidakerk.
De oudste kerk werd waarschijnlijk rond het jaar 1000 op een kunstmatige heuvel gebouwd. Deze ligt aan het kleine centrale plein, der Pley genoemd. De onderbouw van de toren van deze oude kerk bestaat nog deels uit de onbewerkte natuursteen van de eerste kerk. Mogelijk had deze toren ook een functie als verdedigingstoren. In de 13e eeuw werd de kerk verbouwd of mogelijk zelfs helemaal vernieuwd. Het werd een mergelstenen Romaanse kerk waarvan de lichtspleten en galmgaten van de toren en vijf blinde Romaanse rondboogvensters in het middenschip nog getuigen. In de 15e en 16e eeuw werd de kerk in gotische stijl veranderd. De kerk werd omgevormd tot een driebeukige gotische kerk met een vierkante toren en enkele romaanse elementen. Uit de 16e eeuw stammen ook de netgewelven. Tot 1614 was de kerk van Noorbeek een rectoraatskerk van de parochie ´s Gravenvoeren. In 1847 werd een bakstenen toegangsportaal bijgebouwd. Tussen 1910 en 1913 werd de kerk gerestaureerd. Hierbij werden ook vijftien nieuwe gebrandschilderde ramen met heiligen erop in de kerk geplaatst. Hiervan is één raam gewijd aan de Heilige Brigida. Ze is samen met Isodorus, patroonheilige van de landbouwers, afgebeeld. De gebrandschilderde ramen komen uit het atelier Nicolas te Roermond en dateren uit de periode 1903-1906. Het neo-barokke hoogaltaar stamt uit 1768. Achter het altaar hangt een schilderij van de kruisiging, gesigneerd door Olivier Pirotte uit Luik uit 1752. Hier en daar zijn ook nog overblijfselen van muurschilderingen te zien.
De kerk van Noorbeek is een van de weinige Zuid-Limburgse kerken die nog haar middeleeuwse vormen heeft behouden.
Rondom de kerk ligt het kerkhof dat omgeven is door een mergelstenen muur. Hier staan 25 stenen grafkruisen uit de jaren 1608-1765.
Sint-Brigidakapel.
Naast de kerk, aan de rand van het dorpsplein, der Pley, staat de Brigidakapel, een vierkante kapel met een oppervlak van zes bij zes meter. De gevelsteen vermeldt 1772 als bouwjaar. Tevoren stond er ook al een kapel op deze plek. Tot 1975 stond in de kapel een neobarok retabel met daarin een gipsen beeld van Sint-Brigida. Dit retabel en het gipsen beeld zijn in de kerk geplaatst en ervoor in de plaats kwam een houten altaar met daarop een modern houten Brigidabeeld. Dit is in 1978 gemaakt door Sjef Eymael uit Maastricht. De Brigidakapel was vroeger de centrale cultusplaats voor de verering van de Heilige.
Sint-Brigida.
De kerk van Noorbeek heeft Sint-Brigida ofwel Brigitta van Kildare als patroonheilige. Binnenin de kerk staat een neogotisch gepolychromeerd gipsen beeld van Sint-Brigida uit 1879. Dit is maar liefst 114 centimeter hoog. De heilige is afgebeeld als abdis, met in haar hand een abdisstaf. Aan haar voeten ligt een rund, waardoor ze als patrones van het vee wordt vereerd. Het beeld is gemaakt door het atelier Billaux-Grossé te Brussel. Het is afgietsel van een ouder beeld. Sint-Brigida wordt in Noorbeek vereerd op 1 en 2 februari en op de tweede zondag na Pasen, haar translatio. 1 februari valt overigens samen met het Keltische lentefeest. Tevens is het één dag voor Maria Lichtmis. Volgens de legende ging Brigida voor Maria de tempel binnen toen Maria de tempel bezocht voor het reinigingsritueel na de geboorte van haar zoon.
Bedevaarten.
De eerste bedevaarten naar Sint-Brigida in Noorbeek ontstonden al in de 16e eeuw en mogelijk zelfs eerder. De oudste vermelding van een bedevaart is in 1586 in de geschriften van Abt Bertels van het Munster van Luxemburg. De bedevaart kent sinds die tijd perioden van bloei en periodes waarin ze bijna stilvalt. Aan het eind van de 16e eeuw daalde de belangstelling voor de bedevaart bijna tot een nulpunt. Een epidemie onder het vee in 1634 blies haar weer nieuw leven in. Hierbij deden de inwoners van Noorbeek de aan Brigida de gelofte om haar jaarlijks een boom te schenken. Na een terugval daarna, kwam er in de 18e eeuw weer een bloeiperiode. Dit kwam door een veepest in 1745. Op 13 februari van dat jaar stroomden van heinde en verre boeren toe om de hulp van Sint-Brigida in te roepen en te voorkomen dat nog meer jonge koeien stierven.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling voor de bedevaart wederom sterk af. Alleen enkele boeren uit Zuid-Limburg en de Belgische Voerstreek, Noorbeek ligt op een kattensprong van de Belgische grens, bezochten nog trouw de bedevaartsplaats.
In 1933 nog waren er op 1 en 2 februari reliekvereringen en zegeningen van water en brood. Hier kwamen vele vereerders van buiten het dorp op af. Ook werden vroeger Brigidaprenten en stalzegens verkocht. Een bekende Brigidaprent is tweetalig en vermeld in het Nederlands en het Frans “De H. Brigida bijzondere voorspreekster tegen alle ziekten van het hoornvee ”. Deze prent is ingekleurd en toont een jonge Brigida met drie runderen aan haar zijde.
Ze namen brood en water mee dat in de mis gezegend werd. Dit water wordt ook anno 2010 nog geschept uit de Sint-Brigidabron in het buurtschap de Wesch. Daar wordt het door de schoolkinderen uit het dorp afgehaald en onder begeleiding van de pastoor naar de kerk gebracht. Daar gieten de kinderen het water in een grote koperen ketel. Na zegening door de pastoor kan het water worden meegenomen door de gelovigen.
Brigidaboom.
Op de tweede zaterdag na Pasen werd en wordt de Brigidaboom binnengehaald en daags erop start de kermis. De tweede zondag en maandag na Pasen werd het Brigidafeest dus nogmaals gevierd. Dit was meer het feest voor de inwoners van Noorbeek zelf. De Brigidaboom is een groene spar (in de volksmond vaak “den” of “mei-den” genoemd) die opgericht wordt ter ere van St. Briej. Deze boom wordt jaarlijks bij de kapel geplant naar aanleiding van een gelofte uit 1634 om hiermee verder ongeluk en ziektes af te wenden. Tot de 18e eeuw wordt niet gesproken van Brigida-den, maar van een meij, een meiboom dus. Deze meer dan 20 meter hoge boom werd vroeger gehaald in het Rode Bos bij Remersdaal in de Voerstreek, daarna ook uit het Bovenste Bos bij Epen. Dit is het werk van de ongetrouwden, verenigd in de Jonkheid. Deze boom wordt in de vroege ochtend gekapt door de jonkheid met hulp van de pastoor en vertegenwoordigers van de gemeente. De takken worden afgekapt, met uitzondering van de bovenste, en daarna wordt de den met meer dan 30 versierde boerenpaarden en een dennenwagen naar der Pley gebracht. De paarden vertrekken doorgaans rond 10.00 uur vanuit Noorbeek om de den te gaan ophalen. Het vertreksein wordt geblazen op een koperen toeter. Kort na vertrek worden bij de smid de karrenwielen gesmeed. Na aankomst bij de den wordt deze op de dennenwagen geladen en rond 19.00 uur nadert de stoet het dorpje. Onder begeleiding van de harmonie komt de den dan in het dorp aan. Na de mis in de Sint-Brigidakerk worden de paarden onder klokkengelui uitgespannen en is het werk van de Jonkheid ten einde. Met een signaal op de koperen toeter wordt dit einde kenbaar gemaakt. De getrouwde mannen nemen de den dan over van de Jonkheid en zorgen ervoor dat hij naast de Brigidakapel wordt geplaatst. Dat gebeurt in de avonduren en kan wel tot 23.00 uur duren. Daags erop is het dan kermis in het dorp.